opinie

Geef gevluchte Oekraïners een rol in de opvang van landgenoten

Hoogleraar Economie en Conflicten, Solvay School, ULB

Als we de Oekraïense vluchtelingen goed willen opvangen en de impact van de oorlog op hen willen beperken, moeten we inventief zijn op de langere termijn. Wetenschappelijk onderzoek toont de weg.

De beelden van de vernietiging van steden in het oosten en zuiden van Oekraïne zijn hartverscheurend. Ze tonen aan dat de keuze van vele Oekraïense gezinnen om vrouwen en kinderen in veiligheid te brengen, de juiste was. Bombardementen, vernieling, chaos en grootschalig lijden hebben een traumatiserend effect op iedereen, maar vooral op kinderen. De onmiddellijke bescherming van de fysieke en mentale gezondheid van de kinderen is een belangrijke stap. Ze verhindert of beperkt de schade aan hun groei en ontwikkeling.

De essentie
  • De auteur: Philip Verwimp, hoogleraar economie en conflicten aan de Solvay School en de ULB.
  • De kwestie: Hoe vang je de gevluchte Oekraïeners zo goed mogelijk op?
  • Het voorstel: Wetenschappelijk onderzoek biedt een goede gids voor richtlijnen voor de opvang.
Advertentie

Om de gevolgen voor de gevluchte Oekraïeners te beperken kunnen heel wat maatregelen genomen worden. Op korte termijn is humanitaire hulp nodig. De reacties van de (Oost)-Europese bevolking blijken bijzonder gul en verwelkomend te zijn, in schril contrast met eerdere vluchtelingencrisissen.  Op iets langere termijn moeten we inventief zijn. Er bestaat heel wat onderzoekswerk over hoe je vluchtelingen het beste kan helpen. Enkele van de bevindingen:

Goederen geven is goed, geld is beter. Zowel voor voedsel, kleding en medicijnen weet de vluchteling beter dan de donor wat hij nodig heeft. Met een gelddonatie voorkom je de verkeerde hulp te geven. Het succes van de oproep van het consortium 12-12 is daarom geweldig.

Goederen geven is goed, geld is beter. Zowel voor voedsel, kleding en medicijnen weet de vluchteling beter dan de donor wat hij nodig heeft.

Advertentie

De hulp moet niet afhankelijk gemaakt worden van het ‘goede’ gedrag van de vluchteling, zoals het naar school sturen van de kinderen. Grootschalig onderzoek waarbij één groep geld kreeg op voorwaarde dat ze de kinderen naar school stuurde en een andere groep hetzelfde bedrag ontving zonder die voorwaarde, bleek geen verschil te vinden: de eerste groep stuurde haar kinderen ook naar school.  

Ook moeten we de capaciteiten van de vluchtelingen ten volle aanwenden. Onder de vluchtelingen die naar België komen, zijn er zeker leerkrachten. We kunnen hen vragen in het Oekraïens les te geven. Dat voorkomt dat de gevluchte kinderen lang geen scholing krijgen. De kinderen kan dan een veilige ruimte worden aangeboden waarin ze kunnen spelen en leren met anderen die hun taal begrijpen.

We kunnen gevluchte Oekraïense leerkrachten vragen hier in het Oekraïens les te geven. Dat voorkomt dat kinderen lang geen scholing krijgen.

De leerkrachten zullen blij zijn hun capaciteiten te kunnen inzetten. Ook dat gegeven komt uit onderzoek naar voren: vluchtelingen vinden de gedwongen inactiviteit en afhankelijkheid heel erg. Bovendien lijkt het zo dat de meeste vluchtelingen na de oorlog terug naar Oekraïne willen gaan, om hun land mee herop te bouwen. Op korte termijn Nederlands leren is dus geen prioriteit. Als na verloop van tijd een aantal onder hen toch hier blijft, kan op dat moment een traject worden opgelegd waarbij ze integreren in ons onderwijssysteem.

Behalve leerkrachten zijn er zeker ook psychologen en maatschappelijk werksters onder de vluchtelingen. Zij kunnen ingezet worden om de mentale gezondheid van de andere vluchtelingen te bewaken. Vele vrouwen worstelen met een grote onzekerheid over het lot van hun echtgenoten en broers die ze in Oekraïne hebben achtergelaten. Uit onderzoek weten we dat de mentale gezondheid van vluchtelingen geen prioriteit is voor de landen die hen opvangen. Onze eigen jeugdzorg en de sector van de mentale hulpverlening zijn al overbevraagd en onderbemand.

De Oekraïners komen niet naar België om jobs in te vullen, ze zijn oorlogsvluchtelingen. Naarmate hun verblijf langer duurt, is de vraag naar integratie op de arbeidsmarkt echter terecht.

De Oekraïners komen niet naar België om jobs in te vullen, ze zijn oorlogsvluchtelingen. Naarmate hun verblijf langer duurt, is de vraag naar integratie op de arbeidsmarkt echter terecht. Onze economie wordt geconfronteerd met een tekort aan geschikte arbeidskrachten. Ongetwijfeld zijn er bij de vluchtelingen mensen met het juiste profiel om bepaalde jobs in te vullen. Laat ons hen inzetten, ook al is dat op tijdelijke basis. De werknemer zal tevreden zijn, hij kan de opgedane ervaring en kennis naar Oekraïne meenemen als de oorlog voorbij is en de werkgever heeft ten minste tijdelijk een oplossing gevonden.

Tot slot moeten we stilstaan bij het grote verschil tussen de opvang van Oekraïense vluchtelingen door particulieren en de opvang in centra. Wie bij een gezin thuis verblijft, zal een beroep kunnen doen op het netwerk en de zorg van dat gezin. Dat kan mentale rust bieden. Aan de andere kant moeten we erover waken dat het gastgezin goed geïnformeerd blijft en gecontacteerd wordt als er collectieve actie wordt ondernomen, zoals rond onderwijs voor de kinderen of een jobbeurs. De gastgezinnen mogen niet aan hun lot worden overgelaten. Misschien zijn velen enthousiast om vluchtelingen een of meerdere maanden op te nemen, maar niet noodzakelijk voor meer dan zes maanden.

Advertentie

In het nieuws

Alle artikels meer
In Tel Aviv wordt al maanden geprotesteerd om de gijzelaars vrij te krijgen.
Zowel Biden als Trump steekt pluim op zijn hoed over vredesakkoord in Gaza
Na wekenlange onderhandelingen is zowel Israël als Hamas bereid een vredesakkoord te sluiten. In ruil voor een gedeeltelijke terugtrekking van Israëlische troepen uit Gaza zal Hamas tientallen gijzelaars vrijlaten. De Amerikaanse president Joe Biden noemt het akkoord historisch, maar ook zijn opvolger Donald Trump klopt zich op de borst.
Gesponsorde inhoud