opinie

Alle beetjes voor het onderwijs helpen, maar niet altijd

Voorzitter Commissie Beter Onderwijs

De maatregelen die Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts voorstelt, volstaan alleen als alle betrokkenen - de politiek, onderwijsverstrekkers, sociale partners, directies, leerkrachten én lerarenopleidingen - mee op de kar springen.

Minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) heeft een aantal maatregelen in de pijplijn zitten om het lerarentekort terug te dringen. Het is alvast positief dat een minister het probleem erkent en wil aanpakken.

We moeten vooral inzetten op de jongeren. Zij moeten aangemoedigd worden om voor het onderwijs te kiezen. We hebben hun onvoorwaardelijk en fris engagement nodig.

Iedereen uit de bedrijfswereld die zich pedagogisch en didactisch wil bij- en omscholen is welkom voor de klas. Die omscholing kan alleen slagen met veel goede wil van de kandidaat-overstapper en heel wat ondersteuning van de school. Scholen zitten nu al op hun tandvlees, waardoor er niet zoveel ruimte is voor ondersteuning door directie of werknemers uit het middenkader, die noodgedwongen meer en meer zelf voor de klas staan. Want hoe je het ook draait of keert een goede voetballer of muzikant is niet altijd een goede trainer of dirigent. Daarvoor is meer nodig dan alleen goede wil, veel balgevoel of muzikaal inzicht.

De essentie
  • De auteur
  • Philip Brinckman is voorzitter van de Commissie Beter Onderwijs.
  • De kwestie
  • Minister van Onderwijs Ben Weyts heeft een aantal maatregelen in de pijplijn om het lerarentekort aan te pakken.
  • Het voorstel
  • Alle betrokkenen - de politiek, onderwijsverstrekkers, sociale partners, directies, leerkrachten en lerarenopleidingen - moeten mee op de kar springen. Zo niet zullen de maatregelen niet volstaan om het onderwijs uit de impasse te halen.

Ja, de onderwijswereld die soms als vrij conservatief beschouwd wordt, kan heel wat opsteken van de innovatieve bedrijfscultuur die in Vlaanderen leeft. Mensen met bedrijfservaring kunnen het leven zoals het is binnenbrengen op school. Maar de overstappers zullen al snel merken dat alle problemen die in de maatschappij leven ook in de school te vinden zijn.

De school is allang geen aquarium meer dat alle maatschappelijke invloeden buitenhoudt. Ook het leven binnen de schoolmuren is het leven zoals het is, met alle problemen die in de maatschappij aanwezig zijn: sociale ongelijkheid, stress, uitsluiting, onverdraagzaamheid, vechtscheidingen, agressie, kinderen met een ongeneeslijke ziekte…

Schoolritme

De voorbije jaren hebben bij ons een aantal collega’s de overstap uit het bedrijfsleven gewaagd, maar dat verloopt nooit zonder slag of stoot. De aanpassing aan het schoolritme is immens. Ik hoorde collega’s afkomstig uit de commerciële en financiële sector in koor zingen dat ze ‘nog nooit zo hard hadden moeten werken’, ook tijdens de avonduren en vakanties. Dit waren ook de woorden van een student die pas de lerarenopleiding afgerond had.

Velen zijn ook verrast dat de leerlingen (en hun ouders) zo mondig zijn geworden. Wat hadden we gedacht? Ook de administratieve rompslomp en de te talrijke vergadermomenten werken verlammend. Planlast, weet je wel. Alleen kommer en kwel? Zeer zeker niet. ‘De return is niet te vergelijken’, hoor je ook nog. 'Voor het eerst ervaar ik dat ik echt wel het verschil kan maken voor en met jonge mensen. Ik voel dat ik maatschappelijk meer mijn steentje kan bijdragen’. Ook dat telt.

Het onderwijs is veel te belangrijk om het over te laten aan kortetermijnmaatregelen van de politiek alleen.

Moedige poging van de minister. Maar wat gaan we doen met de loonkloof? Een oudere ingenieur die uit de petrochemische industrie naar de klasvloer overstapt, krijgt naast het officiële lerarenloon van de overheid het verschil door zijn vroegere werkgever bijgepast. Verschillend loon voor hetzelfde werk? Daarom moeten we vooral inzetten op de jongeren. Zij moeten aangemoedigd worden om onmiddellijk voor het onderwijs te kiezen. Ook hun onvoorwaardelijk en fris engagement hebben we nodig.

Hefboom

Ja, er moet iets gebeuren. Maar het onderwijs is veel te belangrijk om het over te laten aan kortetermijnmaatregelen van de politiek alleen. Als voorzitter van de Commissie Beter Onderwijs heb ik ervaren dat de hefboom voor degelijk onderwijs in Vlaanderen niet alleen bij de politiek ligt, niet alleen bij de minister en de parlementsleden. Er zitten heel veel mensen aan de onderwijsknopjes. Velen bedoelen het goed, maar nog altijd worden de handen niet in elkaar geslagen.

Er zitten heel veel mensen aan de onderwijsknopjes. Velen bedoelen het goed, maar nog altijd worden de handen niet in elkaar geslagen.

Onderwijsverstrekkers, de lerarenopleiding, de sociale partners en de onderwijsinspectie hebben minstens evenveel verantwoordelijkheid om uit de impasse te geraken. Het rapport van de Commissie Beter Onderwijs bevat 58 concrete aanbevelingen, waarvan er 13 over de herwaardering, opleiding en professionalisering van leerkrachten gaan. De uitvoering van de aanbevelingen vaN de commissie laat nog grotendeels op zich wachten.

Maar ook dat zal niet voldoende zijn om uit de impasse te raken. Iedere burger moet zich durven af te vragen wat hij belangrijk vindt voor zichzelf, zijn naasten en de toekomstige generatie. Zolang de zorg- en ouderensector, de welzijnssector, het onderwijs, maar bij uitbreiding ook alle dienstverlening (zoals het openbaar vervoer) onderaan bengelen op de maatschappelijke waarderingsladder (ook op het gebied van financiële appreciatie), zullen nooit voldoende jongeren zich willen engageren voor en met (jonge) mensen.

Lees verder
Gesponsorde inhoud