Duaal banksysteem beter tegen bankruns dan digitale munten bij centrale banken
Om bankruns te vermijden kan worden geopteerd voor een tweeledig systeem van kredietbanken en depositobanken. Dat is beter dan je heil te zoeken in het aanhouden van individuele deposito's bij centrale banken.
Op de schoolbanken hebben we geleerd dat ‘banken intermediairs zijn die deposito's aantrekken om ze vervolgens uit te lenen’. Deposito's leiden tot leningen. Hoe meer deposito's een bank kan aantrekken, hoe meer leningen ze kan toestaan. Die visie vind je terug in nagenoeg elk artikel over de bancaire crisis, waarvan enkele recepten aanreiken om het bancaire systeem solider te maken.
CBDC's zijn een gecentraliseerd systeem aangestuurd door de overheid, terwijl een duaal banksysteem geniet van de dynamiek van de private sector.
Het idee dat banken intermediairs zijn die deposito's omzetten in krediet is totaal verkeerd. Het is het omgekeerde. Niet deposito's leiden tot kredieten, maar kredieten leiden tot deposito's. Te gek voor woorden? Absoluut niet. Het volstaat in de boekhouding van een bank te duiken om dat te begrijpen.
Wanneer u een hypothecaire lening aangaat van 300.000 euro, zal de bank dat bedrag boeken op de actiefzijde van haar balans als een vordering (op u). En nu komt het. Op de passiefzijde van haar balans zal de bank uw rekening crediteren voor hetzelfde bedrag. Het misverstand bestaat erin te denken dat de bank een andere depositorekening moet debiteren of een of andere cashreserve op haar actief moet aanspreken.
- De auteur
Jan Longeval is de eigenaar van Kounselor Consulting en de auteur van de economische en financiële nieuwsbrief Quo Vadis. - De kwestie
Sommigen prijzen CBDC's (central bank digital currencies) aan om bankruns de wereld uit te helpen. - Het voorstel
Een tweeledig systeem van kredietbanken en depositobanken is beter dan je heil te zoeken in het aanhouden van individuele deposito's bij centrale banken.
Dat zou het geval zijn mocht een partij zonder bankvergunning dat krediet toestaan. Als u geld leent aan een vriend, zult u uw eigen rekening moeten debiteren voor u een andere rekening kunt crediteren. Een bank moet dan niet doen. Ze kan zonder het geld ‘elders’ te moeten halen 300.000 euro aan krediet op haar actief boekhoudkundig spiegelen in een nieuw deposito van 300.000 euro op haar passief. De 300.000 euro hypothecair krediet zijn nieuw geld, dat de bank heeft gecreëerd uit het niets, in haar boekhouding, alleen met behulp van een computer.
Robuuster
Zodra je beseft dat banken geen deposito's nodig hebben om kredieten toe te staan en dat deposito's een gevolg zijn van kredietverlening in plaats van de oorzaak, kan je een nieuw bancair model bedenken dat robuuster is dan het huidige.
Een deposito staat op de balans van de bank en komt in gevaar als de bank failliet dreigt te gaan. Om spaarders tegen dat risico te beschermen heeft de overheid een depositowaarborgsysteem. Keer op keer blijkt dat echter niet te volstaan om bankruns te vermijden. Bij het eerste teken van onraad kiezen spaarders het hazenpad via een Start-to-Bankrun.
Dat lijkt irrationeel, maar het gaat voorbij aan de rationele overweging dat de probleembank door een periode van turbulentie zal gaan omdat ze wordt geliquideerd, geherstructureerd of overgenomen. Medewerkers vertrekken, in navolging van de klanten, ook bij bosjes of worden massaal ontslagen. Bedrijfsculturen en informaticasystemen moeten worden geïntegreerd en we weten allemaal hoe vlot dat doorgaans verloopt. Met die potentiële chaos in gedachten, kiezen mensen liever voor een andere bank.
Bij kredietbanken worden de inherente risico's verbonden aan kredietverlening en investment banking alleen gedragen door hun aandeelhouders en obligatiebeleggers.
Willen we bankruns tegengaan, dan is de betere oplossing te voorzien in twee types van banken: kredietbanken en depositobanken. De kredietbanken doen waar ze goed in moeten zijn: het verlenen van krediet. Om die reden mogen ze ook investment-bankingactiviteiten ontwikkelen. De inherente risico's verbonden aan kredietverlening en aan investment banking worden alleen gedragen door hun aandeelhouders en obligatiebeleggers. Zij zijn de verschaffers van permanent kapitaal. Dat sluit niet alleen beter aan op het risico dat eigen is aan kredietverlening en investment banking, maar ook op de illiquiditeit die inherent is aan kredietverlening. Aandeelhouders en obligatiebeleggers kunnen hun inleg niet zomaar opvragen.
Overheidswaarborg
De deposito's gecreëerd door de kredietbanken dienen om investeringen te financieren, niet om werkloos op een rekening bij de kredietbank te blijven staan. Het is daarom logisch dat ze worden overgeschreven naar een andere rekening, bij een depositobank, die het betalingsverkeer organiseert.
De niet-gewaarborgde rekeningen hebben uitzicht op een hogere rentevergoeding omdat er meer risicovolle beleggingen tegenover mogen staan, maar ze dragen dan ook zelf het risico.
De tegoeden bij de depositobanken kunnen worden opgesplitst in twee types: een met en een zonder overheidswaarborg. Wie voor de eerste kiest, krijgt een navenant lage rentevergoeding. De depositobank moet de relatief veilige activa waarin die deposito's belegd worden afzonderen van de activa die tegenover de rekeningen van het tweede type staan.
De niet-gewaarborgde rekeningen hebben uitzicht op een hogere rentevergoeding, omdat er meer risicovolle beleggingen tegenover mogen staan, maar ze dragen dan ook zelf het risico. En er is natuurlijk altijd de keuze cashoverschotten te beleggen in effecten, die buiten de balans van de bank staan en geen kredietrisico op de bank hebben.
Dat systeem is een beter alternatief voor het aanhouden van private deposito's bij de centrale bank via de CBDC's (Central Bank Digital Currencies) die vandaag als mirakeloplossing naar voor worden geschoven. CBDC's zijn een gecentraliseerd systeem aangestuurd door de overheid, terwijl een duaal banksysteem geniet van de dynamiek van de private sector.