(netto) – Slechts 8 procent van de werkgevers geeft de voorkeur aan 50-plussers. Voor alle anderen zijn zij paria’s. Hoewel bijna algemeen aanvaard wordt dat ze loyaal zijn en kwalitatief werk afleveren, worden de capaciteiten van 50-plussers niet hoog ingeschat. De werkloosheidscurve eigen aan die leeftijdscategorie vertoont een stijgende tendens. Vijftigplussers hebben 5 keer minder kans om aangeworven te worden dan hun jongere collega’s. Waaraan ligt dat? De publieke opinie wijst met een beschuldigende vinger naar het generatiepact dat zijn doel voorbijschiet. Om wat duidelijkheid in deze kwestie te scheppen, had Netto een gesprek met Bart Buysse, adjunct-directeur van het Sociaal Departement van het Verbond van Belgische Ondernemingen. Het VBO bevestigt dat “er onmiddellijk fundamentele maatregelen moeten genomen worden en dat er nood is aan een nieuw generatiepact.”
Objectivering
“We mogen niet veralgemenen en zeker niet spreken van discriminatie. Er zijn objectieve redenen waarom 50-plussers minder goed in de markt liggen dan jongere werknemers. De loonkost is er daar een van. Het feit dat die hoger is voor 50-plussers is grotendeels te wijten aan ons baremasysteem dat gebaseerd is op de anciënniteit. In sommige landen, zoals in Scandinavië bijvoorbeeld, is de evolutie van de loonkost niet zo erg aan de leeftijd gekoppeld. Die piste is het overwegen waard.”
Dringende maatregelen
“Hoewel de tewerkstellingsgraad van 50-plussers van 30 procent naar 34,5 procent gestegen is, kan België nog steeds geen gelijke tred houden met het gemiddelde van de Europese Unie. En tegen 2010 zou dat percentage 50 procent moeten bedragen. Dat is onmogelijk. Er moeten onmiddellijk dringende maatregelen genomen worden om het hoofd te bieden aan de vergrijzing. Dat wil daarom niet zeggen dat die ook onmiddellijk moeten uitgevoerd worden. We kunnen eventueel in fases werken, maar er moeten wel structurele maatregelen op lange termijn genomen worden.”
Structurele vermindering
“Wij opteren voor een structurele vermindering van de bijdragen. We moeten vermijden met doelgroepen te werken, want dat is te complex. Wij stellen vast dat sommige werkgevers zelfs niet weten welke bijdrage voor welke werknemer ze ontvangen. Wij opteren voor een mutatie van het doelgroepsysteem en streven een structurele en meer efficiënte vermindering na.”
LEES OOK: 8 tips voor werkzoekende 50-plussers
Een nieuw generatiepact
“We hebben lange tijd gedacht dat oudere werknemers vervroegd met pensioen moesten kunnen gaan om plaats te maken voor jongeren. Maar zo werkt dat niet. Jongere en oudere werknemers moeten samen werken. De activiteitsgraad van 50-plussers is slechts licht gestegen, maar er is toch vooruitgang. Het aantal bruggepensioneerden als gevolg van herstructureringen is gedaald. Maar het aantal werknemers met tijdskrediet stijgt aanzienlijk, terwijl er niet meer mensen met pensioen gaan. De mensen willen minder werken maar niet langer. In sommige landen is de wettelijke pensioenleeftijd flexibel. Hoe later men daar met pensioen gaat, hoe hoger het pensioen. We moeten de werkelijke pensioenleeftijd optrekken. De combinatie van korte loopbanen met ons sociaal zekerheidssysteem is niet houdbaar meer. Het pact voorzag 56 specifieke maatregelen voor 50-plussers. Als we de resultaten bekijken in functie van de nog te realiseren uitdagingen, gaan we er niet komen. Het pact was een stap in de goede richting, maar de inspanningen blijven onvoldoende. We moeten veel meer mensen aan het werk zetten en ze ook langer aan het werk houden. Maar zodra we hier voorstellen om de pensioenleeftijd te verhogen of de mogelijkheden om vervroegd met pensioen te gaan te beperken, lokt dat meteen een storm van protest uit. In het buitenland wordt dat algemeen door de bevolking aanvaard en leidt dat niet tot een sociaal drama.”
Herziening van de (brug)pensioenen
“We zouden de mogelijkheid om met brugpensioen te gaan gewoon moeten afschaffen. Het verhogen van de algemene pensioenleeftijd biedt de werkgevers meer zekerheid wanneer ze in een werknemer investeren. We moeten ook de berekening van de pensioenen, de gelijkstelling en het bonus-malussysteem herzien. Het Belgische pensioensysteem rust op 3 pijlers. We kunnen ons de vraag stellen of we moeten verdelen of net investeren in een van die pijlers. De werkelijke loopbanen zijn veel te kort. De jaren van inactiviteit nemen toe terwijl de activiteitsjaren afnemen. Het is dus op dat vlak dat er moet worden ingegrepen. Want voor een actieve 50-plusser zijn er slechts twee jongere personen die tot het systeem bijdragen.”
Begeleidingscel
“Zodra er sprake is van een collectief ontslag, voorziet het pact om de leeftijdsgrens voor brugpensioen te verlagen tot 50 of 52 jaar. Er moet dan een tewerkstellingscel worden opgericht om alle ‘oudere’ werknemers te begeleiden bij hun zoektocht naar een nieuwe job. In het relanceplan tegen de crisis werd het systeem veralgemeend. Het ontmoedigen van het ontslag van 50-plussers is volledig verdwenen. We moeten alles opnieuw moeten evalueren. Daarnaast nodigt de dienst Dispo van de RVA langdurig werklozen uit op een onderhoud waarbij hun inspanningen om een nieuwe job te vinden, worden geëvalueerd. Maar die dienst was nooit toegankelijk voor 50-plussers terwijl zij toch veruit de grootste hap uit het budget van de RVA nemen. Als 50-plussers vroeger worden opgevolgd, zullen de gewestelijke diensten ertoe aangezet worden ook specifieke hulp te bieden.”