We moeten er geen doekjes om winden. Een bedrijfswagen is een aantrekkelijk voordeel. Wie zelf geen auto moet kopen, spaart algauw enkele tienduizenden euro’s uit. Het overgrote deel van de personeelsleden met een bedrijfswagen kan bovendien onbeperkt tanken op kosten van de werkgever. En dan hebben we het nog niet over de onderhoudskosten, de vervanging van de banden of de verzekeringspremies.
Bovendien kunnen werknemers met een bedrijfswagen hun loon optimaliseren. Op een bedrijfswagen zijn immers geen socialezekerheidsbijdragen verschuldigd. De bedrijfswagen biedt voorts de mogelijkheid om de kinderen naar school te brengen of na de werkuren snel nog wat inkopen te doen. Kortom, met een bedrijfswagen hebt u veel te winnen.
De belasting die de werknemer betaalt in ruil voor dat voordeel van alle aard ligt flink onder het budget dat hij moet uitgeven als hij zelf een voertuig moet kopen en onderhouden.
Ondanks al die voordelen heeft een aantal werknemers geen zin meer om de dagelijkse files rond de grote centrumsteden te trotseren. Ze geven de voorkeur aan de trein, eventueel in combinatie met een bedrijfsfiets. Op de trein kunt u - vertraging of niet - nog wat lezen of alvast de e-mails bekijken. En als u op zomerse dagen ’s avonds fietsend huiswaarts keert, spaart u misschien een abonnement voor de fitnesszaal uit.
Wat zijn dan de gevolgen voor het nettoloon?
Eerst moet u zich afvragen of de werkgever bereid is een alternatief voor de bedrijfswagen aan te bieden. Veel bedrijfsleiders staan daar niet voor te trappelen. Dat heeft alles te maken met de complexiteit van de regelgeving. Als een werknemer dan verzaakt aan een bedrijfswagen boet hij met andere woorden loon in.
Is de werkgever wel bereid om in plaats van een bedrijfswagen een (elektrische) bedrijfsfiets ter beschikking te stellen, dan wordt het financiële plaatje voor de werknemer aantrekkelijk. Op een bedrijfsfiets zijn nauwelijks socialezekerheidsbijdragen verschuldigd. En de werknemer moet er - in tegenstelling tot een bedrijfswagen - ook geen belasting op betalen, zodat zijn nettoloon zal stijgen’, zegt Kathelijne Verboomen van SD Worx. Bovendien kan de werkgever de woon-werkverplaatsingen met de bedrijfsfiets vergoeden met een sociaal en fiscaal vrijgestelde vergoeding van 0,22 euro per werkelijk afgelegde kilometer.
Het voordeel voor de werknemer wordt nog groter als de werkgever de kosten van het openbaar vervoer zoals tram, trein of bus rechtstreeks op zich neemt. Ook die bijdrage is vrijgesteld van fiscale en sociale lasten wanneer de werknemer zijn werkelijke beroepskosten niet bewijst.
Als de werknemer bereid is het voordeel van een bedrijfswagen op te geven, heeft hij alleen maar te winnen bij zo’n trein-fietscombinatie.