‘Er zijn dingen gebeurd die men voor onmogelijk hield'
‘Het beter doen dan mij’, grapt ING-baas Erik Dralans op de vraag wat de grootste uitdaging wordt voor zijn opvolger. Maar de echte uitdaging ligt volgens Dralans in de enorme generatiewisseling die er bij de bank zit aan te komen. Een gesprek over de nieuwe generatie, bankieren en de financiële, politieke en schuldencrisis.
Erik Dralans vertrekt dinsdag met pensioen. Voor de buitenwacht komt zijn vertrek onverwacht, na amper vier jaar ING België te hebben geleid. Met zijn opvolger, Ralf Hamers, komt voor het eerst een Nederlander aan het roer bij ING België.
Dralans leidde zijn bank in volle financiële crisis. De val van de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers, op 15 september 2008 is het meest blijven hangen. ‘Je mag aan elke bankier vragen waar hij die avond was. Hij zal je het perfect kunnen uitleggen, want dat vergeet je niet, vertelt Dralans.
‘Wij zaten in Wenen op de Sibos-conferentie over betaalverkeer op een groot diner. Rond een uur of acht zag je een heleboel mensen naar hun gsm grijpen en de zaal verlaten. Sommigen kwamen terug, anderen niet. Wat later was de helft van de zaal leeg omdat iedereen teruggeroepen werd naar zijn hoofdkantoor of in zijn hotel druk aan het telefoneren was.’
‘Dat zijn momenten die je nooit vergeet. Dat is het moment waarop je beseft: nu zitten we er echt in. En dat bleek ook: de weken erna was het een echt dominospel, ook bij de Belgische banken.’
Na slechts vier jaar aan het hoofd van ING België komt uw vertrek als een verrassing. Vanwaar die beslissing?
Erik Dralans: ‘Ik heb steeds gezegd dat ik op 62 jaar met pensioen zou vertrekken, na een carrière van 40 jaar. Dat is dus in 2011. Mijn opvolger was vanaf 1 januari beschikbaar en gezien zijn ervaring is twee maanden van overlap meer dan voldoende.’
Anders dan uw voorganger Luc Vandewalle schuift u niet door naar de raad van bestuur. Heeft u uw buik vol van de banksector?
Dralans: ‘Neen. Het is gewoon mijn visie dat je als bestuurder voldoende afstand moet kunnen nemen. Als je als oud-CEO dadelijk bestuurder wordt, is het moeilijk voldoende objectief te zijn omdat de prestatie van de bank voor een groot deel nog het gevolg is van je eigen beslissingen. Daarom doe ik dat niet.’
Wat gaat u nu doen ?
Dralans: ‘Eerst en vooral hoop ik vanaf 1 maart greep te krijgen op mijn eigen agenda. Ten tweede heeft ING me gevraagd bestuurder te blijven bij Euroclear en Equens. En ik ga enkele andere mandaten aanvaarden. Ik hoop de nodige tijd te hebben om te reizen. Mijn eerste reisje is al gepland, naar Rome.’
U heeft uw bank geleid in volle financiële crisis. Hoe is het ooit zo verkeerd kunnen lopen?
Dralans: ‘Het is vooral de kracht van de crisis die verrast heeft. Er zijn dingen gebeurd die men voor onmogelijk hield, zoals het totaal verdwijnen van de liquiditeit in sommige markten. Geen enkel risicomodel hield met zo’n scenario rekening. Maar het onwaarschijnlijke is gebeurd. Zo hield men het ook voor onmogelijk dat een bank zoals Lehman Brothers over de kop zou gaan. Tot dat op 15 september 2008 toch gebeurde.’
In welke mate treft de bankiers schuld?
Dralans: ‘Er is duidelijk een inschattingsfout geweest bij de banken over de werking van de markt. Voor mij zijn de IFRS-boekhoudregels, die verplichten de producten aan marktwaarde te waarderen, op zich niet de oorzaak van de crisis. Maar ze hebben wel een multiplicatoreffect gecreëerd.’
ING mag van Europa geen overnames doen zolang de staatssteun niet terugbetaald is. Hoe frustrerend was dat voor u?
Dralans : ‘De markt biedt vandaag een aantal mogelijkheden en wij kunnen inderdaad niet meedoen aan die overnamestrijd. Ik kan daarover teleurgesteld en gefrustreerd zijn, maar dat helpt niet veel, hé. Het is vooral belangrijk dat de steun terugbetaald wordt (wat ING zo snel mogelijk wil doen, red.). Als wij dan een kans hebben om ons in België te versterken, zullen we dat doen.’
Over welke realisatie bent u het meest trots ?
Dralans: ‘Op de laatste! Wat me het meeste plezier doet, is dat ik ING België sinds 2007 heb kunnen leiden en dat we er - ondanks de crisis - in geslaagd zijn de bank verder te doen groeien.’
Wat was de moeilijkste beslissing van uw carrière ?
Dralans: ‘Terwijl België goed draaide, hebben we toch maatregelen moeten treffen om de kosten terug te dringen. Omdat we moesten deelnemen aan de groepsinspanning. Dat was niet gemakkelijk uit te leggen.’
ING moet zijn verzekeringstak afstoten. In België is die fel vervlochten met de bank. Is daar al een oplossing voor ?
Dralans: ‘Er is een akkoord met Europa dat de verzekeringen afgestoten moeten worden. Het klopt dat het bank-verzekeringsmodel in België het meest is uitgewerkt. En daarom is het uit elkaar halen zo moeilijk. Ons dilemma is dus: hoe kunnen we voldoen aan de Europese eis en er tegelijk voor zorgen dat we een pakket verzekeringsproducten behouden dat commercieel interessant is. Alle opties worden nog onderzocht.’
U heeft ING verder uitgebouwd als internetbank in België. Is de uitdaging nu niet weer meer mensen naar de kantoren te lokken ?
Dralans:‘Inderdaad. We hebben vastgesteld dat er minder volk naar de agentschappen kwam. We hebben er daarom voor gezorgd dat de kantoren weer aantrekkelijker werden en dat de dienstverlening aangepast werd aan de behoeften van de cliënten. Het kantoorpersoneel kan zich toeleggen op advies en verkoop. Daarnaast kan de cliënt nu via internet een afspraak regelen in het kantoor en dat werkt zeer goed. We weten dat de cliënt op een bepaald moment een fysiek contact nodig heeft.’
Waar ligt volgens u de grens aan de groei van een onlinebank?
Dralans: ‘Producten die via internet verkocht worden, moeten eenvoudig, transparant en in weinig stappen verkoopbaar zijn. Complexe producten, zoals een hypotheeklening of een belegging, zonder uitleg verkopen, is moeilijk.’
Gaan we over 20 jaar nog steeds die mengeling van kantoren en internet hebben ?
Dralans: ‘Het gaat blijven evolueren. De cliënt wil kiezen waar, hoe en via welk toestel hij met zijn bank werkt. Dat kan via een bankkantoor, een supermarkt of een garage, maar ook via pc, iPad of iPod. Op een bepaald moment zal men zich misschien moeten afvragen of België nog 2.000 of 3.000 bankkantoren nodig heeft.’
Wat wordt de grootste uitdaging voor uw opvolger ?
Dralans: ‘Zijn belangrijkste taak wordt het uitvoeren van het nieuwe vijfjarenplan. Een essentieel onderdeel daarvan zal zich afspelen op personeelsvlak. De babyboomers gaan met pensioen, wat betekent dat we in volle generatiewisseling zitten. En die nieuwe generatie heeft andere verwachtingen en ambities. Dat is volgens mij een grote uitdaging.’
Is de schok dan groter dan bij de vorige generaties ?
Dralans: ‘Absoluut. De jongeren hebben een andere visie op hun carrière. Zij zijn veeleisender, willen flexibiliteit, evenwicht tussen werk en privé, ze vragen vorming en zijn onafhankelijker. Dat betekent dat het management de zaken totaal anders moet aanpakken. Die mensen willen gecoacht in plaats van geleid worden, ze vragen continue feedback en willen regelmatig van jobinhoud kunnen veranderen. Het management zal zich daaraan moeten aanpassen, want de jongeren zullen zich niet aanpassen. En binnen 4 of 5 jaar zullen zij de helft van ons personeelsbestand uitmaken.’
Zijn er in uw carrière zaken die u achteraf gezien anders zou gedaan hebben ?
Dralans: ‘Je leert uit je fouten. Ik kan nog steeds de dag noemen waarop ik vernam dat een van m’n kredietdossiers verkeerd was gelopen. Dat zijn momenten die je nooit vergeet. Een bankier die nooit eens een slecht kredietdossier heeft gehad, is geen echte bankier. Want dat betekent dat hij geen risico heeft genomen en het metier bestaat toch uit het nemen van een zekere mate van risico. De vraag is wat je leert uit een slecht dossier.’
Een van uw ongelukkige beslissingen, was toch het beperken van geldafhalingen voor 65-plussers.
Dralans: ‘Dat is echt een situatie waarin je de goede bedoeling hebt, maar die onhandig uitwerkt. We hadden een goede analyse van het probleem (dat 65-plussers het vaakst slachtoffer zijn van kaartfraude, red.), maar hebben we er de verkeerde oplossing op geplakt. En vooral onderschat hoe een deel van de bevolking zou reageren. We hebben die maatregel dan ook ingetrokken.’
Hoe kijkt u aan tegen de politieke situatie in België ? Spreekt Amsterdam u daarop aan?
Dralans : ‘Het is heel moeilijk uit te leggen aan buitenlanders. Het probleem moet worden opgelost. En dat begint met een begroting, die zekerheid geeft aan de buitenwereld dat het land budgettair niet gaat ontsporen. Het grote risico is natuurlijk de schuldencrisis. De situatie van België is totaal verschillend van andere landen, maar we mogen het niet te ver laten komen.’
Hoe ziet u de schuldencrisis aflopen ?
Dralans : ‘De komende vier, vijf weken zijn cruciaal voor het oplossen van de schuldencrisis. Men verwacht dat er tegen eind maart een Europese beslissing komt over een structurele oplossing op lange termijn die voor de nodige rust kan zorgen. Het moet een ambitieuze en realistische oplossing zijn die door de markt aanvaard wordt. Het gaat dus niet louter om het optrekken van het Europese reddingsfonds van x naar y, maar ook om de voorwaarden. Wat gebeurt bijvoorbeeld wanneer een land zich niet aan de regels houdt? Er moet een totaaloplossing komen. Zoniet dreigen er zware problemen. Want kort daarna komen er stresstests voor de banken, die beïnvloed zullen worden door wat beslist wordt over het reddingsfonds.’
Meest gelezen
- 1 Faillissement voor Lunch Garden en gedeeltelijke overname door CIM Capital
- 2 Nieuwe supernota van formateur De Wever valt niet overal even goed
- 3 Drie redenen waarom een bankgift toch nog het overwegen waard is
- 4 Ligt de toekomst van Polestar bij Volvo Car in Gent?
- 5 Voetbalclub Antwerp boekt verlies van 12 miljoen euro, eigenaar Gheysens springt bij met nieuwe miljoenen