(netto/ds) - 7,2 miljard is het ronde bedrag dat Vlaanderen, Wallonië én Brussel er samen zouden bij inschieten als ons land wordt gesplitst. Dat is tenminste de conclusie van de paper "De kost van niet-België" van Rudy Aernoudt, één van de trekkers van de Belgicistische denktank "België Anders".
Aernoudts eerste conclusie: Wallonië boet bijna 5 miljard euro aan welvaart in, maar ook voor de Vlaamse economie zou de splitsing 1,2 miljard euro kosten. "Het is gemeengoed in Vlaanderen om te zeggen dat we er met een splitsing wel zouden op vooruit gaan, omdat we dan geen transfers meer naar Wallonië zouden moeten betalen. Maar ook voor Vlaanderen kost een splitsing meer dan een status-quo, het behoud van België", luidt het.
Bureaucratie
De voornaamste oorzaak vindt Aernoudt in de groei van de bureaucratie die een splitsing met zich meebrengt. Hij rekent op een efficiëntieverlies van ongeveer 15 procent. "Alleen in Vlaanderen al kwamen er de laatste 7 jaar 40.000 ambtenaren bij, terwijl het federale ambtenarenbestand niet afslankte, integendeel. Ook dat groeide nog met twee percent.", zo klinkt het in De Standaard.
Daarnaast rekent hij dat Vlaanderen om zijn merknaam op de kaart te zetten, ongeveer 1 procent van het bbp zal moeten investeren of 1,75 miljard euro extra.
De cijfers voor de transferten die Aernoudt hanteert, zijn met een korrel zout te nemen. De schatting van 5,4 miljard euro transfers van Vlaanderen naar Brussel en Wallonië (cijfer van de administratie van de Vlaamse Gemeenschap), reduceert hij tot 1,6 miljard. Daarvoor baseert Aernoudt zich op drie correcties in de berekeningswijze die een werkgroep twee jaar geleden aan de Vlaamse regering heeft voorgesteld, maar in de cijfers nooit zijn doorgevoerd.