Maar naast deze bedrijfstechnische, financiële en juridische keuzes is er nog een - minstens even belangrijke - knoop die u als beginnende zelfstandige met uw man of vrouw, en eventueel uw kinderen, moet doorhakken. ‘Het is van belang goed na te kijken onder welke vorm u samenwoont en, voor gehuwden, voor welk huwelijksstelsel u gekozen hebt’, zegt Peter Meeuwssen, specialist estate planning en vennoot bij het advocatenkantoor Sherpa Law. Hij legt meteen uit waarom. ‘We maken het geregeld mee. Een koppel is gehuwd zonder huwelijkscontract. Mijnheer richt een vennootschap op, alle aandelen worden op zijn naam ingeschreven. Als enkele jaren later het huwelijk op de klippen loopt, volgt de koude douche. Mijnheer dacht al die jaren dat de vennootschap van hem was. En het klopt dat hij alle stemrechten bezit. Maar vermogensrechtelijk behoort de vennootschap tot het gemeenschappelijk vermogen en komt ze dus voor de helft toe aan de toekomstige ex-echtgenote. De vennootschap is immers opgericht met geld dat het koppel tijdens het huwelijk samen bij elkaar heeft gespaard. De aandelen behoren met andere woorden tot het gemeenschappelijk huwelijksvermogen. Dus zal mijnheer haar de helft van de waarde van het bedrijf moeten vergoeden bij de echtscheidingsovereenkomst.’
Een mogelijke scheiding is niet het enige risico waarbij het een verschil maakt hoe u samenwoont: feitelijk, wettelijk of gehuwd met of zonder huwelijkscontract. Dat speelt ook een rol bij een aantal beroepsgerelateerde risico’s. Zelfs als u die heeft ingeperkt door uw activiteiten uit te oefenen in een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid.
1. Wie is aansprakelijk?
Opteert u voor een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, dan kunnen de schuldeisers van de vennootschap in principe alleen raken aan het vermogen van de vennootschap. ‘Maar in bepaalde gevallen zal het persoonlijk vermogen van de zaakvoerder/aandeelhouder toch kunnen worden aangesproken. Wat er wel en niet in dat persoonlijk vermogen zit, hangt af van de wijze van samenwonen’, geeft Liesbeth Franck, advocate bij Sherpa Law aan.
De beperkte aansprakelijkheid wordt doorbroken als…
- … de vennootschap failliet gaat binnen drie jaar en de oprichters niet kunnen bewijzen dat het kapitaal waarmee de onderneming van start ging, volstond om de eerste twee jaren goed door te komen (de zogenaamde ‘oprichtersaansprakelijkheid’). Dat zal onder meer blijken uit het financieel plan dat bij de oprichting werd neergelegd bij de notaris.
- … het om een vrij beroep gaat. Tot op vandaag blijven de meeste vrije beroepen - denk aan artsen - persoonlijk aansprakelijk voor de fouten in de uitoefening van hun beroep (de zogenaamde ‘professionele aansprakelijkheid’).
- … de zaakvoerder/bestuurder een grove fout maakte (de zogenaamde ‘bestuurdersaansprakelijkheid’).
- … de zaakvoerder/aandeelhouder zich persoonlijk borg heeft gesteld voor leningen bij de bank.
2. Wie is sociaal en fiscaal beschermd? En wie staat in voor de schulden?
‘Bij een werknemer worden de sociale lasten automatisch ingehouden, net zoals de bedrijfsvoorheffing. Bij ziekte ontvangt hij een uitkering en bij ontslag kan hij rekenen op een werkloosheidsuitkering. Een zelfstandige daarentegen krijgt maar een beperkte ziekte-uitkering en heeft geen recht op een werkloosheidsuitkering. Bovendien moet hij zelf zijn sociale bijdragen ophoesten en zijn belastingen vooraf betalen. ‘Daarin schuilt een risico’, schetst Meeuwssen. ‘Beginnende ondernemers zijn meestal gefocust op de opstart van hun business, en kunnen de inkomsten goed gebruiken om hun groei te financieren. Velen betalen dan ook alleen de ‘minimumbijdragen’. Wanneer ze nadien de aanslag of herziening ontvangen, staan ze soms voor onaangename verrassingen. Wanneer blijkt dat die belastingschuld niet onmiddellijk betaald kan worden, houdt dat een risico in voor de gehuwde partner, aangezien hij of zij mee aangesproken kan worden. Het is dus van groot belang om op voorhand te kijken welk huwelijksstelsel het interessantst is en om daarover afspraken te maken.’
3. Wie staat in voor de professionele schulden?
De schulden die een van beide partners aangaat in het belang van het gezin, kunnen altijd op beide partners verhaald worden. Zelfs als de ene die schulden maakte zonder medeweten van de andere partner. Denk aan dokters- en ziekenhuisrekeningen, herstellingskosten van de gezinswagen, renovatie-uitgaven voor de gezinswoning, en alle kosten gemaakt voor alle kinderen die het koppel samen opvoedt.
‘Wanneer u gehuwd bent onder een wettelijk stelsel komen de inkomsten van de professionele activiteit toe aan het gemeenschappelijk vermogen. De keerzijde daarvan is dat ook de schulden gemeenschappelijk kunnen zijn en dat de schuldeisers die zouden kunnen verhalen op het vermogen van beide echtgenoten.
4. Hoe maakt u wél de juiste keuzes?
Redenen te over dus om de juiste manier van samenwonen of huwen te kiezen. En vervolgens vol te houden. ‘U moet vooral de spelregels van het gekozen regime naleven. Heel vaak zien we dat koppels de spelregels van hun keuzes in de praktijk níét volgen. Waardoor vermogens toch vermengd raken’, zegt Franck.
Voorbeeld
Een koppel huwt met scheiding van goederen. Vervolgens stelt de ene partner zich borg voor de kredieten van de andere. Door dat te doen, zet het koppel de deur open voor de schuldeisers om ook het persoonlijke vermogen aan te spreken van de partner die zich borg gesteld heeft. ‘Beter is het om als zaakvoerder of aandeelhouder niet borg te staan voor de vennootschap’, aldus Franck. ‘En als u toch niet anders kunt, beperk die borgstelling dan in de tijd.’
Bescherm uw gezinswoning tegen beslag
Wat vaak voorkomt, is dat het koppel huwt met scheiding van goederen, maar de gezinswoning toch samen koopt en afbetaalt. Daardoor verschijnt de gezinswoning ook op de radar van de schuldeisers. ‘Wat veel beginnende ondernemers niet weten, is dat de gezinswoning beschermd kan worden tegen aanspraken van professionele schuldeisers’, zegt Meeuwssen. Daarvoor volstaat het om voor de notaris een verklaring van niet-beslagbaarheid af te leggen. Wel dient er uiteraard rekening te worden gehouden met de waarborgen die de bank zal verlangen als er een bancair krediet wordt aangegaan.
Die optie bestaat sinds 2007, maar wordt in de praktijk weinig benut omdat het dan moeilijker wordt kredieten los te weken bij de bank. Volgens cijfers die de redactie opvroeg bij de notarisfederatie leggen jaarlijks amper 900 zelfstandigen zo’n verklaring af. Nochtans is het belangrijk die verklaring af te leggen vóór er financiële problemen opduiken. Want de bescherming geldt alleen voor beroepsschulden aangegaan na de registratie. ‘Gebruikt u een deel van de gezinswoning voor uw zelfstandige activiteit, dan kunt u het hele pand onbeslagbaar laten verklaren als het beroepsgebruik minder dan 30 procent van de woning betreft’, zegt Meeuwssen. ‘Gaat het echter om 30 procent of meer, dan moeten er statuten van mede-eigendom worden opgemaakt en kan alleen het privégedeelte niet-vatbaar voor beslag worden verklaard.’
Vermijd ongelijkheid tussen de partners
Huwen met scheiding van goederen biedt een betere bescherming tegen de schuldeisers dan de andere huwelijksstelsels. ‘De keerzijde is dat een doorgedreven stelsel van scheiding van goederen aan de basis kan liggen van ongelijkheid tussen de partners, zeker wanneer een van de echtgenoten zijn of haar eigen carrière terugschroeft om huishoudelijke taken op zich te nemen.’
En het wordt nog pijnlijker als die echtgenoot vervolgens - zoals vaak het geval is - onbezoldigd ‘meehelpt’ in de zaak. Zolang de zelfstandige nog leeft en de relatie goed zit, zal die wel de nodige goodwill aan de dag leggen, zodat het koppel samen kan genieten van hetgeen ze samen opbouwen. Maar in het minder voorspoedige scenario blijft de partner in de schaduw letterlijk met lege handen achter. Zonder pensioenrechten en zonder eigendomsrechten op de aandelen. Franck ziet evenwel beterschap. ‘Op 9 februari 2017 heeft het hof van beroep in Gent gesteld dat de meewerkende echtgenote die gehuwd is met scheiding van goederen, na een echtscheiding een vordering kan instellen voor de onbezoldigde arbeidsprestaties, op voorwaarde dat de verrichte arbeid de normale huwelijksverplichting te buiten gaat.
Maak gebruik van een verrekenbeding
Voor koppels die zoveel mogelijk privévermogen willen afzonderen van de schuldeisers, maar elkaar toch willen beschermen bij een echtscheiding of overlijden, vormt huwen met scheiding van goederen, aangevuld met een verrekenbeding, de gulden middenweg. Het meest voorkomende verrekenbeding is het zogenaamde ‘alsof-beding’: echtgenoten zijn gehuwd onder scheiding van goederen, maar verrekenen bij een echtscheiding en/of overlijden ‘alsof zij gehuwd waren onder het wettelijk stelsel’. In tegenstelling tot het eerdere scenario waarbij het koppel een gemeenschappelijk vermogen toevoegt, blijven de vermogens strikt gescheiden voor de schuldeisers.
Vergeet uw erfenisplanning niet
Ook door niet te huwen en feitelijk of wettelijk samen te wonen, blijft het vermogen van beide partners geïsoleerd. Op dat vlak biedt samenwonen dezelfde zekerheden als huwen met scheiding van goederen. Maar samenwonen vergt wel een andere erfenisplanning dan huwen. Wettelijke samenwoners erven alleen het vruchtgebruik op de gezinswoning en feitelijke samenwoners erven zelfs helemaal niets, tenzij ze dat zelf zouden regelen. Bovendien kan het erfrecht van een wettelijk samenwonende partner worden ontnomen per testament. Echtgenoten zijn daarentegen bevoorrechte erfgenamen. Wat de langstlevende erft, hangt af van het gekozen huwelijkscontract en de eventuele samenloop met andere erfgenamen.
De tarieven van de erfbelasting voor wettelijk samenwonenden zijn dezelfde als voor gehuwden. Bij feitelijk samenwonenden (nadat zij bepaalde erfaanspraken zouden hebben geregeld) is dat echter slechts het geval na één jaar feitelijke samenwoning (en na drie jaar inzake de vrijstelling van erfbelasting voor de samenwonende partner op de gezinswoning).
Sowieso kan een koppel bij wie een van beiden ondernemer is, niet buiten een erfenisplanning voor het familiebedrijf.
Tot hoever mag een schuldeiser gaan?
Klik op de situatie die voor u van toepassing is.
Als u feitelijk samenwoont
U bent op hetzelfde adres gedomicilieerd. Niet meer, niet minder.
Elke partner behoudt zijn eigen vermogen en zijn eigen schulden.
Er zijn geen gemeenschappelijke schulden, behalve de schulden die de partners samen zijn aangegaan.
Schuldeisers kunnen iedere partner slechts voor zijn schulden en zijn deel in de gemeenschappelijke schulden aanspreken.
Schuldeisers kunnen geen beslag leggen op de eigen goederen van de partner voor schulden van de andere partner. Wel geldt een vermoeden dat de goederen aanwezig in de gezinswoning gemeenschappelijk zijn. Een gerechtsdeurwaarder gaat ervan uit dat hij alle goederen die hij op het domicilieadres van de schuldenaar aantreft, in beslag mag nemen. De gerechtsdeurwaarder kan dus ook de goederen die eigendom zijn van de andere partner in beslag nemen. Om de spullen terug te krijgen, moet er een ‘revindicatie’ gebeuren. Dat is een dure procedure, die bovendien niet altijd kans op slagen biedt. Daarom doet u er goed aan op een onverdacht moment een inventaris op te maken die aangeeft welke goederen van welke partner zijn. Houd ook de nodige documenten bij, zoals facturen, om dat te kunnen bewijzen.
Fiscale schulden zijn eigen schulden.
Als u wettelijk samenwoont
U bent op hetzelfde adres gedomicilieerd en heeft een verklaring van wettelijke samenwoning afgelegd op de burgerlijke stand.
Elke partner behoudt zijn eigen vermogen en zijn eigen schulden.
Er zijn geen gemeenschappelijke schulden, behalve de schulden die beide partners samen zijn aangegaan. Wel zijn beide partners aansprakelijk voor de schulden, gemaakt in het belang van het gezin.
Schuldeisers kunnen iedere partner slechts aanspreken voor zijn schulden en voor zijn deel in de gemeenschappelijke schulden.
Schuldeisers kunnen geen beslag leggen op de eigen goederen van de partner. Wel geldt een vermoeden dat de goederen aanwezig in de gezinswoning gemeenschappelijk zijn. Vanuit die redenering kan een schuldeiser dus beslag leggen op die goederen. Daarom doet u er goed aan op een onverdacht moment een inventaris op te maken die aangeeft welke goederen van welke partner zijn. Houd ook de nodige documenten bij, zoals facturen, om dat te kunnen bewijzen.
Fiscale schulden kunnen op beide partners verhaald worden.
Als u getrouwd bent volgens het wettelijk stelsel van gemeenschap van aanwinsten
U bent gehuwd onder dit stelsel als u niet uitdrukkelijk voor een ander stelsel gekozen heeft.
De goederen en schulden van voor het huwelijk blijven eigen, net zoals de goederen of schulden die u erft. Ook de schulden die het gevolg zijn van onwettige handelingen, zoals een boete, zijn eigen.
De goederen en schulden opgebouwd tijdens het huwelijk zijn gemeenschappelijk. Net zoals de opbrengsten uit eigen goederen en de intresten die betaald moeten worden op eigen schulden.
Beroepsschuldeisers kunnen het eigen vermogen van de zelfstandige aanspreken, net als het gemeenschappelijk huwvermogen.
De goederen in de samen aangekochte gezinswoning worden vermoed gemeenschappelijk te zijn, waardoor schuldeisers beslag kunnen leggen op die goederen.
Fiscale schulden kunnen op de eigen goederen en de gemeenschappelijke goederen van beide echtgenoten verhaald worden. Ze kunnen echter niet worden teruggevorderd van de eigen goederen van de andere echtgenoot als die onder meer kan aantonen dat hij die goederen al bezat voor het huwelijk of dat hij ze geërfd heeft of geschonken kreeg van een andere persoon dan de echtgenoot.
Als u getrouwd bent volgens het stelsel van algehele gemeenschap
Hiervoor moet u uitdrukkelijk een huwelijkscontract opstellen. Dat kan voor en na het huwelijk.
Er bestaan geen eigen goederen en schulden meer.
Alle goederen en schulden zijn gemeenschappelijk. Schuldeisers kunnen dus het hele vermogen van beide partners aanspreken.
Als u getrouwd bent volgens het stelsel van scheiding van goederen
Hiervoor moet u uitdrukkelijk een huwelijkscontract opstellen. Dat kan voor of na het huwelijk. Na het huwelijk dient dit uiteraard in een ‘onverdachte’ periode te gebeuren en niet om de bestaande schuldeisers te vermijden.
Elke partner heeft zijn eigen goederen en schulden.
Er bestaat geen gemeenschappelijk vermogen meer. Ook gemeenschappelijke schulden zijn onmogelijk, met uitzondering van de schulden die de partners samen aangaan en de schulden gemaakt in het belang van het gezin.
De goederen in de gezinswoning worden geacht toe te behoren aan de eigenaar van de gezinswoning, tenzij de andere echtgenoot het tegenbewijs kan leveren.
Fiscale schulden zijn eigen schulden.