opinie

Het Verenigd Koninkrijk 2.0

55 procent van de Schotse burgers ziet geen heil in een onafhankelijk Schotland. Hoe eenduidig die uitslag ook lijkt, we moeten hem steeds op twee manieren interpreteren. En als keerzijden van dezelfde medaille

Door Willem Sas. Hij doctoreert over 'fiscal federalism' aan het Centrum voor Economische Studiën van de KU Leuven 

Om te beginnen zou je kunnen zeggen dat het gezond verstand heeft overwonnen. Het lijkt erop dat de kiezer zijn lessen trok uit een rapport van het The Institute of Fiscal Studies, een onafhankelijk onderzoekscentrum, waarin de budgettaire houdbaarheid van een onafhankelijk Schotland niet hoog wordt ingeschat. Sterk afnemende oliereserves en een vergrijzende bevolking leiden zelfs in de meest rooskleurige scenario’s tot tekorten en een oplopende overheidsschuld.

En dan spreken we nog niet van de andere te verwachten kosten van een splitsing. De onzekerheid over de aan te nemen munteenheid, de verdeling van de staatsschuld, of de toetreding tot de Europese Unie zouden de intrestvoet waartegen een Schotse overheid kan lenen nog meer de hoogte in jagen. Ook het oprichten van een gloednieuwe staatsstructuur kost geld.

Los van zulke overgangskosten zijn er de blijvende welvaartskosten van een splitsing. Schaalvoordelen in bijvoorbeeld defensie, buitenlandse zaken of handel gaan verloren, en een geïntegreerde markt wordt de facto gesplitst. Zonder een coördinerende centrale overheid gaan regulering en belastingbeleid meer en meer uiteenlopen, wat een efficiënte marktwerking ondergraaft. Een gesplitste sociale zekerheid kan dan weer ongewenste concurrentie veroorzaken. In elk geval; splitsen houdt economisch zelden steek, en de Schotse kiezer lijkt te beseffen dat de voordelen niet opwegen tegen de nadelen.

Splitsen houdt economisch gezien zelden steek.

Dat brengt ons bij de keerzijde van de medaille. De voordelen vallen namelijk perfect te realiseren in een federale staatsstructuur, op voorwaarde dat die is afgestemd op de wensen en de noden van haar burgers. Zelfbestuur, eigen bevoegdheden, eigen belastingen, het kan allemaal in een federatie, zonder dat daar een nodeloos hoog prijskaartje van een splitsing aan moet vasthangen. En ook dat schijnt de Schotse kiezer te hebben ingezien.

Het is hier dat het ‘better together’- kamp uiteindelijk zijn slag heeft thuisgehaald. Door enkel in te zoomen op de doemscenario’s van een splitsing zagen die voorstanders van de unie lang de kern van de zaak over het hoofd. De positieve kant, de voordelen die een goed geoliede federatie aan al haar burgers levert, werden te weinig in de verf gezet. Pas toen Gordon Brown het roer omgooide en een verhaal bracht dat eenheid, samenhorigheid, solidariteit, maar ook ruimte voor diversiteit en autonomie verbond binnen een Verenigd Koninkrijk 2.0, keerde het tij.

©RV DOC

Het is die belofte van een federaal Verenigd Koninkrijk, letterlijk onderschreven door Cameron en andere Engelse politici, die nu vooral niet vergeten mag worden. Er ligt immers nog veel werk op de plank. Ten eerste moet men zich de vraag stellen hoe die federale structuur er daadwerkelijk zal uitzien. Wales en Noord-Ierland hebben op dit moment evenveel bevoegdheden, maar een pak minder dan Schotland met zijn eigen parlement en regering. Engeland is zelfs enkel een deelstaat in naam, en valt volledig onder voogdij van de Britse regering.

Meer en meer stemmen gaan nu op voor een evenwichtig federalisme, waarbij alle deelstaten over dezelfde wetgevende en uitvoerende macht kunnen beschikken. Ten tweede moet worden beslist welke bevoegdheden men bij die nieuwbakken deelstaten wil onderbrengen. Wat dat betreft kan Schotland nu al wedijveren met de regio’s in België, die zelf dicht in de buurt komen van wat de economische theorie voorschrijft. De grootste decentralisatie in Schotland zal bijgevolg vallen aan inkomenszijde, met de beloofde fiscale autonomie. Momenteel zo goed als onbestaande, blijft de vraag welke belastingen men wil overdragen om die autonomie te verhogen. Een groot deel van de inkomensbelasting op arbeid of de btw is daarbij een kanshebber, samen met de erfenisrechten.

Ten slotte mag je vooral niet vergeten dat 45 procent van de Schotten nog niet overtuigd is van zo’n federaal project. Diversiteit en eigenheid - zowel cultureel als economisch - valt in hun ogen niet te rijmen met een federale eenheid waar iedereen bij wint. Aan alle federaal verkozen politici, in eender welke federatie, om te bewijzen dat het wel kan.

Lees verder
Gesponsorde inhoud