Begrotingsregels mogen investeringen overheid niet onmogelijk maken
Lopende overheidsuitgaven moeten door lopende ontvangsten worden gedekt. Investeringen daarentegen mogen gebeuren met geleend geld. Met schulden dus. Door die gulden financieringsregel in ere te herstellen kan ruimte worden gecreëerd voor meer overheidsinvesteringen, zonder de begrotingsdiscipline te laten varen.
Door Stefaan Michielsen, senior writer bij De Tijd
Naast een voortvarende CEO met wilde plannen moet een sterke financieel directeur staan die hem herinnert aan de financiële beperkingen. Die wijsheid uit het bedrijfsleven geldt ook voor de politiek. Iemand - een persoon of instelling - moet het financiële plaatje van de politieke plannenmakers bewaken.
In de lidstaten van de Europese Unie trekt Eurostat die rol steeds meer naar zich toe. Het statistisch bureau eist dat alle investeringsuitgaven van de overheden ook in de begroting worden opgenomen, en heeft daarom de jacht geopend op allerlei debudgetteringconstructies. Dat impliceert dat Vlaanderen de investeringen voor de Oosterweelverbinding - geraamd op 3,5 miljard euro - en andere projecten van publieke-private samenwerking niet buiten de begroting mag houden.
Investeren in openbare infrastructuur is een kerntaak van de overheid. Dat de overheid voor zulke projecten geld leent, is verdedigbaar.
Die eis is terecht. Eurostat wil zicht hebben op álle financiële engagementen van de overheid, om te vermijden dat op een bepaald moment lijken uit de kast vallen. Om dezelfde redenen bond de Nationale Bank in de jaren tachtig de strijd aan tegen debudgetteringstechnieken, zoals het Wegenfonds, een vehikel dat werd gebruikt om de uitgaven voor de aanleg van snelwegen buiten de begroting te houden. De rekeningen moeten klaar zijn, de lidstaten mogen niet grijpen naar mechanismen om aan de Europese afspraken over de begrotingsregels - een van de hoekstenen van de euro - te ontsnappen.
De eis van Eurostat plaatst de Vlaamse regering voor problemen, omdat hij botst met de Europese eis dat België zijn begroting zo snel mogelijk in evenwicht moet brengen, een inspanning waar Vlaanderen zijn steentje moet toe bijdragen. Dat veroorzaakt frustratie. ‘Europa maakt het ons onmogelijk om nog grote investeringen te doen’, zei Vlaams minister-president Geert Bourgeois (N-VA) vorige week.
De twee eisen - investeringsuitgaven in de begroting, en een begroting in evenwicht - zijn inderdaad maar te verzoenen als in andere uitgaven wordt geschrapt of als de belastingen worden verhoogd. Maar dat zijn weinig aanlokkelijke en politiek moeilijk verkoopbare opties.
Dat leidt tot een bizarre situatie: de investeringsnoden zijn groot, er is in de economie geld in overvloed en het is goedkoop, maar de overheid mag geen initiatieven nemen. Daarom wordt aan alternatieve oplossingen gedacht. Roger Kesteloot , de directeur-generaal van De Lijn van De Lijn, stelde onlangs voor de aanleg van nieuwe tramlijnen te financieren met geld van de spaarders. Dat is geen goed idee. Want zo’n project levert nooit een voldoende financieel rendement op. Daar staat tegenover dat investeren in nieuwe tramlijnen heel wat maatschappelijk nut kan opleveren, en dat het vanuit macro-economisch oogpunt wel rendabel kan zijn als ook de positieve externe effecten worden meegerekend. Een goede reden om die investeringen te doen. Maar het moet dan gebeuren door de overheid. Investeren in openbare infrastructuur is een van de kerntaken van de overheid.
Dat België een overheidsschuld van zowat 100 procent van het bbp torst, is dus niet het gevolg van een ambitieus investeringsprogramma dat de voorbije decennia is uitgevoerd.
Dat de overheid voor zulke projecten geld leent, is verdedigbaar. Ze leveren een economisch of maatschappelijk rendement, ze kunnen de groei verhogen. Dat is ook het geval voor de investeringen in de Oosterweelverbinding, die de verkeersknoop in Antwerpen kan helpen ontwarren, of voor scholenbouw. Dat de daarvoor aangegane schulden een last leggen op toekomstige generaties, is geen beletsel. Diezelfde toekomstige generaties plukken ook de vruchten van die investeringen. Er moet ruimte zijn voor investeringen van die aard.
Die ruimte kan worden gecreëerd door een oud begrotingsprincipe weer van onder het stof te halen: de gulden financieringsregel. Die stelt dat lopende overheidsuitgaven gedekt moeten worden door lopende ontvangsten, maar dat voor investeringsuitgaven schulden aangegaan mogen worden - met dien verstande dat de intrestbetalingen bij de lopende uitgaven worden gerekend. Logisch eigenlijk. Een tekort op de begroting is met andere woorden geoorloofd, voor zover dat tekort enkel het gevolg is van investeringsuitgaven. Als de gulden regel rigoureus wordt toegepast en voor de overheidsinvesteringen voldoende strenge criteria worden gehanteerd - aan nutteloze bouwwerken is geen behoefte - leidt dat niet tot begrotingsontsporingen.
België heeft in het verleden zwaar gezondigd tegen de gulden regel. Het stond begrotingstekorten toe voor consumptie-uitgaven en bouwde zo een zware schuldenlast op. Daardoor hebben onze overheden de ruimte voor overheidsinvesteringen opgesoupeerd. Ze hebben consumptieuitgaven voorrang gegeven.
De cijfers spreken boekdelen. De overheidsinvesteringen in verhouding tot het bruto binnenlands product (bbp) zijn de voorbije decennia gehalveerd: van meer dan 3 procent tot nog amper gemiddeld 1,7 procent in de periode 1995-2012. In de andere Europese landen liggen de overheidsinvesteringen gemiddeld dubbel zo hoog, stipte de Nationale Bank aan in haar jongste jaarverslag. Dat België een overheidsschuld van zowat 100 procent van het bbp torst, is dus niet het gevolg van een ambitieus investeringsprogramma dat de voorbije decennia is uitgevoerd.
De gulden financieringsregel in ere herstellen kan ruimte creëren voor meer overheidsinvesteringen, die hard nodig zijn. Maar dat moet gepaard gaan met een ijzeren discipline om de lopende overheidsuitgaven in de hand te houden. Voor de Europese boekhouders zou dat toch aanvaardbaar moeten zijn.
Meest gelezen
- 1 Pensioenen in supernota De Wever: malus van 5 procent per jaar dat u te weinig werkt
- 2 Lek over supernota-De Wever dwingt onderhandelaars kleur te bekennen
- 3 Ukkelse prins pompt 15 miljoen in restaurantketen Exki en koopt familie Dossche uit
- 4 Arbeidsmarkt in supernota De Wever: bedrijven betalen vier maanden extra voor langdurig zieken
- 5 Onderhandelmarathon eist tol: communautaire ronde eindigt in verwijten