Indaver plant recyclagefabriek van kwart miljard euro, maar waar?
De Antwerpse afvalverwerker Indaver plant een investering van 250 miljoen euro in een nieuwe recyclagefabriek voor kunststoffen, de grootste ter wereld in zijn soort. ‘Maar het is nu moeilijk voor Antwerpen te kiezen. Ik wil niet in een situatie zoals Ineos terechtkomen’, zegt CEO Paul De Bruycker.
Als alles volgens plan verloopt, start de Antwerpse afvalverwerker Indaver in het eerste kwartaal van volgend jaar zijn installatie Plastics2Chemicals op. Het bedrijf zal er de kunststof polystyreen - van onder andere yoghurtpotjes, vleesschaaltjes en piepschuim - via een nieuw procedé chemisch recycleren en opbreken in zijn basiscomponenten, waar bedrijven opnieuw mee aan de slag kunnen. Indaver werkte zeven jaar om de technologie op orde te krijgen. Het scoort daarmee in Antwerpen een wereldwijde primeur, goed voor een investering van 145 miljoen euro.
Het bedrijf pioniert ook op een ander front in de recyclage-industrie. Via een chemisch procedé wil het polyethyleen en polypropyleen verwerken tot nafta, de basisgrondstof voor de petrochemische industrie. Daarmee zou Indaver een duurzaam alternatief bieden voor de nafta, die nu van klassieke olieraffinaderijen komt.
- Indaver heeft plannen om 250 miljoen euro te investeren om polyethyleen en polypropyleen te recycleren tot nafta. Of die fabriek in Antwerpen komt, is onduidelijk wegens de stikstofproblematiek.
- Het bedrijf heeft een investeringsprogramma lopen van 1 miljard euro in onder meer België en het VK. Tegen 2026 mikt het op een verdubbeling van de ebitda tot 300 miljoen euro.
- Indaver haalde 755 miljoen euro omzet en 165 miljoen euro brutobedrijfswinst in 2022. Voor 2023 rekent het op minstens 10 procent groei.
Het concept wordt vanaf volgend jaar op kleine schaal getest in een pilootfabriek in Antwerpen. Indaver is klaar om 250 miljoen euro te investeren om dat ook op grote schaal te doen. ‘Dat zou met een tonnage van minstens 100.000 ton meteen de grootste fabriek ter wereld in haar soort zijn’, zegt Paul De Bruycker, de CEO van Indaver.
Waar die recyclagefabriek komt, is nog niet duidelijk. Of Indaver voor Antwerpen kiest, is verre van zeker. ‘Als Vlaams bedrijf heeft Antwerpen onze voorkeur. We willen hier graag onze rol blijven spelen, maar in de huidige omstandigheden is het heel moeilijk voor Antwerpen te kiezen. Als ik eerlijk ben, durf ik zo’n vergunningsdossier vandaag niet in te dienen. Ik wil niet in een situatie zoals Ineos terechtkomen’, zegt De Bruycker, die verwijst naar de miljardeninvestering van het Britse bedrijf in Antwerpen waarvan de toekomst door vergunningsperikelen onzeker is.
Veel regio’s trekken aan onze mouw met subsidiepotten, onder meer in Duitsland en Frankrijk. Dat speelt mee. En Vlaanderen kan daarin niet volgen.
‘Antwerpen is een goede locatie, midden in de chemische cluster, met goede kennisinstellingen. Vlaanderen heeft die klassieke troeven in het verleden goed uitgespeeld. Dat heeft veel investeringen aangetrokken, maar ik zie dat we sterk teruggevallen zijn, vooral door de stikstof- en de vergunningenproblematiek. Niet alleen is de doorlooptijd van een vergunningsaanvraag onvoorspelbaar geworden, het is ook onzeker of en tegen welke voorwaarden een vergunning wordt afgeleverd.’
De Bruycker erkent dat het recente stikstofakkoord een ‘stap in de goede richting' is, maar klinkt voorzichtig over de afloop. ‘We zullen zien hoe het verder wordt aangepakt, uitgewerkt en geïmplementeerd. Er is nog tijd, maar niet veel. We willen in de komende zes tot acht maanden een beslissing nemen over de locatie. Veel regio’s trekken aan onze mouw met subsidiepotten, onder meer in Duitsland en Frankrijk. Ik vind subsidies niet de beste manier van werken, maar het speelt mee. En Vlaanderen kan daarin niet volgen.’
Investeringsgolf
Volgens De Bruycker heeft de Vlaamse chemiesector - en de Vlaamse industrie in het algemeen - investeringen zoals die van Indaver nodig. ‘We staan in Europa voor een grote golf van investeringen om onze industriële infrastructuur klaar te maken voor een klimaatneutrale en circulaire toekomst. Er komen veel nieuwe installaties bij om de oude industrie te vervangen. Maar ik heb het gevoel dat Vlaanderen die trein aan het missen is. De toekomstige generatie zal dat betalen met welvaartsverlies. Ik hou hier geen pleidooi om niet meer te investeren in natuurbehoud, maar een pleidooi voor rechtszekerheid en realisme. Ik zie dat soms een te eenzijdige focus op natuur en leefmilieu ligt. Het evenwicht met het belang van een gezonde economie is wat weg.’
Sinds de komst van Fernand Huts werd geld vrijgemaakt en zijn we onze troeven voluit beginnen uit te spelen.
Terwijl Indaver wacht op uitsluitsel, zit het niet stil. ‘We zijn bezig met een investeringsprogramma van 1 miljard euro’, zegt De Bruycker.
Indaver zag in de jaren 80 onder impuls van de Vlaamse overheid het levenslicht met een site om afval van de lokale, chemische bedrijven te verwerken. Het is nu een van de grootste spelers in Europa voor de behandeling van gevaarlijk afval. Maar het doet meer dan dat. In Doel onder andere verbrandt het op grote schaal huishoudelijk restafval voor de productie van elektriciteit.
Luchtmachtbasis
In 2015 kwam alles in een stroomversnelling. Toen nam Fernand Huts, de eigenaar van Katoen Natie, het bedrijf over van het Nederlandse energiebedrijf Delta. ‘In het verleden zijn we gegroeid, ondanks onze aandeelhouders. Maar met Huts werd geld vrijgemaakt en begonnen we onze troeven voluit uit te spelen’, zegt De Bruycker.
Indaver bouwde in Willebroek een recyclagecentrum voor pmd-afval. In Antwerpen is E-Wood, dat houtafval omzet in energie, net opgestart. In Gent werkt het samen met het bouwbedrijf Besix aan een slibverwerkingsinstallatie. De twee gaan er in opdracht van Aquafin energie - en later mogelijk ook fosfor - winnen uit het afvalwater van 4 miljoen Vlamingen.
‘En we zijn internationaal gegaan. We zijn een sterk Europees bedrijf geworden’, klinkt het. In het Schotse Aberdeen startte Indaver onlangs een afvalverbrandingscentrale op, het eerste dergelijke project buiten België. En er zijn er meer op komst, onder meer in de Noord-Ierse hoofdstad Belfast en op een voormalige luchtmachtbasis in het Engelse graafschap Essex.
Al die projecten zullen normaal tegen eind 2026 operationeel zijn. ‘Dat moet ons in staat stellen de ebitda (de brutobedrijfswinst, red.) tegen dan te verdubbelen tot 300 miljoen euro’, zegt De Bruycker.
Vorig jaar haalde het bedrijf 755 miljoen euro omzet en 165 miljoen euro brutobedrijfswinst. Ook dit en volgend jaar rekent De Bruycker op een groei van minstens 10 procent. ‘Ondanks de moeilijke marktomstandigheden’, zegt hij. ‘De energieprijzen zullen lager blijven dan de voorbije jaren, wat natuurlijk nog altijd hoger is dan het historisch gemiddelde. Dat weegt op onze inkomsten, net als de lagere materiaalprijzen. We halen ijzer en non-ferrometalen uit afval, en dat brengt minder op nu.’
Daarbovenop komen nog de extra kosten die Indaver moet dragen om pfas (forever chemicals) uit het afvalwater te zuiveren. ‘De strengere normen kosten ons zeker 10 miljoen euro extra per jaar’, zegt De Bruycker.
Het bedrijf verwerkt in Antwerpen een paar duizend ton pfas-afval. Dat komt van saneringen of van de chemiefabriek van Chemours in Dordrecht. ‘We krijgen in Vlaanderen normen opgelegd die bijna onder de drinkwaternorm liggen. We spreken nog over een paar grammen. Het zijn die laatste grammen die peperduur zijn. Strengere normen zijn zeker gelegitimeerd, maar we vragen een wetenschappelijk onderbouwde en gedifferentieerde aanpak van de verschillende pfas-componenten. Nu worden ze allemaal over dezelfde kam geschoren.’
Meest gelezen
- 1 Audi zet werknemers fabriek Vorst thuis zonder loon
- 2 Van villa's tot penthouse: zowat al het vastgoed van familie Gheysens staat te koop
- 3 Veiligheidsdiensten: 'Grootste dreiging voor wereldorde sinds einde Koude Oorlog'
- 4 Draagbare zonnepanelen mogen straks gewoon in het stopcontact
- 5 De strijd om Gentse grond: ‘We willen niemand koeioneren. Maar als het moet, moet het’