Hele Belgische industrie profiteert van militaire samenwerking met Frankrijk
Geen enkel juridisch obstakel belet België om met Frankrijk besprekingen aan te vatten over een ruime samenwerking om de F-16-gevechtsvliegtuigen te vervangen. Die samenwerking is goed voor 4 miljard euro aan industriële en technologische projecten.
Door Florence Parly, de Franse minister van Defensie
We zijn ons weer bewust geworden van het belang van defensie. We geloofden in het einde van de conflicten en defensie werd te lang gebruikt als een aanpasbare variabele.
Vandaag worden we opnieuw met bedreigingen geconfronteerd. Ze zijn gewelddadiger, diverser en onvoorspelbaarder geworden. Iedereen moest zijn verantwoordelijkheid opnemen. De Europese lidstaten hebben ervoor gekozen defensie meer middelen en een betere uitrusting te geven en solide samenwerkingsverbanden te sluiten. Ook Frankrijk en België hebben daarvoor gekozen.
Meer dan de levering van toestellen omvat het Franse aanbod contracten voor de Belgische ondernemingen, werk voor de industrie en banen in Vlaanderen, Wallonië en Brussel.
De Belgische regering heeft beslist haar vloot gevechtsvliegtuigen te vernieuwen. Dat is een belangrijke beslissing omdat ze volledig het doel dient dat we samen nastreven: onze verdedigingscapaciteiten in Europa versterken.
Frankrijk en België zijn al partners. We vechten op dezelfde strijdtonelen waar we samen het terrorisme bekampen. Onze luchtmachten werken samen, met name in de Enhanced Air Policing van de NAVO. Onze soldaten, piloten en scheepsbemanningen opereren samen en Frankrijk zal de aanwezigheid van het fregat Leopold aan de zijde van de Charles de Gaulle tijdens de beslissende dagen niet vergeten. (De Leopold begeleidde eind 2015 de Charles de Gaulle in de Middellandse Zee terwijl de toestellen van het vliegdekschip operaties boven Syrië en Irak uitvoerden, red.)
Toen België liet weten dat het zijn vloot gevechtsvliegtuigen wil vernieuwen, moest Frankrijk antwoorden en wel met een ambitieus en duurzaam aanbod dat zowel voor onze twee landen als voor Europa nuttig is. Dat hebben we gedaan door België een duidelijk aanbod te doen: zijn vraag naar gevechtsvliegtuigen inwilligen door een ruimer samenwerkingsverband voor te stellen.
De vraag van België inwilligen, betekent een voorstel doen voor een gevechtsvliegtuig dat volkomen beantwoordt aan de Belgische behoeften en dat zijn efficiëntie en betrouwbaarheid op alle terreinen heeft bewezen. Dat betekent ook België echt de controle over het toestel geven via een onbeperkte toegang tot de gebruikte technologieën.
Een ruim samenwerkingsverband houdt in dat we voor alle activiteiten van de luchtstrijdkrachten de operationele samenwerking tussen onze legers vergroten via gezamenlijke trainingen, operationele voorbereiding en uitwisselingen inzake inlichtingen en vorming. We laten Belgische piloten toe in het Franse luchtruim te oefenen en onze infrastructuur te delen. En we werken samen aan de luchtgevechtssystemen van de toekomst en de beste luchtvaartstrategieën om het terrorisme te verslaan.
Vandeput
Het samenwerkingsverband dat Frankrijk voorstelt, is niet alleen voordelig, maar ook juridisch volkomen veilig. Voor de vernieuwing van zijn vliegtuigen heeft België in feite geen beroep gedaan op een klassieke aanbestedingsprocedure. België heeft aan de lidstaten gevraagd voorstellen te doen. Deze formule, die wordt voorzien in het Belgische en Europese recht, laat België alle ruimte om de aanbiedingen van de lidstaten te onderzoeken in het kader van het foutloze proces dat wordt geleid door minister van Defensie Steven Vandeput, terwijl hij met Frankrijk onderhandelt over de ruimere fundamenten.
Waarom het land een samenwerkingsverband ontzeggen dat het toekomstige draagvlak vormt voor het Europa van de defensie waarvoor onze twee landen sterk vragende partij zijn?
Aan het einde kan België in alle vrijheid de oplossing kiezen die het beste lijkt op grond van zijn behoeften en belangen. De Belgische regering heeft trouwens expliciet in haar naar de lidstaten gestuurde tekst aangegeven dat ze zich niet juridisch bindt. De lidstaten ondervragen betekent in geen geval dat ze zich ertoe engageert een overeenkomst met hen te sluiten. Geen enkel obstakel of juridisch risico belet België dus om besprekingen aan te vatten over een samenwerkingsverband met Frankrijk.
Desondanks hoor ik vaak een vraag terugkeren: waarom heeft Frankrijk zich niet beperkt tot een heel strikt antwoord op het verzoek van België? Ik zal met een andere vraag antwoorden: waarom België een veilige en voordelige oplossing ontzeggen? Waarom het land een samenwerkingsverband ontzeggen dat het toekomstige draagvlak vormt voor het Europa van de defensie waarvoor onze twee landen sterk vragende partij zijn? Waarom België een samenwerkingsverband ontzeggen dat grote economische returns creëert?
Speerpunttechnologie
Die returns zijn zo groot omdat de door Frankrijk voorgestelde samenwerking niet alleen een strategisch samenwerkingsverband voor onze legers is, maar ook een economische en technologische samenwerking. België heeft uitzonderlijke industriële capaciteiten op het vlak van de luchtvaart en de ruimtevaart, maar ook in speerpunttechnologieën zoals elektronica en composietmaterialen. Die hele industrie in het noorden en het zuiden van het land zou een bijdrage leveren in het kader van de door Frankrijk voorgestelde samenwerking.
Het Franse aanbod is ambitieus. Het opent de deur van de technologische vooruitgang, naar de valorisatie van het Belgische industriële weefsel en naar banen
Al meer dan 50 jaar zijn de bedrijven van het Rafale-team sterk vertegenwoordigd in België, met fabrieken en onderzoekscentra en een netwerk van 800 partnerbedrijven. Het door ons voorgestelde samenwerkingsverband omvat meer dan 150 Belgische ondernemingen die al werden benaderd en een honderdtal geïdentificeerde industriële of technologische projecten voor een bedrag van 4 miljard euro.
Meer dan de levering van toestellen omvat het Franse aanbod contracten voor de Belgische ondernemingen, werk voor de industrie en banen in Vlaanderen, Wallonië en Brussel.
Het Franse aanbod is ambitieus. Het opent de deur van de technologische vooruitgang, naar de valorisatie van het Belgische industriële weefsel en naar banen. Het maakt een optimale defensie mogelijk voor België en kan een grote stap zijn voor de Europese defensie. Ik stel België voor deze samenwerking te onderzoeken en, indien gewenst, te onderhandelen om uiteindelijk sereen te kiezen voor het beste aanbod in het licht van zijn behoeften.