column

Bevrijd het Vlaams Parlement

Advocaat grondwettelijk recht en praktijkassistent KU Leuven

Het Vlaams Parlement heeft veel te weinig tanden. De nieuwe legislatuur biedt een kans om dat te veranderen.

Het Vlaams investituurdebat, traditioneel het eerste parlementair debat dat vonken geeft, legde vorige week opnieuw een oud zeer bloot: de Vlaamse hoogmis van de democratie komt in de praktijk vaak neer op een sober theekransje. Het debat was weinig snedig, de discussies verzandden in trivialiteiten en de tussenkomsten waren technisch en misten elke bezieling. Wie het federale parlement gewend is, kijkt liever naar drogende verf dan naar een debat in het Vlaams Parlement.

  • De auteur
    Quinten Jacobs is advocaat grondwettelijk recht en praktijkassistent aan de KU Leuven.
  • De kwestie
    Het Vlaams Parlement speelt zijn grondwettelijke rol als waakhond van de regering onvoldoende. Dat komt onder meer door het zwijgakkoord dat de meerderheidspartijen afsloten.
  • De conclusie
    De Vlaamse Parlementsleden hebben zelf de tools in handen om onder het juk van de particratie uit te raken. De nieuwe legislatuur biedt daartoe een uitgelezen kans.
Advertentie

Het Vlaams Parlement speelt zijn grondwettelijke rol als waakhond van de Vlaamse regering onvoldoende. Dat ligt voor een deel aan de regels die de instelling in haar reglement heeft opgenomen: het debat over de regeerverklaring of een actualiteitsdebat zijn inhoudelijk niet afgebakend, waardoor de tussenkomsten van de parlementsleden uitwaaieren naar de meest willekeurige thema’s. De duurdere dienstencheques, het cultuurbeleid en de focus op het Nederlands werden vorige week allemaal door de oppositie bekritiseerd, maar kriskras door elkaar en zonder veel samenhang. Bij gebrek aan gerichte discussie kon de fonkelnieuwe regering van Matthias Diependaele (N-VA) de wolk van kritiekpuntjes gemakkelijk wegblazen.

Wie het federale parlement gewend is, kijkt liever naar drogende verf dan naar een debat in het Vlaams Parlement.

Ook bij het ondervragen van een minister dreigt dat risico: na het antwoord van de minister op een parlementaire vraag mogen alle fracties hun zegje doen vooraleer het parlementslid dat de vraag stelde opnieuw mag inpikken. Dat verhindert niet alleen een scherpe repliek, het maakt ook dat de betrokken minister kan kiezen op welke tussenkomsten hij reageert, waardoor hij het debat eenvoudig uit de weg kan gaan. Zulke regeltjes maken het voor scherpe parlementsleden onmogelijk om via snedige een-op-eendiscussies een minister het vuur aan de schenen te leggen.

Zwijgakkoord

Ook het beruchte zwijgakkoord past in dat rijtje. De Vlaamse Parlementsleden van de meerderheidspartijen mogen al bijna 25 jaar geen enkel voorstel van decreet of zelfs maar niet-bindende resolutie indienen zonder voorafgaand akkoord van alle regeringspartijen. In de praktijk maakt dat van de parlementsleden van de meerderheidspartijen simpelweg stemmachines: ze moeten tegen alle voorstellen van de oppositie stemmen en mogen zelfs geen parlementair debat starten over thema’s waarover de regeringspartijen het oneens zijn.

Advertentie

Het beruchte plasje dat parlementslid Bart Dochy (CD&V) begin dit jaar plots moest doen op het moment dat over het stikstofdecreet moest worden gestemd, was de ultieme daad van groots parlementair verzet tijdens de vorige legislatuur. Is dat het dan, parlementaire democratie?

Advertentie

Nochtans kan het ook anders: op het federale niveau mogen parlementsleden van de meerderheid wél nog op eigen houtje initiatieven nemen. Zelfs de afspraak van de Arizona-partijen (N-VA, Vooruit, CD&V, Les Engagés en MR) gaat minder ver dan het zwijgakkoord: de Arizona-fracties stemmen niet voor voorstellen waarover onderling geen consensus is, maar kunnen wél wetsvoorstellen of resoluties indienen zonder fiat van de meerderheid, waardoor het normale parlementaire werk wel kan gebeuren.

Het Vlaams Parlement organiseert op zijn eigen onmacht.

Want laat er geen misverstand over bestaan: het Vlaams Parlement organiseert op dit moment zijn eigen onmacht. Geen enkele (grond)wettelijke regel verhindert de Vlaams Parlementsleden om hun grondwettelijke rol te spelen. Het zwijgakkoord is slechts een politieke afspraak die bestaat omdat parlementsleden zich er niet durven tegen verzetten. Parlementsleden bepalen zelf het reglement van het parlement. De Vlaamse Parlementsleden hebben dus de tools in handen om onder het juk van de particratie uit te raken.

Niet de partijvoorzitters of de regering werden op 9 juni verkozen, maar wel de parlementsleden. De nieuwe legislatuur biedt een uitgelezen kans om die macht ook te gebruiken. Maak van het Vlaams Parlement een echt parlement, dat zijn grondwettelijke opdracht serieus neemt, de nieuwe regering-Diependaele streng controleert en opnieuw respect afdwingt. Indignez-vous!

Advertentie
Gesponsorde inhoud