De ondernemersorganisatie Unizo presenteerde deze morgen de vierde editie van de Grote Loopbaanenquête. Tussen 16 mei en 21 augustus hebben 581 ondernemers geantwoord op vragen over de bedrijfsopvolging. Het gaat om een vervolg op gelijkaardige enquêtes in 2007, 2009 en 2011.
Het thema blijft brandend actueel. Want volgens cijfers van de Rijksdienst voor de Sociale Verzekering der Zelfstandigen ( RSVZ) was het aandeel van zelfstandigen ouder dan 50 jaar in Vlaanderen in 2012 gestegen tot 38 procent. In 2000 was dat nog maar 32 procent. Vele van deze ouder wordende ondernemers zullen binnen afzienbare tijd de keuze moeten maken: hun professionele activiteiten stopzetten of overdragen aan andere ondernemers, al dan niet uit de familie.
Gepolst naar de opties geeft 42 procent aan het bedrijf te willen verkopen. Een verkoop dringt zich soms op omdat de bedrijfsleider geen geschikte opvolger vindt. 'Het ontbreken van een geschikte opvolger is een toenemend probleem in familiebedrijven', zegt Luc Van Laere van Unizo.
Een kwart van de ondernemers denkt aan stopzetting van de activiteiten. Voor 15 procent is de overdracht aan een volgende generatie een optie. Een minderheid overweegt een verkoop aan het management (3%), een overdracht aan familie (3%) of een schenking (1%).
Waardebepaling
Hoewel de meeste ondernemers het bedrijf willen verkopen, kent bijna één op de vier ondernemers de waarde van de eigen zaak niet.
De waardebepaling is volgens 54 procent van de bevraagde ondernemers het belangrijkste knelpunt bij de overdracht van een bedrijf. De raming van de waarde is niet alleen een probleem bij de verkoop aan een derde, maar ook wanneer de ondernemer het bedrijf overlaat aan één van de kinderen. Wat als het ene kind mee in de zaak stapt en het andere niet?
Ondernemers overschatten vaak de waarde van hun eigen bedrijf. Bovendien zijn de jaarekeneingen maar één van de vele elementen die in rekening moeten worden gebracht. 'De waardebepaling gaat veel verder dan het overzicht van de activa en de schulden. Bovendien kan de werkelijke waarde flink afwijken van de boekhoudkundige waarde', legt Inge Saeys van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren uit. 'Je moet ook onderzoeken welk cashflows een onderneming in de toekomst kan genereren, of er eventueel nog moet geïnvesteerd worden', vervolgt IBR-voorzitter Daniël Kroes.
De revisoren grijpen het probleem van de waardebepaling aan om zichzelf in de kijker te werken. 'Revisoren kunnen inderdaad een belangrijke rol spelen bij het bepalen van de waarde. Naast onze expertise, stellen we ons ook meer onafhankelijk op dan een accountant die het bedrijf dagelijks bijstaat.'
Pensioen
Met de overdracht van het bedrijf zijn lang niet alle zorgen van de baan. Ruim de helft van de ondernemers maakt zich zorgen over de toekomstige financiële situatie bij pensionering. Het percentage vrouwelijke ondernemers dat zich zorgen maakt ligt iets hoger dan het percentage mannelijke ondernemers ( 54 procent). Ruim eenderde zegt nog verder te willen werken na de pensionering. Wie 65 jaar is en een loopbaan van 42 jaar achter de rug heeft, kan sinds kort zijn pensioen opnemen en onbeperkt bijverdienen.