Besparingsregeringen zijn blind voor de bouwmotor
De bouwsector, traditioneel een motor van onze Belgische economie, kreeg de voorbije dagen flinke tikken. Als je de optelsom maakt van wat de federale en Vlaamse regering beslisten, dreigt er daar een groot probleem. Door hun keuzes verzeilen de gezinnen, het leefmilieu en de bouwsector in een loose-loose-situatie.
Door Kristof Calvo en Björn Rzoska, respectievelijk fractieleider van Groen in het federaal parlement en in het Vlaams parlement
De combinatie van de recente beslissingen van N-VA, Open VLD en CD&V op Vlaams en federaal niveau maakt investeren in vernieuwbouw en energiebesparing financieel minder interessant. Dit leidt tot een loose-loose situatie: de gezinnen blijven te hoge energiefacturen betalen, het is slecht voor klimaat en milieu, en het kost veel groene en lokale banen in de bouw. De besparingslogica van de rechts-conservatieve regeringen maakt hen blind voor de voordelen van investeringen, zelfs als die zich quasi onmiddellijk terug verdienen.
Wij willen mee voorrang geven aan de mensen die het financieel moeilijk hebben. Maar de Vlaamse en federale regeringen mogen dit niet als excuus gebruiken om de groep die daar net boven zit, en die het in deze crisistijd ook zwaar heeft, telkens opnieuw steun te ontzeggen
De federale regering wil het verlaagd btw-tarief van 6% voor wie zijn huis verbouwt pas toekennen voor huizen die tien jaar oud zijn. Nu is dat vijf jaar. De renovatiepremie ligt in het vizier van de Vlaamse regering. Deze premie wordt niet langer uitbetaald in de vorm van een subsidie, maar als belastingaftrek, gespreid over drie jaar. Daarmee verhogen N-VA, Open VLD en CD&V aanzienlijk de drempel voor gezinnen om hun woning te vernieuwen en energiezuiniger te maken.
Herschikken
De afbouw van de fiscale aftrekken voor energiebesparing was al beslist door de vorige federale regering Di Rupo. De toenmalige Vlaamse regering-Peeters compenseerde dit nauwelijks. Ook de nieuwe Vlaamse regering-Bourgeois voorziet te weinig nieuwe middelen. Ze verschuift individuele premies voor dakisolatie en hoogrendementsglas naar steun voor totaalrenovaties. Op zich is dit te verdedigen, maar niet als het gaat om het herschikken van veel te weinig middelen.
De energieprestatienormen voor nieuwbouw worden verhoogd, ook een goede zaak op zich, maar niet als daar onvoldoende steun tegenover staat. Want dan kan dit betekenen dat de kost voor gezinnen om te bouwen of grondig te verbouwen te hoog wordt.
De Vlaamse regering bouwt de energiescans af, nochtans een doelgerichte en doelmatige maatregel. Niet alleen verliezen daardoor minstens 250 laaggeschoolden hun job. Realistisch ingeschat levert de energiescan per huishouden een gemiddelde besparing op van 5 tot 15 % van het energiegebruik door middel van gedragswijzigingen: een jaarlijkse besparing opleveren van 201,48 euro.
Last but not least besliste de Vlaamse regering de aftopping van de woonbonus.
Jobs
Het ontmoedigen van renoveren heeft een grote sociale, ecologische en economische kost. Zelfs een besparingsregering zou daar niet blind voor mogen zijn.
De combinatie van deze Vlaamse en federale keuzes leidt tot een lose-lose situatie voor de gezinnen, het leefmilieu en de bouwsector. De gezinnen verliezen twee keer: ze moeten hun verbouwingsplannen uitstellen, en betalen ondertussen nog steeds te hoge verwarmingsfacturen. De ecologische voetafdruk blijft hoog zolang er geen oplossingen komen voor de talrijke slecht geïsoleerde huizen in ons land. Het aantal banen in de bouwsector krijgt onvermijdelijk een knauw. ‘In juni 2014 werden in Vlaanderen nog amper 1.870 vergunningen voor nieuwe woningen toegekend: een historisch dieptepunt. Tegelijk zakte de ruwbouwactiviteit opnieuw tot op een zeer laag niveau. Van midden 2013 tot midden 2014 zijn in de Vlaamse bouw ook meer dan 3.500 jobs voor bouwarbeiders verdwenen’, liet de Vlaamse Confederatie Bouw bezorgd weten.
Door het uitspreiden van de fiscale stimuli in de tijd schuiven de regering bovendien de noodzakelijke sociale en ecologische investeringen in toekomstgerichte infrastructuur op de lange baan. Terwijl meer en meer topeconomen erop wijzen dat dit soort investeringen absoluut nodig zijn om terug zuurstof te blazen in onze economie.
Niet wachten
Ze benadrukken dat de maatschappelijke, en zelfs budgettaire, kost van nu niet te investeren op termijn veel hoger kan oplopen. Het gaat om investeringen in schoolinfrastructuur, woonzorgcentra, openbaar vervoer, slimme energienetten, energieopslag en hernieuwbare energie. Als we de transitie naar een duurzame samenleving en economie willen realiseren, kunnen deze investeringen niet wachten. Zij zouden een zee van verschil maken voor de bouwsector in Vlaanderen.
Groen wil mee voorrang geven aan de mensen die het financieel moeilijk hebben. Maar de Vlaamse en federale regeringen mogen dit niet als excuus gebruiken om de groep die daar net boven zit, en die het in deze crisistijd ook zwaar heeft, telkens opnieuw steun te ontzeggen.
Het ontmoedigen van renoveren heeft een grote sociale, ecologische en economische kost. Zelfs een besparingsregering zou daar niet blind voor mogen zijn.