Nieuw samengestelde gezinnen. Families met een familiebedrijf. Kinderloze singles en koppels. Gezinnen met gehandicapte kinderen. Ongehuwde koppels. Maar ook het klassieke gezin met mama, papa en kinderen. Allemaal botsen ze vandaag op de limieten opgelegd door een eeuwenoud erfrecht.
Maar dat verandert binnenkort. Na jaren onderhandelen is er een akkoord over een modernisering van dat erfrecht. ‘De aanpassingen zijn werkelijk revolutionair’, vindt Alain Laurent Verbeke, specialist vermogensplanning aan de KU Leuven en een van de academische adviseurs van de hervorming.
De erfrechten van de kinderen wijzigen drastisch. De mogelijkheden om een erfenis op maat te regelen worden fors uitgebreid. De regels voor schenkingen veranderen om de ongewenste neveneffecten die ze nu vaak veroorzaken te voorkomen. En, het absolute kroonjuweel van de hervorming, het wordt mogelijk om een familiepact te sluiten. Daardoor zal voor wie met al zijn erfgenamen overeenkomt, veel kunnen. We zetten de belangrijkste nieuwigheden op een rij.
Het familiepact
Bij leven een akkoord sluiten met uw erfgenamen over uw erfenis. Het lijkt de eenvoudigste manier om discussies over uw erfenis te voorkomen. Maar het is vandaag gewoonweg niet toegestaan. Want op enkele uitzonderingen na zijn erfovereenkomsten verboden.
Dat verbod wordt versoepeld. ‘Stel dat u een goed schenkt aan een van uw kinderen. Dan kunt u een erfovereenkomst opstellen waarin de andere erfgenamen de waarde van die schenking bevestigen. Zo bent u zeker dat die waarde achteraf niet in twijfel kan worden getrokken’, legt Kamerlid Sarah Smeyers (N-VA) uit. Zij is een van de parlementsleden die het wetsvoorstel dat deze hervorming regelt, heeft uitgewerkt.
Nog revolutionairder dan zulke ‘punctuele erfovereenkomsten’ is ‘de familiale overeenkomst’. Daarmee kunnen ouders met hun kinderen een allesomvattende deal sluiten over hun erfenis. Op voorwaarde dat alle kinderen meetekenen. In de overeenkomst moet ook gemotiveerd worden waarom voor die specifieke verdeling gekozen wordt.
Een familiaal pact sluit een juridische strijd over de erfenis uit, maar garandeert niet noodzakelijk de familiale harmonie.
De mogelijkheden in een familiepact zijn vrijwel oneindig. Nieuw samengestelde gezinnen kunnen regelen dat de stiefkinderen evenveel erven als de kinderen. Er kan worden afgesproken dat de erfenis een generatie overslaat en rechtstreeks naar de kleinkinderen gaat. Zoals in het voorbeeld van de generatiesprong wordt het dus mogelijk kinderen te onterven, als die daar mee instemmen tenminste. Wel vereist is dat ‘er een evenwicht bereikt wordt tussen de gezinsleden op het moment dat de overeenkomst wordt afgesloten. Het betreft een subjectief evenwicht dat door de betrokken partijen zelf beoordeeld wordt en dat in de overeenkomst omschreven moet worden’, geeft Kamerlid Carina Van Cauter (Open VLD) aan. Van Cauter is een van de bezielers van de erfenishervorming.
Dankzij de familiale overeenkomst kunnen ouders gerust zijn dat de kinderen na hun overlijden niet in een juridische strijd over de erfenis verwikkeld raken. Want iedereen weet voor het overlijden waar hij aan toe is. Toch gaat u beter niet al te voortvarend te werk. Erfovereenkomsten zijn bindend. U moet dus absoluut zeker zijn dat wat u vandaag afspreekt, ook in de toekomst nog het meest geschikt zal zijn. Maar het leven evolueert en situaties en wensen veranderen.
Net omdat de afspraken in de erfovereenkomst zo zwaarwichtig en definitief zijn, kunnen ouders en kinderen de erfovereenkomst niet zomaar aan de keukentafel op papier zetten. De notaris krijgt een cruciale rol in dit proces. Hij moet het akkoord in een authentieke akte gieten. Minstens één maand op voorhand moet elke partij het ontwerp van dat akkoord ontvangen, zodat ze voldoende tijd heeft om de inhoud te bestuderen. Elke partij die dat wenst, kan aan de notaris ook een individueel gesprek vragen waarin de notaris uitlegt wat de erfovereenkomst inhoudt en wat de gevolgen exact zijn. De notaris moet de gezinsleden ook informeren dat zij zich elk afzonderlijk verder kunnen laten adviseren, door bijvoorbeeld een andere notaris of een andere advocaat.
Alain Laurent Verbeke is blij dat in die bescherming is voorzien, maar vindt ze te licht. ‘Een maand is kort. Een raadsman inschakelen kost geld. Er is te weinig zekerheid dat iedereen correct kan inschatten waar hij mee instemt. Ook het risico dat een kind onder druk wordt gezet is niet uitgesloten. Kortom, de erfovereenkomst sluit dan wel een juridische strijd over de erfenis uit, ze garandeert niet noodzakelijk de familiale harmonie.’
Meer vrijheid om uw erfenis naar wens te verdelen
Het principe dat bepaalde erfgenamen altijd een minimaal deel uit de erfenis moeten krijgen, blijft bestaan. Maar u zult in de toekomst wel met een groter deel van uw nalatenschap kunnen doen wat u wilt. Dat komt doordat de omvang van de zogenaamde reserve wordt aangepast.
De reserve van de kinderen wordt vastgeklikt op de helft van de nalatenschap. Momenteel varieert de reserve in functie van het aantal kinderen. Is er één kind, dan moet dat minstens de helft erven. Zijn er twee kinderen, dan moet elk kind minstens een derde erven. Zijn er drie of meer kinderen, dan moeten die kinderen samen minstens drie vierde erven. ‘Iedereen die meer dan één kind heeft, krijgt daardoor meer bewegingsvrijheid’, legt Verbeke uit. Bijvoorbeeld om ook zijn stiefkinderen iets na te laten in een testament. Of om een zorg- of gehandicapt kind meer na te laten omdat dat daar meer behoefte aan heeft dan de andere kinderen. Of om een kind dat altijd voor u gezorgd heeft te belonen met een groter deel uit uw erfenis.
De reserve van de ouders van iemand die zelf geen kinderen heeft, verdwijnt. België was nog het enige land waar die reserve bestond. Daardoor kan iemand die feitelijk samenwoont voortaan in een testament zijn hele erfenis nalaten aan zijn partner, zonder zich zorgen te hoeven te maken dat zijn ouders dat testament zullen aanvechten. Maar als de ouders behoeftig zijn, kunnen zij die nalatenschap wel aanspreken. Hun reserve wordt namelijk vervangen door een onderhoudsplicht ter waarde van maximaal een kwart van de nalatenschap.
Ook de langstlevende echtgenoot heeft een reserve. Wat daarmee zal gebeuren, is nog niet beslist. Er wordt namelijk volop onderhandeld over een aanpassing van het huwelijksvermogens- en het relatierecht. De keuzes die daarin gemaakt worden, zullen bepalen in welke mate de reserve van de echtgenoot aangepast wordt. Wel staat vast dat de langstlevende, zoals nu al het geval is, altijd minstens het vruchtgebruik op de gezinswoning moet erven.
Meer zekerheid voor schenkers
Bij leven mag u schenken wat u wil aan wie u wil. Maar bij uw overlijden wordt een soort afrekening gemaakt tussen de erfgenamen (inbreng). Zijn er erfgenamen die door die schenkingen minder krijgen dan hun reserve, dan kunnen ze wat ze te weinig gekregen hebben, alsnog opeisen (inkorting).
Momenteel is er een kluwen aan regels voor die inbreng en inkorting. ‘Dat leidt vaak tot onaangename verrassingen, scheeftrekkingen en zelfs onbedoelde effecten. Een nieuwe uniforme regeling moet al die onbillijkheden de wereld uit helpen, zonder te raken aan de erfrechten van de wettelijke erfgenamen’, legt Kamerlid Sonja Becq van CD&V uit.
De inbreng en de inkorting gebeuren voortaan in waarde, niet meer in natura. Dat biedt de begiftigde de zekerheid dat hij het goed definitief zal kunnen houden. Neem het voorbeeld van een ouder die een woning schonk aan een van zijn kinderen, waarin dat kind vervolgens met zijn gezin is gaan wonen. Vastgoedschenkingen zitten fors in de lift sinds de schenkbelasting op die transacties fors verlaagd is. Blijkt bij het overlijden van de ouder dat de schenking de reserve van de broers en zussen heeft aangetast, dan moet dat kind nu die woning ‘teruggeven’. In de toekomst moet het zijn broers en zussen in cash vergoeden voor wat zij te weinig gekregen hebben.
De waarde van alle schenkingen wordt vervolgens vastgeklikt op een bepaald tijdstip, ongeacht het type schenking. Dat tijdstip wordt de dag van de schenking. Nu geldt voor roerende goederen de dag van de schenking, en voor onroerende goederen de dag van het overlijden. Dat onderscheid kan tot scheeftrekkingen leiden tussen bijvoorbeeld een broer en een zus als de broer een som geld en de zus een vastgoed geschonken kreeg. Zelfs als beide schenkingen op de dag van de schenking dezelfde waarde hadden, is dat niet meer noodzakelijk het geval op de dag van het overlijden.
Om de stijging van de levensduurte sinds de dag van de schenking in rekening te brengen zal de waarde op de dag van de schenking geïndexeerd worden tot aan de dag van het overlijden.
Op dat vaste moment van waardering wordt één uitzondering gemaakt. Schenkingen met voorbehoud van vruchtgebruik worden gewaardeerd op de dag van het overlijden omdat de begiftigde pas op die dag ook alle vruchten van de schenking kan plukken. Het gebeurt echter dat iemand schenkt met voorbehoud van vruchtgebruik, maar nadien aan dat vruchtgebruik verzaakt. Bijvoorbeeld ouders die hun kinderen een verhuurd tweede verblijf schenken. Ze schenken met voorbehoud van vruchtgebruik omdat ze de huurinkomsten nog willen opstrijken. Maar naarmate ze ouder worden, beginnen het onderhoud en het contact met de huurders te wegen. En dus verzaken ze aan dat vruchtgebruik en kunnen hun kinderen die vruchten vanaf die dag opstrijken. In dat geval wordt de waarde van het geschonken goed bepaald op de dag waarop aan het vruchtgebruik werd verzaakt. Die waarde wordt vervolgens geïndexeerd tot aan de dag van het overlijden.
Het uitgangspunt blijft dat ouders die schenken aan hun kinderen op het einde van de rit al hun kinderen gelijk behandelen. Er wordt dan ook verondersteld dat schenkingen aan kinderen beschouwd moeten worden als een ‘voorschot’ op hun erfenis. Maar als iemand bijvoorbeeld aan een broer, zus, tante of partner schenkt, gaat het nieuwe erfrecht ervan uit dat de schenker wel degelijk de bedoeling had die broer, zus, tante of partner meer te geven.
Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) heeft het project gisteren verdedigd op de ministerraad. Het parlement stemt begin 2017 over het wetsvoorstel. Als dat vlot verloopt, kan de wet tegen de zomer van 2017 in werking treden. Wel zou er een voldoende lange overgangsperiode ingebouwd worden en komt er een informatiecampagne zodat dat mensen zich kunnen voorbereiden op de nieuwe regels.