opinie

Confederalisme is onze brexit

Professor Publieke Economie aan Stirling University in Schotland en verbonden aan de KU Leuven

Aan het confederalisme hangt, net als aan de brexit, een prijskaartje, maar dat werd losgeknipt van de hoofdprijs van totale autonomie.

‘Het land is geblokkeerd.’ ‘We leven in twee democratieën.’ ‘We betalen voor links beleid dat we niet willen.’ U kent de slogans. U kent ook het wondermiddel: confederalisme. Zodra confederalisme wordt ingevoerd, en we zowat alle bevoegdheden naar Vlaanderen en Wallonië hebben overgeheveld, kunnen we het potentieel van Vlaanderen ontketenen.

©rv

Dat dat herkenbaar klinkt, is geen toeval. Denk aan de recente kiescampagne in het Verenigd Koninkrijk. ‘Bent u het ook beu dat het land al zo lang lam ligt?’, herhaalde de Britse premier Boris Johnson in elk interview. Hij noemde slechts één uitweg: ‘Get Brexit done.’

Eén kernprobleem, één oplossing. Eenvoud triomfeert in zo’n politiek verhaal, en dat gaat naadloos voorbij aan een complexere realiteit. Eenvoud als politieke strategie slaat vaak aan in onzekere tijden of als het vertrouwen in de politiek zoek is.

Confederalisme en het soort harde brexit dat Johnson voorstelt, hebben niet alleen die eenvoud gemeen. Beide steken ook alle mogelijke nadelen weg.

Beide verhalen gaan ervan uit dat we kosteloos grenzen kunnen trekken in een markt of economie die zeer geïntegreerd is. Dat is natuurlijk nooit het geval.

Beide verhalen gaan ervan uit dat we kosteloos grenzen kunnen trekken in een markt of economie die zeer geïntegreerd is. Dat is natuurlijk nooit het geval. Als bedrijven voordien maar met één checklist van regels, belastingen of normen rekening moesten houden, dan zet het vermenigvuldigen van die lijstjes hun waardeketen onder druk. Wat wordt ingeboet aan efficiëntie wordt vaak doorgerekend in stijgende consumentenprijzen. Bedrijven die terugplooien op kleinere markten stellen bovendien minder mensen tewerk en investeren minder in innovatie.

Daar komt bovenop dat, als de grenzen eenmaal getrokken zijn, overheden in de verleiding komen elkaar te bekampen met hun regels. Belastingen verlagen om meer economische activiteit en dus belastingopbrengsten aan te trekken, klinkt altijd goed. Tot de andere kant exact hetzelfde doet.

Die race to the bottom is voor niemand goed nieuws, omdat uiteindelijk minder inkomsten overblijven om pakweg de kwaliteit van de gezondheidszorg op peil te houden. Kijk maar naar de kelderende tarieven van de bedrijfsbelasting in zowat alle OESO-landen, waarbij het ene land het andere misschien een paar jaar voor kon blijven, maar nooit lang genoeg.

Solidariteitsmechanisme

Beide politieke verhalen veronderstellen ook dat alle betrokken partijen meteen akkoord gaan met de voorgestelde oplossing. De brexit is verre van in kannen en kruiken nu Johnson zijn meerderheid in het parlement heeft. Verwacht jarenlange onderhandelingen over de handelsrelaties tussen de EU en het VK, met meer van hetzelfde politieke getouwtrek.

Waarom zou dat in België anders verlopen? De huidige politieke impasse zal klein bier zijn vergeleken met onderhandelingen over het afbouwen van de staatsschuld, of het onder curatele stellen van het Brussels Gewest, twee van de controversieelste aspecten in het confederale plan. Ook over het voorgestelde solidariteitsmechanisme, waarvan nog altijd geen technische details werden vrijgegeven, zal niet snel een consensus worden gevonden. Of misschien wel, maar dan bouwen we wellicht de transfers niet af.

De meest problematische gemene deler ten slotte is een kostprijs die zich moeilijk laat berekenen. Net door hun eenvoud dwingen beide politieke verhalen kiezers kleur te bekennen: je bent voor of je bent tegen. Ruimte voor nuance gaat verloren. ‘Echte’ Vlamingen worden geplaatst tegenover Walen of stedelijke Vlamingen, Londenaars of Schotten tegenover de rest van Engeland. Het georganiseerde meningsverschil waarop onze democratie steunt, kan nooit werken in een dergelijke sfeer, waarin het andere kamp per definitie ongelijk heeft. Op lange termijn ondergraaft dat ieders welvaart.

De huidige politieke impasse zal klein bier zijn vergeleken met onderhandelingen over het afbouwen van de staatsschuld of het onder curatele stellen van het Brussels Gewest.

Beide politieke verhalen hebben een prijskaartje dat werd losgeknipt van de hoofdprijs van de totale autonomie. Maar misschien is die autonomie het wel waard?

Ook hier blijven de gelijkenissen overeind. Veel van de verzuchtingen kunnen opgelost worden met de bevoegdheden die het VK in handen heeft. Zo ook in België, waar het regionale niveau over voldoende hefbomen beschikt om een eigen economisch beleid uit te tekenen.

Wat niet wil zeggen dat er geen ruimte is voor een zevende staatshervorming, die de versnipperde bevoegdheden tussen overheidsniveaus beter aflijnt. Of die durft na te denken over een transparanter systeem zonder gemeenschappen, met drie of vier deelgebieden in plaats van zes. Of die een federale kieskring invoert, zodat politici de belangen van alle Belgen behartigen. Een dergelijk slagkrachtig en volwassen federalisme heeft geen prijskaartje, en levert gegarandeerd efficiëntiewinsten op.

Je kan zeggen dat de Britten blind waren voor die - eerder economische - afweging van kosten en baten, en koste wat het kost het Europese juk van zich wilden afwerpen. Als we de peilingen mogen geloven, stopt daar de gelijkenis met België. De meeste Vlamingen staan niet te springen voor een onafhankelijk Vlaanderen, maar willen gewoon een goed bestuurde overheid. Volwassen federalisme, dat aan beide kanten van de taalgrens voldoende politieke wil vergt, is de enige weg daarheen.

Lees verder
Gesponsorde inhoud