opinie

De lessen van de Weimarrepubliek

Hoogleraar geschiedenis, KU Leuven en Universiteit Maastricht

De Weimarrepubliek staat in Duitsland bekend als de afbraak van de democratie. De Belgische institutionele blokkering heeft niets met de Duitse situatie uit 1933 te maken.

Deze week 90 jaar geleden kwam in Duitsland Adolf Hitler aan de macht. Dat was het gevolg van een diepe crisis waarmee de Weimarrepubliek al sinds haar ontstaan na het einde van de Eerste Wereldoorlog te kampen had en die door het uitbreken van de economische wereldcrisis in 1929 nog was verergerd. Op 30 januari 1933 benoemde het Duitse staatshoofd, de oude rijksmaarschalk Paul von Hindenburg, Hitler tot kanselier van een nieuw kabinet. Daar waren jaren van diepe economische malaise aan voorafgegaan, en een klimaat van toenemend geweld en onstabiele presidentiële kabinetten die buiten het parlement om waren gevormd. De NSDAP van Hitler was sinds 1930 aan een stormachtige opmars bezig en stevende af op een volstrekte meerderheid in de Rijksdag. Duitsland stond aan de rand van een burgeroorlog. Maatregelen om de politieke en economische crisis tegen te gaan vergrootten de chaos eerder dan ze te verminderen.  

De essentie
  • De auteur: Georgi Verbeeck is hoogleraar Duitse geschiedenis aan de KU Leuven en de Universiteit Maastricht.
  • De stelling: 'Weimar' is cruciaal voor de Duitse politiek, en iets wat niet opnieuw mag gebeuren.
  • De conclusie: Leren uit het verleden mag niet leiden tot simplistische vergelijkingen met de Belgische politiek.

Hitler was aan de macht gekomen door de patstelling in het parlement en de electorale overmacht van zijn partij. Von Hindenburg had ruimschoots gebruikgemaakt van zijn volmachten en had in principe grote discretionaire bevoegdheden, maar stond sterk onder de invloed van machtige drukkingsgroepen.  Voor het staatshoofd en zijn achterban was de democratie meer een last dan een zegen.

Hitlers machtsovername was geen kantelpunt, zoals de nazi’s het graag voorstelden in hun propaganda over een glorieuze Machtergreifung. Voor hen was het het einde van een periode van chaos en verval en het begin van een nieuw Derde Rijk. Dat beeld van een pagina die radicaal werd omgeslagen, zinderde merkwaardig genoeg ook na bij de eerste naoorlogse generaties Duitsers. Die stelden Hitlers machtsovername maar al te graag voor als een dramatische breuklijn. Maar als het een brutale greep naar de macht was geweest, was het een gebeurtenis van buitenaf geweest waarvan ook zij, de ‘goede Duitsers’, het slachtoffer waren geweest. 

Abraakproces

Hitlers benoeming tot rijkskanselier was niets meer dan een momentopname in het afbraakproces van de democratie dat al langer was ingezet. Het duurde nog tot de zomer van 1934 voor de totale dictatuur een feit was. Maar vanaf 30 januari 1933 begon het Hitler-regime de democratie in sneltreinvaart te ontmantelen. Het parlement werd aan banden gelegd, de grondwet buiten werking gesteld, politieke partijen verboden. De ‘gelijkschakeling’ trof alle geledingen van de maatschappij en het geweld tegen de ‘vijanden van het regime’ werd gelegaliseerd. 

De relatief lange overgangsperiode van ongeveer vier jaar is belangrijk om in te zien dat dictators alleen de geschiedenis niet van de ene dag op de andere kunnen doen kantelen. Ook veel andere actoren, groepen en partijen spelen een belangrijke rol.  De Weimardemocratie heeft zich grotendeels zelf ten grave gedragen. 

Hitlers benoeming tot rijkskanselier was niets meer dan een momentopname in het afbraakproces van de democratie dat al langer was ingezet.

Voor het Duitsland na de Tweede Wereldoorlog werd ‘Weimar’ het grootst denkbare leermoment. De les die uit de catastrofe van 1933 werd getrokken, was dat politieke instabiliteit en arbitraire machtsconcentratie te allen tijde vermeden moeten worden en dat de democratie weerbaar moet worden tegen haar vijanden. Dat mene tekel speelt tot vandaag een cruciale rol in de Duitse politiek en in het zelfbeeld van de Duitsers. Vergelijkingen die werden gemaakt, waren in de eerste plaats negatief: Bonn ist nicht Weimar, klonk het geregeld voor 1989, en hetzelfde geldt nu nog voor Berlijn. Geschiedenis mocht zich juist niet herhalen.

Een verstandig en historisch onderlegd politicus als Bart De Wever doet nu wat hij politieke tegenstanders geregeld (terecht) verwijt: nogal snel en ondoordacht op zoek gaan naar historische overeenkomsten.

Lessen uit het verleden trekken is iets anders dan simplistische vergelijkingen maken. Ook in de Belgische politiek duikt het spook van Weimar weer op. Een verstandig en historisch onderlegd politicus als Bart De Wever doet nu wat hij politieke tegenstanders geregeld (terecht) verwijt: nogal snel en ondoordacht op zoek gaan naar historische overeenkomsten. Zeer zeker zijn er in België redenen te over om zich zorgen te maken over een dreigende institutionele blokkering. Maar in Duitsland stond in de tussenoorlogse periode de democratie zelf op het spel en de bereidheid om die met vreedzame middelen te blijven verdedigen. Werkelijk niets van de politieke configuratie die 1933 kenmerkte, is vergelijkbaar met de huidige situatie. En nog minder zijn de 14 jaar van de Weimarrepubliek te vergelijken met bijna twee eeuwen Belgische geschiedenis.

Het staat natuurlijk iedereen vrij om wat dan ook met elkaar te vergelijken, en waar dan ook overeenkomsten te zien, maar enige voorzichtigheid is altijd geboden.  Geschiedenis is geen dwingend keurslijf dat een naderende lotsbestemming vastlegt. 

Lees verder
Gesponsorde inhoud