Ouders die hun kind van jongs af aan leren sparen, vergroten met 16 procent de kans dat hun kind dat als volwassene ook effectief doet. Het gespaarde bedrag neemt met 30 procent toe.
Dat tonen Alessandro Bucciol en Marcella Veronesi van de universiteit van Verona aan in een studie die later dit jaar verschijnt in vaktijdschrift Journal of Economic Psychology. De vorsers gebruikten voor hun onderzoek enquêtedata (2000-2012) over gezinnen van De Nederlandsche Bank.
Tot nu was het niet duidelijk of het aangeleerde sparen ook op latere leeftijd blijft hangen. Ouders blijken het beste resultaat te halen via een combinatie van prikkels. Van de leeftijd van 8 tot 12 jaar geven ze zakgeld en houden ze in de gaten hoe hun spruit dat besteedt. In de daaropvolgende vier jaar geven ze hun kind bijkomend spaaradvies.
De studie moet de oren van beleidsmakers doen spitsen, omdat de conclusies een besparing op de overheidsfinanciën kunnen betekenen. Wie meer spaargeld heeft opgebouwd, moet minder snel een beroep doen op sociale vangnetten zoals het leefloon, merken Bucciol en Veronesi op.
Daarvoor is wel financiële geletterdheid nodig, niet het minst bij de ouders. ‘Het is niet alleen belangrijk dat kinderen leren omgaan met geld, maar ook dat de ouders daarin betrokken worden’, stellen de academici. ‘Een mogelijkheid is om hen via seminaries en workshops meer te leren over financiële beslissingen, en hoe ze met hun kinderen beter over geld kunnen praten.’