De N-VA zit gewrongen met de gefaalde staat
De N-VA kan niet proberen te cashen met goed bestuur én tegelijkertijd de kiezer inpeperen dat België een mislukte staat is die vierkant draait.
Door Bart Maddens, politicoloog aan de KU Leuven
Op elke staatshervorming volgt er een soort honeymoonfase. Eventjes leven de politici op een roze wolk. Het Belgische mirakel heeft zich opnieuw voltrokken: er is na jaren van moeizaam onderhandelen een eerbaar institutioneel compromis bereikt. België kan eens te meer model staan voor Europa. De wereld kan zich opnieuw vol bewondering vergapen aan onze institutionele spitstechnologie. En als dat niet spontaan gebeurt, dan wordt er een institutionele missionaris op pad gestuurd om de blijde boodschap te verkondigen, zoals Jos Geysels in de paarse periode.
Vroeg of laat volgt een pijnlijke ontnuchtering. Een ‘Welcome to the desert of the real’-moment
Maar vroeg of laat volgt een pijnlijke ontnuchtering. Een ‘Welcome to the desert of the real’-moment. Dat is het eerste wat Neo, het hoofdpersonage uit de sf-film The Matrix (1999), te horen krijgt als hij brutaal wordt weggerukt uit zijn comfortabele virtuele wereld. Net zoals de buitenlandse media ons de voorbije weken ruw met de harde realiteit hebben geconfronteerd.
België is helemaal geen lichtend voorbeeld voor de wereld. Het is een gefaalde staat, die zijn zaakjes niet op orde krijgt wegens de byzantijnse complexiteit van zijn instellingen. Het is een institutionele vuilnisbelt. Een land dat er niet in slaagt om in de hoofdstad een gecoördineerd veiligheidsbeleid te voeren. Een land waar het klimaatbeleid is versnipperd over vier ministers die nu al zes jaar lang vechtend over de vloer rollen.
K3-ballonnetje
In tegenstelling tot Neo vermoeden de burgers al langer dat er een troosteloze werkelijkheid schuilgaat achter het idyllische beeld dat de politici ons voorhouden. Het rozige K3-ballonnetje van de zesde staatshervorming werd al veel eerder doorprikt. Tijdens het voorbije jaar rolden we van het ene institutionele dispuut in het andere.
Wie is bevoegd voor de indexering van de huur? Wie beslist over de kinderbijslagen voor vluchtelingen? Wie geraakt nog wijs uit de financieringswet? Eén enkele ambtenaar op Financiën, zo blijkt, maar die laat helaas soms steken vallen. De zesde staatshervorming was een hallucinant kluwen van halfslachtige bevoegdheidsoverdrachten. Het resultaat is dat niemand nog weet wie voor wat verantwoordelijk is.
Jan Jambon en Theo Francken lijken electorale goudhaantjes te worden. Maar de perceptie dat Geert Bourgeois om communautaire redenen de klimaatonderhandelingen doel- bewust heeft gesaboteerd, dreigt dat te doorkruisen.
De lofzangen op de zesde staatshervorming waren al stilgevallen lang voordat de wereldpers ons ontmaskerde als een gefaalde staat en een klimaatfossiel. En bij nader inzien hebben die lofzangen nooit echt luid geklonken. Zeker niet zo luid als bij vorige gelegenheden. Ook de politici van de meerderheid leken van meet af aan te beseffen dat ze de boel dit keer zo complex hadden gemaakt dat de grens van het werkbare was overschreden.
Vandaag ontkent niemand nog dat we in een institutionele woestijn zijn beland. Maar hoe geraken we eruit? In het enigszins patriottische sfeertje dat is ontstaan door de terreurdreiging gedijt het neo-unitaire discours goed in de media. Er moet een normenhiërarchie komen, met een sterk centraal gezag, zegt men. We moeten bevoegdheden durven te herfederaliseren.
Maar hebben we al die zaken dan niet net gesplitst omdat we ze niet geregeld kregen op het federale niveau? En komt dat niet omdat er in dit land met twee verschillende publieke opinies geen maatschappelijk draagvlak meer bestaat voor een federaal beleid? Enkel een confederaal model kan opnieuw institutionele klaarheid scheppen, argumenteren de Vlaams-nationalisten.
Paradox
Het ziet er echter niet naar uit dat we die knoop snel moeten doorhakken. En dat is nu net de paradox. De degout over ons institutionele model is wellicht nog nooit zo groot geweest, zowel in België zelf als daarbuiten. Maar tegelijkertijd worden de opinievorming en de politieke discussie daarover kunstmatig bevroren. We beleven de meest extreme periode van communautaire stilstand in vijftig jaar. Alleen al suggereren dat de zes politiezones in Brussel het best worden samengevoegd is streng verboden in de regering-Michel.
Die communautaire omerta leidt ertoe dat het institutionele debat ondanks alles niet echt leeft in de publieke opinie. Zeker, er is een latent besef dat onze instellingen een knoeiboel zijn. Het debat over de gefaalde staat heeft dat de jongste weken wat geactiveerd. Maar de partij voor wie dat gefundenes Fressen zou moeten zijn, zit gewrongen. Ze kan dat niet ten volle oppoken en uitbuiten.
De partij voor wie het debat over de gefaalde staat gefundenes Fressen zou moeten zijn, zit gewrongen. Ze kan dat niet ten volle oppoken en uitbuiten
Want de N-VA hoopt de volgende verkiezingen te kunnen winnen door zich te profileren als een verantwoordelijke en daadkrachtige beleidspartij. Jan Jambon en Theo Francken lijken inderdaad goed op weg om electorale goudhaantjes te worden. Maar de perceptie dat Geert Bourgeois de klimaatonderhandelingen om communautaire redenen doelbewust heeft gesaboteerd, dreigt die strategie te doorkruisen. Geen wonder dat de partij nu zo haar best doet om dat beeld te corrigeren.
De N-VA kan moeilijk proberen te cashen met goed bestuur én tegelijkertijd de kiezer inpeperen dat België een mislukte staat is die vierkant draait. Als ze dat eerste wil realiseren, dan moet ze dat tweede verdoezelen en daardoor ook, paradoxaal genoeg, de gefaalde staat bestendigen.