Als het aan de Noord-Europeanen ligt, wordt er hooguit aan wat symbolische Griekse knoppen gedraaid
Zowel schulden kwijtschelden als bezuinigingen terugdraaien is voor Nederland en zijn kompanen onverteerbaar.
Door Martin Visser, verslaggever en columnist van De Financiële Telegraaf
Hij heeft het echt gezegd. ‘I am Dutch so I can be blunt.’ Ik ben Nederlands, dus ik mag lomp zijn. Dat was het Nederlandse visitekaartje van minister van Financiën Jan-Kees de Jager in Europa. ‘Als Griekenland belt dan is dat voor een groot, derde steunpakket, en daar ben ik tegen’, zei premier Mark Rutte ferm tijdens een verkiezingsdebat.
Tijdens de hoogtijdagen van de eurocrisis ging het er stevig aan toe tussen Griekenland en de geld uitlenende eurolanden. En Nederland blies graag een partijtje mee. De Jager en Rutte genoten ervan om als kleine muis naast olifant Duitsland stevig te stampen.
In Nederland word je als politicus mateloos populair als je je hard opstelt tegenover Zuid-Europese landen. Die potverteerders uit het zuiden hebben louter op de pof geleefd en moeten nu maar op de blaren zitten, is de veelgehoorde mening.
Dat zal de houding tegenover de nieuwe Griekse premier Alexis Tsipras ook zeker kleuren. De huidige minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem laat zich in minder populistische termen uit (hij is immers tegelijkertijd Eurogroepvoorzitter), maar ook hij bewaakt de calvinistische Nederlandse lijn.
Dilemma's
Griekenland stelt de eurozone en ook Nederland voor twee dilemma’s. Zowel de eis van schuldkwijtschelding als die van terugdraaien van bezuinigingen is onverteerbaar.
De schuld kwijtschelden van een land dat het er zelf naar gemaakt heeft, dat zelf die schulden heeft veroorzaakt, dat zelf gefraudeerd heeft met de statistieken, is in Nederland niet te verkopen. Dijsselbloem keert zich daar dan ook faliekant tegen. Andere Noord-Europese lidstaten als Duitsland en Finland ook.
Met alleen wat morrelen kunnen Dijsselbloem en Rutte wel thuiskomen.
Dat de eurozone Griekenland met een onhoudbare schuld heeft opgezadeld om de eigen banken niet te grote verliezen te laten lijden, blijft veelal onvermeld. Meteen in mei 2010 had de Griekse schuld natuurlijk geherstructureerd moeten worden. Maar dat durfden én wilden de Europese leiders niet. Dan zouden ze opnieuw hun zwakke banken te hulp moeten schieten voor de verliezen die ze op Griekse beleggingen zouden boeken.
De andere eis is voor Nederland en zijn noordelijke kompanen net zo onverteerbaar. Bezuinigingen terugdraaien zou een streep zijn door de typisch Noord-Europese aanpak van de crisis. Niet voor niets is bondskanselier Angela Merkel een van de meest gehate personen in Griekenland. Zij personifieert de Europese bezuinigingsknoet waaronder de Grieken nu al vijf jaar lijden.
Nederlandse trekken
Die bezuinigingskoers heeft duidelijke Nederlandse trekken. Tijdens de eurocrisis stak premier Rutte in Europa zijn nek uit met een duidelijke visie op de Brusselse begrotingsregels. In een politieke unie gelooft hij niet, van Europese belastingen moet hij niets weten, in strikte economische coördinatie vanuit Brussel ziet hij niets, maar begrotingsafspraken mogen strenger en strenger worden.
Want we krijgen elke cent terug van de Grieken, al is het pas over honderd jaar.
Daarop toegeven aan Tsipras is voor Nederland en veel andere noordelijke eurolanden nagenoeg onmogelijk. Daarmee zou impliciet worden toegegeven dat het voorgeschreven medicijn het verkeerde was. En dat gaat niet alleen Griekenland aan, maar ook vele andere eurolanden die hebben gesneden in hun overheidsuitgaven en hun belastingen hebben verhoogd.
De linkse Syriza-partij is op het Europese toneel een nieuwe speler. Onduidelijk is dus nog hoe constructief de partij en haar leider Tsipras is. Waar ligt zijn bereidheid om compromissen te sluiten?
Als het aan de Nederlanders en andere Noord-Europeanen ligt, wordt er hooguit gedraaid aan een paar symbolische knoppen. De looptijd van de noodleningen kunnen nóg langer, de rente op die leningen kan nóg lager. Daarmee kunnen Dijsselbloem en Rutte wel thuiskomen, al begint die manier van schuldverlichting toch steeds meer op kwijtschelding te lijken. Alles goed, zolang we het maar niet zo noemen. Want we krijgen elke cent terug van de Grieken, al is het pas over honderd jaar.