Voor investeringen die een woning energiezuiniger maken, kan worden geleend aan maximaal 2 procent rente. Voor zulke Energielening kan de burger aankloppen bij de Energiehuizen, dus bij de overheid, of sinds vorig jaar ook al bij enkele banken.
Daarnaast is er een renteloze variante voor mensen uit kansengroepen, via de Energiehuizen.
De Vlaamse regering heeft vrijdag de hervorming van deze leningen goedgekeurd, zoals de Vlaamse minister van Energie, Bart Tommelein (Open VLD) ze eind december had voorgesteld.
Vanaf 2019 zal de Vlaamse overheid enkel nog die sociale doelgroep bedienen, en moeten andere gezinnen hun Energielening kunnen krijgen bij een bank. Momenteel bieden BNP Paribas Fortis/Fintro, ING, Belfius en KBC energieleningen aan met een rentevoet van minder dan 2 procent. Ook bpost bank engageerde zich ertoe zulke leningen aan te bieden - navraag leert dat ze in de pijplijn zitten en 'midden dit jaar' zullen worden aangeboden. Er blijft een vangnet: wie vanaf 2019 toch geen lening kan krijgen bij een van de banken, kan alsnog bij de Energiehuizen terecht.
Intussen wordt de Energielening wel al uitgebreid. De looptijd mag maximaal acht jaar worden, tegen vijf jaar nu, en zelfs tien jaar voor de sociale doelgroepen. Dat leidt tot lagere afbetalingsbedragen per maand.
Daarnaast verhoogt het maximale leenbedrag van 10.000 naar 15.000 euro. 'Op die manier kunnen mensen in één beweging verschillende energiemaatregelen nemen', stelt de Vlaamse minister van Energie, Bart Tommelein (Open VLD).
Ten derde wordt de sociale doelgroep verruimd, naar iedereen die geniet van het sociale tarief voor gas en elektriciteit, en naar alle huishoudends met een belastbaar inkomen tot en met 30.060 euro.
Geheel nieuw is dat er een variante komt met een rentevoet van 1 procent voor niet-commerciële instellingen en coöperatieve vennootschappen. Ook zij zullen via de Energiehuizen aan een Energielening kunnen geraken, waar dat via een bank vaak moeilijk blijkt.