‘Ge moogt de bonden niet tegen hebben'
Vreugdetweets alom gisteren bij CD&V. En odes aan het sociaal overleg. Want dat is gered nu het ACV het sociaal akkoord heeft goedgekeurd.
Vooral Kris Peeters werd daarbij op het schild gehesen. Het is de man gegund, na de inspanningen die het hem kostte om de ACV-top mee aan boord te trekken na maanden van sociale onrust.
De opluchting moet groot geweest zijn. Want het was al even duidelijk dat de stemming bij het ACV een dubbeltje op zijn kant zou worden. Uiteindelijk rolde het de juiste kant uit: 52 procent van de algemene vergadering stemde voor.
Helaas zijn de redenen tot vrolijkheid daarmee al opgebruikt.
Want 52 procent is een historisch lage steun voor een akkoord dat onderschreven werd door de top. Het wijst op fundamentele onvrede in de vakbond.
Verontrustender voor Peeters - en al even ongebruikelijk - is dat het ACV tegelijk met zijn fiat voor het akkoord nieuwe acties aankondigt. Dat botst met een basisregel van het sociaal overleg, die stelt dat vakbonden in ruil voor toegevingen sociale vrede beloven. Die lijkt niet meteen voor morgen. Integendeel, het gemeenschappelijk vakbondsfront dat even op barsten leek te staan gaat zich gezwind beraden over nieuwe acties tegen de regering.
ACV-voorzitter Marc Leemans sloot nieuwe stakingen zelfs niet uit. En hij voegde er meteen aan toe dat deze regering - u weet wel, die met Kris Peeters erin - ‘nog geen enkele tegemoetkoming’ heeft gedaan. En voor wie dat nog te wazig vond: ‘Deze regering rijdt niet voor de gewone man’.
Het is tekenend dat zelfs na die belofte van blijvend verzet tegen de regering nog steeds maar nipt de helft voor het akkoord stemde. Want zelfs al vind je de tegemoetkomingen te beperkt, als ze je niet verhinderen acties te blijven voeren, waarom zou je dan niet voor stemmen?
Een morrende achterban en sociale verkiezingen die steeds dichterbij komen zijn niet van aard om het discours van Leemans te milderen.
De druk op CD&V om haar sociaal gelaat te tonen en een wezenlijke taxshift naar vermogens binnen te halen wordt enkel groter, en de links-rechtsbreuklijn in de federale regering bijgevolg almaar dieper. We zijn dus waarschijnlijk nog niet verlost van de dagelijkse portie relletjes.
Een morrende achterban en sociale verkiezingen die dichterbij komen zijn niet van aard om het discours van Leemans milder te stemmen.
En de wederzijdse irritaties waren al zo groot. Dat minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) enkele dagen voor de cruciale ACV-stemming de vakbondsmensen op de kast joeg door in deze krant hun hoop op een stevige vermogenswinstbelasting de grond in te boren, werd op het kabinet-Peeters niet echt geapprecieerd. En dan waren de uitspraken van Zuhal Demir (N-VA) over het beperken in de tijd van de werkloosheidsuitkeringen nog niet eens verteerd. Omgekeerd gaat de ergernis bij de N-VA en Open VLD over Peeters’ profilering evenzeer al maanden crescendo. En de dubbelzinnige houding van het ACV zal hun liefde voor het sociaal overleg niet meteen versterken.
CD&V moet stilaan oppassen dat haar rechtervleugel niet teveel begint te foeteren.
Bij sommige christendemocraten moet de heimwee naar de dagen in Poupehan groot zijn. Een voorganger van Marc Leemans, Jef Houthuys, zat daar nog gezellig samen met premier Wilfried Martens, diens adjunct-kabinetschef Fons Verplaetse en Hubert Detremmerie, de baas van de ACW-bank Bacob, om het herstelbeleid van de toenmalige centrumrechtse regering uit te tekenen. ‘Fons, Hubert, Wilfried, jullie zeggen wat er moet gebeuren. Ik zal ervoor zorgen dat het kán gebeuren’, klonk het toen bij Houthuys, schrijft Martens in zijn memoires. ‘Het was allemaal niet zo democratisch, maar het heeft wel gewerkt’, oordeelde Verplaetse recentelijk nog in Het Laatste Nieuws.
Misschien wordt de regering-Michel de eerste die structureel tegen de twee grote vakbonden in moet regeren.
30 jaar later zijn de machtsverhoudingen gewijzigd. De vakbond volgt niet meer zomaar de partij. En de afgevaardigden niet de vakbondstop, bleek gisteren. CD&V zit ook niet langer in het centrum van de macht, maar probeert zich te handhaven in een coalitie met drie rechtsere partijen.
Misschien wordt de regering-Michel de eerste die structureel tegen de twee grote vakbonden in moet regeren. Dat kan lastiger zijn dan regeren met maar één Franstalige partij.
Of om het met Verplaetse te zeggen: ‘Het is niet nodig dat ge de bonden mee hebt, maar ge moogt ze niet tegen hebben.’
Meest gelezen
- 1 Filosoof-econoom Ingrid Robeyns: ‘Beperk rijkdom tot 2 miljoen euro per koppel'
- 2 In de Westhoek, waar een betonstop steeds verder weg is: 'Hier is de grote villa met tuin de realiteit'
- 3 Speelgoedkoning Koen Nolmans: 'Ik bewijs dat fysieke winkels geen dinosaurussen zijn'
- 4 Eerste Cybertruck geleverd, de pick-up waarmee Tesla ‘eigen graf graaft’
- 5 Professor Marc De Vos: 'Europa is in recordtempo een federale staat aan het worden'