Belgium, go east!
Als België een rol van betekenis wil blijven spelen in de EU, moet minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib op Centraal- en Oost-Europa focussen.
Het was vrijdag 33 jaar geleden dat in het Hongaarse grensdorpje Sopron de pan-Europese picknick plaatsvond. Op initiatief van Otto van Habsburg-Lotharingen, de zoon van de laatste Oostenrijkse keizer, werd tijdens een familiale vredesmanifestatie tijdelijk de grens tussen het Westen en het toen nog communistische Oost-Europa geopend. Honderden DDR-burgers die in Hongarije op vakantie waren, maakten van de gelegenheid gebruik om via Oostenrijk naar West-Duitsland te vluchten.
- De auteur
Steven Van Hecke is hoofddocent Europese en vergelijkende politiek aan de KU Leuven. - De stelling
De oorlog in Oekraïne verlegt het zwaartepunt van Europa naar het oosten. - De conclusie
De Belgische diplomatie moet zich meer op Oost- en Centraal-Europa richten.
Het lijkt een fait divers uit het wonderjaar 1989. Maar toen de Duitse bondskanselier Angela Merkel in 2019 een herdenkingsplechtigheid bijwoonde, nam ze grote woorden in de mond. 'Hier is wereldgeschiedenis geschreven', zei ze, alluderend op het taboedoorbrekende karakter van de grensopening en het domino-effect dat uiteindelijk zou leiden tot de val van de Berlijnse Muur in datzelfde najaar en tot de hereniging van Duitsland amper 14 maanden later.
In die zomer volgden de geweldloze gebeurtenissen zich in een razend tempo op. Op 23 augustus 1989, enkele dagen na de fameuze picknick, vormden de inwoners van Estland, Letland en Litouwen - toen nog integraal onderdeel van de Sovjet-Unie - een mensenketting tussen de hoofdsteden Tallinn, Riga en Vilnius. Over een afstand van 600 kilometer namen zo'n 2 miljoen inwoners - samen een kwart van de bevolking - deel aan de vreedzame protestactie tegen het Russische bewind, exact vijftig jaar na de ondertekening van het Molotov-Ribbentroppact. Dat niet-aanvalsverdrag tussen nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie luidde destijds het einde in van de onafhankelijkheid van de Baltische staten. De zogenaamde Baltische Weg wordt nog elk jaar herdacht.
In oorlogsmodus
Hoeveel West-Europeanen kennen die episodes? Ze maken alleszins geen deel uit van ons collectieve geheugen. Sinds de uitbreiding richting Centraal- en Oost-Europa behoren die gebeurtenissen nochtans tot de historische canon van de Europese Unie en krijgen ze daarom ruim aandacht in het Huis van de Europese Geschiedenis in Brussel. Toegegeven, ze voelen op dit moment wat wereldvreemd aan. De ontwikkelingen die het einde van de Koude Oorlog in Europa inluidden, effenden destijds het pad naar pan-Europese vrede en verzoening. Vandaag verkeert de EU in oorlogsmodus en lijkt aan deze vreedzame periode in de Europese integratiegeschiedenis definitief een einde te zijn gekomen.
Door de uitbreiding van de EU en het opschuiven van haar buitengrenzen komt de wind nu veel krachtiger uit het oosten. Dat is voor het Westen wennen. Wij zijn het gewoon zelf de toon te zetten in Europa.
De Russische inval in Oekraïne heeft alles veranderd, zoals de Nederlandse minister-president Mark Rutte zich liet ontvallen na de laatste Europese top voor de vakantie. Inderdaad, door de uitbreiding van de EU en het opschuiven van haar buitengrenzen komt de wind nu veel krachtiger uit het oosten, aangestuurd door de Baltische Staten en Polen, de belangrijkste bondgenoot van Oekraïne in de EU. Dat is voor het Westen wennen. Wij zijn het gewoon zelf de toon te zetten in Europa.
En we voelen ons zo vertrouwd met het westen. Alles wat in Washington en Londen gebeurt, wordt op de voet gevolgd. Zo zijn we perfect op de hoogte van de leiderschapsstrijd tussen Rishi Sunak en Liz Truss in de Conservatieve partij. Maar wie de opvolger van Boris Johnson ook wordt, voor de EU - en dus voor ons - zal het weinig verschil maken. De houding van de nieuwe premier van het Verenigd Koninkrijk tegenover Oekraïne of Noord-Ierland zal niet grondig wijzigen. En als Truss wint, zal misschien wel de stijl maar zeker niet de retoriek volledig veranderen.
We zouden ons meer moeten interesseren voor wat zich in Centraal- en Oost-Europa afspeelt en ons concentreren op de grote invloed van Warschau op de machthebbers in Oekraïne. De uitkomst daarvan zal wel in belangrijke mate de richting bepalen die de EU uitgaat. Voor België - een klein land met een ‘krimpend buitenland’, zoals politiek analist Rik Van Cauwelaert opmerkte - is dat een noodzaak. De schaarse middelen moeten immers zo efficiënt mogelijk worden ingezet. De nieuwe minister van Buitenlandse Zaken weet dus wat gedaan: in de eerste plaats oostwaarts trekken. Na haar valse start zou zo’n wiedergutmachung door Hadja Lahbib ook in Kiev als muziek in de oren klinken. De Belgische diplomaten kunnen haar zonder twijfel de juiste richting aanwijzen.