Na jaren juridische onzekerheid heeft de regering-Di Rupo de knoop doorgehakt over wat gebeurt met de groeps- en levensverzekering bij een echtscheiding.
Volgens de wet op de landverzekeringsovereenkomst behoort een groeps- of levensverzekering toe aan de begunstigde, zelfs als de verzekering opgebouwd werd met (beperkte) premies uit het gemeenschappelijk vermogen. Binnen een huwelijk onder wettelijk stelsel betekent dit dus dat het vermogen dat door middel van deze verzekeringen werd opgebouwd, niet tot het gemeenschappelijk vermogen behoort.
Het Grondwettelijk Hof en het Hof van Cassatie verklaarden deze regeling ongrondwettelijk, waardoor een wetswijziging zich opdrong. ‘De uitspraken van de hoogste gerechtshoven dienden te worden bijgetreden, maar leidden tot problemen in de praktijk. In sommige gevallen moest de man de helft van zijn groepsverzekeringskapitaal opgebouwd tijdens het huwelijk uitbetalen aan zijn vrouw, terwijl hij zelf nog jaren op het geld moest wachten’, zegt Charlotte Declerck van het advocatenkantoor Tiberghien.
De regering-Di Rupo maakt nu korte metten met die juridische onzekerheid. Voor de groepsverzekering bepaalt de nieuwe wet dat die toebehoort aan degene die ervoor heeft gewerkt. ‘Bij een echtscheiding die gebeurt vóór de uitkering van het kapitaal, wordt het groepsverzekeringskapitaal dus niet verdeeld’, zegt Charlotte Declerck.
Belangrijk is dat rekening kan worden gehouden met de groepsverzekering voor de berekening van het onderhoudsgeld tussen ex-echtgenoten. ‘Dat is het geval als een partner minder heeft gewerkt omdat hij of zij meer gezinstaken heeft opgenomen. In dat geval zal de rechter, of het paar zelf, een compensatie uitwerken voor de partner die minder pensioenrechten heeft kunnen opbouwen’, zegt minister van Justitie Annemie Turtelboom. Door de compensatie via het onderhoudsgeld te regelen, loopt de partner die moet uitbetalen ook geen gevaar meteen een te groot bedrag te moeten neertellen.
Voor de individuele levensverzekering gelden voortaan drie mogelijke situaties die afhankelijk zijn van het doel dat beoogd werd met de verzekering. Als de verzekering werd genomen om een andere persoon te beschermen, dan is het geld enkel voor die begunstigde op het ogenblik van de uitkering. Als de verzekeringnemer zichzelf wilde veiligstellen, dan is het geld voor hem. Er zal wel een vergoeding verschuldigd zijn aan het gemeenschappelijk vermogen in de mate dat de premies werden betaald met gemeenschapsgeld. Als de verzekering werd afgesloten om een pensioenspaarpot op te bouwen, dan is het opgebouwde kapitaal voor beiden. ‘Dat is immers spaargeld, en dat zal tussen hen verdeeld worden, ook als ze scheiden vooraleer de verzekeringsuitkering uitbetaald wordt’, zegt minister Turtelboom.
De nieuwe regeling komt bovenop het echtscheidingspensioen dat blijft bestaan. Dat wettelijk pensioen wordt uitbetaald aan de ex-partner die niet gewerkt heeft en wordt bepaald op basis van de verdiensten van de voormalige echtgenoot. De toepassing van dat echtscheidingspensioen is echter beperkt en geldt bijvoorbeeld niet voor ambtenaren.