opinie

Europa kan niet anders dan meedoen met subsidiefeest

Executive director ngo Transport & Environment

De Amerikaanse Inflation Reduction Act (IRA) is van een ongekende generositeit. Zonder ‘Europese vuurkracht’ vertrekt een groot deel van onze cleantechindustrie wellicht voorgoed. Het subsidiefeest moet snel ophouden. De EU moet de VS aan de onderhandelingstafel krijgen.

Op het Wereld Economisch Forum in Davos beloofde Commissievoorzitster Ursula Von der Leyen 'vuurkracht' om de Europese groene transitie te versnellen en een antwoord te bieden op de Amerikaanse Inflation Reduction Act (IRA) en het Chinees staatskapitalisme. Vorige week verduidelijkte Von der Leyen dat Europa denkt aan een ‘IRA matchingclausule’, zodat EU-landen gul met subsidies kunnen strooien voor bedrijven die overwegen naar Amerika uit te wijken.

Er stonden zo’n 50 batterijfabrieken in de steigers. Bedrijven als Umicore, BASF en Solvay zouden belangrijke toeleveranciers voor die fabrieken worden, en bedrijven als Volvo en Audi grote afnemers. Dit alles staat nu op losse schroeven.

Het is duidelijk dat industrieel beleid risico’s inhoudt, zoals Ivan Van de Cloot onlangs terecht opmerkte. Maar de VS laten Europa weinig keuze.

Volgens Credit Suisse delen de VS in de komende tien jaar 152 miljard dollar steun voor elektrische voertuigen (EV) en batterijen uit. Voor batterijen zijn er directe subsidies ter waarde van 45 dollar/kWh, tegenover gemiddelde EV-batterijprijzen van 138 dollar/kWh (Tesla betaalt wellicht een pak minder). En dan zijn er nog de andere subsidies, voor schone energie, grondstoffen en batterijmaterialen, en de aanschafsubsidies voor stekkerauto’s Made in America. Je moet gek zijn om niet in de VS te produceren.

De essentie
  • De auteur
    William Todts is executive director van de ngo Transport & Environment.
  • De kwestie
    Ursula von der Leyen, de voorzitster van de Europese Commissie, zei vorige week op het Mediafin-event The Future of Europe dat Europa denkt aan een ‘IRA matchingclausule’, zodat EU-landen gul met subsidies kunnen strooien voor bedrijven die overwegen naar Amerika uit te wijken.
  • Het voorstel
    Europa heeft weinig keuze. Zonder die ‘Europese vuurkracht’ vertrekt een groot deel van onze cleantechindustrie wellicht voor goed. Maar het subsidiefeest moet snel ophouden. De EU moet de VS aan de onderhandelingstafel krijgen.

Dat is vooral voor batterijen een gigantisch probleem voor Europa. De recente beslissing om vanaf 2035 alleen nog emissievrije voertuigen toe te laten betekent dat Europa een enorme markt wordt voor batterijvoertuigen. Er stonden zo’n 50 batterijfabrieken in de steigers. Bedrijven als Umicore, BASF en Solvay zouden belangrijke toeleveranciers voor die fabrieken worden, en bedrijven als Volvo en Audi grote afnemers.

Dat alles staat nu op losse schroeven. Wat moet Europa doen? Voor landen met een belangrijke chemie-, batterij- of auto-industrie is niets doen geen optie. Het klimaatbeleid overboord gooien en terugvallen op diesel is industriële nonsens. Als de IRA een ding bewijst, is het wel dat cleantech en stekkerauto's de toekomst zijn. Tegelijkertijd is er weinig animo om een handelsoorlog te beginnen met onze Amerikaanse militaire beschermheren. Dus moeten we deels meegaan in het opbod.

Doelgericht

Het antwoord van de EU moet doelgericht zijn. Subsidies moeten beperkt zijn tot cleantechbedrijven die getroffen wordt door de IRA, in het bijzonder batterijen en aanverwante sectoren als kathodenproductie. Het ‘gevaar’ is niet voor elke sector even groot. De kans dat de VS binnenkort waterstof naar Europa exporteren is bijvoorbeeld nihil. Voor de windindustrie is de IRA een kans.

Er is ook nood aan vereenvoudiging, vooral voor groene projecten. De kracht van de IRA is niet alleen de omvang van de subsidies, maar ook het ontwerp ervan. Het is een federaal instrument, het is eenvoudig en voorspelbaar, en het beloont echte productie. Ook de EU moet weg van bureaucratische, jarenlang aanslepende subsidie- en vergunningsaanvragen voor windmolens, transmissielijnen of batterijfabrieken.

Naast vereenvoudiging is voor industrieel beleid ook geld nodig. Zonder Europa gaan de landen met de diepste zakken de subsidierondes monopoliseren. Dat ondergraaft de interne markt.

Leningen van de Europese Investeringsbank - zoals voorgesteld door EU-president Charles Michel en premier Alexander De Croo - volstaan niet. Maar een herhaling van het coronaherstelfonds, waar zonder veel visie of sturing honderden miljarden aan nationale regeringen werden gegeven, is geen goed idee. De financiering moet op EU-niveau beheerd of gestuurd worden, onder meer om projecten te vermijden die technologisch of financieel niet levensvatbaar zijn, denk aan BritishVolt.

Quid pro quo

Bedrijven gaan enorm voordeel halen uit de subsidieoorlog. Dus moet er een quid pro quo voor de belastingbetalers zijn, zoals bijvoorbeeld strengere klimaateisen. De EU werkt aan nieuwe CO2-normen voor zware vrachtwagens. Strenge eisen die de helft van de nieuwe trucks in 2030 emissievrij maken, zullen de vraag naar batterijen aanwakkeren en garanderen dat goederen en pakjes schoner en goedkoper aan onze deur geleverd worden.

De EU kan een grotere zekerheid van de vraag creëren met een Europese verplichting - naar Belgisch model - om bedrijfswagens volledig elektrisch te maken vanaf 2027. België zou hier als bijna-EU-voorzitter bij de Commissie op moeten aandringen.

Autobouwers moeten meer elektrische voertuigen produceren, instapmodellen op de markt brengen en de wachttijden wegwerken. De EU kan een grotere zekerheid van de vraag creëren met een Europese verplichting - naar Belgisch model - om bedrijfswagens vanaf 2027 volledig elektrisch te maken. België zou daar als bijna-EU-voorzitter bij de Commissie op moeten aandringen.

Dat alles kan een turbo zetten op fossielvrije mobiliteit en energie. En tegelijk de Europese afhankelijkheid van geïmporteerde olie en gas en van toeleveringsketens voor batterijen die afhangen van China verminderen. Dat laatste is overigens de belangrijkste reden voor de totstandkoming van de IRA.  

Maar uiteindelijk moet het subsidiefeest snel ophouden. De EU moet proberen de VS aan de onderhandelingstafel te krijgen om de weg vrij te maken voor een gecontroleerde en vroegtijdige stopzetting van productiesubsidies. Batterijen en elektrische voertuigen kunnen nu al concurreren met diesel en benzine zonder dit soort subsidies. De schaarse klimaatfondsen worden beter besteed aan andere zaken.

Lees verder
Gesponsorde inhoud