opinie

Burn-outs zijn niet louter werkgerelateerd, behandel ze dan ook niet zo

Steeds meer jonge werknemers zijn meer dan een jaar buiten strijd, meldde De Tijd deze week. Burn-out is een van de oorzaken. Het wordt tijd dat we die anders behandelen, schrijft Frauke Vandemeulebroucke, gespecialiseerd in cognitieve neuropsychologie.

In de DSM5, de globale diagnostische encyclopedie voor mentale problematiek, staat burn-out vermeld onder de categorie aanpassingsstoornis. In de beschrijving komt nergens de term ‘werk’ voor. In België wordt het begrip burn-out evenwel verengd tot een probleem dat louter werkgerelateerd is: de betrokkene is een workaholic, iemand die te veel opgaat in zijn werk, die zijn werk niet aankan of die er geen energie uit haalt. Maar de realiteit is: iedereen kan een burn-out krijgen, ook tieners en studenten, want het gaat over een overbelast brein.

  • De auteur
    Frauke Vandemeulebroucke is gespecialiseerd in cognitieve neuropsychologie.
  • De kwestie
    Steeds meer jonge werknemers zijn meer dan een jaar buiten strijd. Burn-out is een belangrijke oorzaak.
  • De conclusie
    Maak de betrokkenen van bij het begin duidelijk dat burn-out niet ontstaat op het werk. Geef ze inzicht in hun neurologische reflexen en een concrete prognose voor een terugkeer.
Advertentie
Advertentie

Een burn-out ontstaat niet op het werk, maar uit zich vooral in de werkcontext. Dat is niet verwonderlijk. Omdat we het merendeel van de tijd op het werk doorbrengen, wordt het al dan niet optimaal functioneren van het brein daar het snelst zichtbaar. Vaak werkt een situatie op het werk als trigger en brengt die de opbouwende opbranding tot een hoogtepunt. Wie met die klachten kampt, ervaart ook in de andere rollen van zijn leven overlast in zijn brein. Het werk is meestal niet meer dan een katalysator.

De eenzijdig focus op burn-out als een werkgerelateerd probleem heeft ook een effect op hoe de aandoening wordt behandeld. Dat kan indirect leiden tot angst om terug te keren naar de werkcontext. De fixatie dat je er ‘opnieuw moet staan’ om te herstarten leidt tot paniekaanvallen, angst en twijfel. Het is daarom belangrijk om vanaf het begin mee te geven dat de mentale opbranding niet alleen met de werkomgeving samenhangt.

Niet zelden raden zorgverleners aan van werk te veranderen. Dat dat een overbelast brein nog extra belast, vergeten ze.

Veel zorgverleners, maar ook bedrijfsartsen en controleartsen geven ‘voorzichtigheid’ als advies: je mag niet te snel herstarten, je moet oppassen niet te hervallen, je mag jezelf niet voorbijlopen, je mag niet over je grenzen gaan. Die adviezen zijn goedbedoeld, maar soms ook contraproductief. Ziekteverlof kan een noodzakelijke stap in de herstelfase zijn, maar het blijven verlengen van dat verlof kan ook een ander effect hebben. Zonder vaste dagelijkse structuren en zingeving kan de betrokkene in een sfeer van negatieve gedachten, twijfels en angsten terechtkomen. De mentale overbelasting neemt dan niet af, maar toe.

Niet zelden creëert de overfocus van zorgverleners op werk nog meer twijfel en onzekerheid, zeker bij iemand in het begin van een burn-out. De betrokkenen krijgen bij veel therapieën de bevestiging dat de job, de manager, de workload of de anderen het probleem zijn. Niet zelden raden zorgverleners aan van werk te veranderen. Dat dat een overbelast brein nog extra belast, vergeten ze.

Advertentie

Gekidnapt

Soms speelt de werkomgeving inderdaad een rol. Bij toxisch leiderschap, bijvoorbeeld. Maar daar kom je als persoon alleen achter door inzicht te krijgen in je eigen manier van denken en doen, los van de job.

Veel van de druk die de betrokkenen ervaren, leggen ze zichzelf op. Veel werkomgevingen zetten in op een gezonde work-lifebalance. Leidinggevenden tonen niet alleen meer begrip, er worden ook prioriteiten gesteld en takenpakketten ontlast. Soms worden servers zo geprogrammeerd dat het sturen van mails tussen bepaalde uren onmogelijk is.

Een dag is vaak niet alleen uitputtend door wat we doen, maar ook en vooral door hoe we denken.

Maar voor een brein met een verhoogde waakzaamheid maakt dat niets uit. Het doet je toch iets lezen, opzoeken of aanpassen. Je wordt gekidnapt uit het moment, wat het beleven van voldoening en het halen van innerlijke energie in het gedrang brengt. Ook het altijd zelf problemen willen oplossen - ‘want dan is het goed gedaan’- resulteert in een opgejaagd gevoel. Een dag is dan niet alleen uitputtend door wat we doen, maar ook en vooral door hoe we denken.

Advertentie

Laten we burn-out daarom anders behandelen. Voor een herstel moeten mensen meer inzicht krijgen in hun neurologische reflexen, in de verschillende contexten van hun leven. Zo fixeren ze zich niet alleen op de werkcontext, op bepaalde mensen of taken, wat hen de kans geeft sterker te worden.

Belangrijk is dat de betrokkene van bij het begin meekrijgt dat het gevoel van mentaal opgebrand te raken iedereen kan overkomen. Dat werk wel een rol speelt, maar niet aan de oorsprong van het probleem ligt. En dat het tijdelijk wegblijven uit de werkomgeving een belangrijke stap is om het brein te laten herstellen en andere manieren van denken, voelen en handelen te leren ontwikkelen.

Geef mensen ook een concrete prognose. Daarbij moet niet de werkcontext maar het herstel van de mentale overbelasting centraal staan, zodat ze de re-integratie ook als een deel van het herstel kunnen zien. Een duidelijk behandelingsplan biedt rust en perspectief.

Advertentie
Gesponsorde inhoud