Eindelijk wordt Afrika positief belicht
Dat er een Europees investeringsfonds van 44 miljard euro komt voor Afrika is belangrijk en goed. Voor het eerst ziet men Afrika als een continent van kansen en mogelijkheden. Het uitrollen van het fonds mag echter niet onderschat worden, door de grote governance-problemen in Afrika
Door Loic De Cannière, CEO van Incofin Investment Management
Vandaag is de helft van de Afrikaanse jongeren werkloos. De uitdaging om zoveel mogelijk Afrikanen van werk en een toekomstperspectief in eigen land te voorzien, wordt in de toekomst alleen maar groter, als men weet dat de Afrikaanse bevolking tegen 2050 zal verdubbelen en dus verder zal verjongen.
De effectieve bijdrage van de Europese Unie aan het fonds zal - via een ingenieus systeem van waarborgen en hefbomen - slechts 3,35 miljard bedragen op een totaal van 44 miljard
Bij wijze van voorbeeld: Nigeria zal in 2050 meer inwoners tellen dan de VS. De gemiddelde leeftijd zal er 22 jaar bedragen. Om gelijke tred te houden met de bevolkingsgroei, zal Afrika volgens de OESO jaarlijks 20 miljoen nieuwe jobs per jaar moeten creëren. Dit zal enkel kunnen wanneer het continent voldoende investeringen aantrekt die de bevolking van werk en een leefbaar inkomen voorzien.
Tijdens de recente topontmoeting tussen de EU en de Afrikaanse Unie in Abidjan (29-30 november) kondigde de EU de oprichting van een investeringsfonds van 44 miljard euro voor Afrika aan (het ‘European Fund for Sustainable Development’ of ‘EFSD’). Het EFSD zal investeren in duurzame infrastructuur en in de financiering van micro-ondernemers en kmo’s. Dat laatste doet Incofin reeds 25 jaar. We investeren 80 miljoen euro in 11 Afrikaanse landen. Hierdoor kunnen 1,4 miljoen Afrikanen hun micro-ondernemingen en kmo’s uitbouwen. En we investeren in bedrijven en coöperatieven die hun landbouwproducten bij 150.000 kleine boeren kopen om ze op de wereldmarkt te verkopen (koffie, cacao, bananen, noten).
Ook het EFSD wil zo duurzame jobs creëren. Het fonds bouwt verder op het concept van het ‘Marshall Plan voor Afrika’ dat de Duitse regering eerder dit jaar aan de G-20 had voorgesteld. Maar de effectieve bijdrage van de Europese Unie zal - via een ingenieus systeem van waarborgen en hefbomen - slechts 3,35 miljard bedragen op een totaal van 44 miljard (ter vergelijking: Oosterweel zonder overkapping kost 4 miljard euro).
Zieltogend
Toch is de beslissing rond het investeringsfonds belangrijk en goed. Voor de allereerste maal gaat men uit van Afrika als een continent van kansen en opportuniteiten, eerder dan als een zieltogende regio of als een overlopend reservoir van toekomstige vluchtelingen.
Investeringen zijn het bevoorrechte instrument om het economische draagvlak in Afrika te versterken en duurzame jobs te creëren.
Een evidente opportuniteit die Afrika aan zijn bevolking en aan de ganse wereld kan bieden is het potentieel voor landbouw. Volgens de wereldlandbouworganisatie FAO zal de vraag naar voedsel tegen 2050 met de helft toenemen. Afrika beschikt - theoretisch - over 60% van het potentieel bijkomende, nog niet geëxploiteerde landbouwareaal in de wereld en kan zo een oplossing bieden. McKinsey bracht in 2010 een studie uit, waarin deze en andere opportuniteiten in kaart werden gebracht onder de veelzeggende titel: ‘Lions on the move: the progress and potential of African economies’.
Investeringen zijn het bevoorrechte instrument om het economische draagvlak in Afrika te versterken en duurzame jobs te creëren. De EU en haar lidstaten hebben nochtans een lange traditie van ontwikkelingshulp. De EU gaat er prat op dat ze – samen met de lidstaten – de grootste donor van ontwikkelingshulp ter wereld is (75 miljard euro in 2016). De EU financiert projecten, verstrekt subsidies en geeft zogeheten ‘begrotingssteun’: financiële transfers aan Afrikaanse regeringen die de begrotingen van deze landen ondersteunen.
Donorafhankelijkheid
Deze aanpak heeft zijn verdienste, maar creëert tegelijk donorafhankelijkheid. Investeringen daarentegen zijn een rechtstreekse injectie in de lokale economie en stimuleren zelfredzaamheid. Daarom moet de oprichting van het EFSD als een nieuwe aanpak van de EU toegejuicht worden. Niet om de traditionele ontwikkelingshulp te vervangen, wel om ze aan te vullen.
Er is geen excuus voor de wantoestanden. Het uitdagen van corrupte regimes is een belangrijke taak voor de lokale civiele maatschappij en voor onze eigen beleidsmensen
Het EFSD kan aanzienlijk bijdragen tot de werkgelegenheid. Maar de realisatie van het fonds mag niet onderschat worden. Afrika kent grote problemen op het vlak van ‘governance’ die de effectiviteit van de investeringen kunnen ondermijnen. De situatie in fragiele landen zoals Congo (bijvoorbeeld Kasai) is onaanvaardbaar. Het aandringen op de goede werking van de rechtstaat blijft een noodzaak (in tegenstelling tot wat de Chinezen in Afrika doen).
Er is geen excuus voor de wantoestanden. Het uitdagen van corrupte regimes is een belangrijke taak voor de lokale civiele maatschappij en voor onze eigen beleidsmensen. Daarom is het belangrijk dat dit fonds door mensen met ondernemingszin en terreinkennis wordt uitgerold.
Zowel Afrika als Europa zullen beter varen bij een partnership voor investeringen in Afrika dan bij het letterlijk afrasteren van dit continent met zoveel mogelijkheden.