opinie

Houdbaarheid overheidsfinanciën vergt investeringen

Minister van Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal

Men zegt ons: ‘bezuinigingen in naam van de toekomstige generaties’, ik zeg: ‘massale investeringen in naam van de toekomstige generaties’.

In het debat over het Europese begrotingsbeleid volgen analyses en voorstellen voor een terugkeer naar de begrotingsorthodoxie elkaar op. Ze lijken niet alleen op elkaar, maar ook op die van de jaren negentig.

Het begrotingsbeleid waar vandaag wordt voor gepleit, zal de tekorten van morgen vergroten. Wie vandaag beweert onze overheidsfinanciën te willen redden, legt de basis voor een toekomstige begrotingsontsporing.

Dat is een probleem, omdat de oplossingen van soberheid en orthodoxie 30 jaar geleden al niet onderbouwd waren. Men moet maar kijken naar de begrotingssituatie waarin dit beleid ons vandaag heeft gebracht. Wie nu kijkt met een bril van toen, verhult de realiteit die op onze overheidsfinanciën drukt, zoals de kosten van de desinvesteringen in openbare diensten (denk aan het spoorwegongeluk in Griekenland) of de kosten van de klimaatcrisis en het verlies aan biodiversiteit (zoals de verhuizing van bevolkingsgroepen).

Dat alles is wetenschappelijk gedocumenteerd. De droogte van de Rijn kostte Duitsland in 2018 0,4 procent van zijn bruto binnenlands product. De overstromingen van juli 2021 in Wallonië kostten het gewest 1,03 miljard en de verzekeraars 963 miljoen euro. Maar geen woord daarover in de analyses en de toespraken van de Belgische of Europese institutionele spelers.

De essentie
  • De auteur
    Zakia Khattabi (Ecolo) is minister van Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal.
  • De kwestie
    Er woedt een debat over de houdbaarheid van onze overheidsfinanciën.
  • Het voorstel
    Het begrotingsbeleid is eerst en vooral een maatschappelijke keuze, een politiek debat waarbij we moeten eisen dat onze instellingen de uitdaging van de transitie in al haar dimensies integreren en verder kijken dan de volgende verkiezingen.

Het begrotingsbeleid waarvoor vandaag wordt gepleit, zal de tekorten van morgen vergroten. Wie vandaag beweert onze overheidsfinanciën te willen redden, legt de basis voor een toekomstige begrotingsontsporing.

Keynes

Ik ben voor het sturen en faciliteren van een economie zoals geschetst door de Britse econoom John Maynard Keynes. Een overheid moet investeren in de economie om herstel te stimuleren, vooral tijdens of kort na crisissen. Men zegt ons: ‘bezuinigingen in naam van de toekomstige generaties’, ik zeg: ‘massale investeringen in naam van de toekomstige generaties’. De houdbaarheid van de overheidsfinanciën zal afhangen van de investeringen die we bereid zijn te doen, niet van de besparingen.

Toch was deze legislatuur van de Europese Commissie (2019-2024) onder goede omstandigheden begonnen. De Europese Green Deal (EGD) werd goedgekeurd en de uitvoering ervan was in volle voorbereiding. Kort daarna brak de Covid-19-crisis uit. Regeringen moesten drastische maatregelen nemen om mensen en bedrijven te ondersteunen. Onder het welwillende oog van de Europese Unie.

Er was ook tijd voor bezinning. Men besefte dat business as usual geen optie was. Internationale instellingen, denktanks en universiteiten werkten onder de noemer Building Back Better aan plannen voor een ander soort ontwikkeling, die rekening houdt met mens en milieu en die ook tot economisch herstel kan leiden. Het door de EU gesteunde Plan voor Herstel en Veerkracht is ontwikkeld. De Do No Significant Harm-aanpak werd de milieu- en klimaattoets voor voorgestelde projecten.

Orthodoxie

De uitvoering van de EGD was in volle gang toen Rusland de oorlog tegen Oekraïne begon. Dat leidde tot een energiecrisis. Opnieuw moesten overheden drastische maatregelen nemen om mensen en bedrijven te ondersteunen. Onder het welwillende oog van de Europese Unie. De twee opeenvolgende crisissen hebben de rekeningen in het rood geduwd. De tenoren van de rechtervleugel van het politieke spectrum zien dat als een vruchtbare voedingsbodem om hun gebruikelijke refrein over de noodzakelijke budgettaire orthodoxie te herhalen.

Investeren in de transitie, in onze publieke dienstverlening, is de enige manier om de duurzaamheid van onze overheidsfinanciën en een menswaardig leven in een gezonde omgeving voor iedereen te garanderen.

Zouden de twee crisissen niet minder hevig hebben toegeslagen als de vorige regeringen de waarschuwingen van de wetenschappers ernstig hadden genomen, als 'regeren is vooruitzien’ was gevolgd, als de bescherming van de biodiversiteit een prioriteit was geweest, als de beheersing van de vraag en de duurzaamheid van de energievoorziening prioriteit hadden gekregen, als was geïnvesteerd? Zou onze veerkracht niet groter zijn geweest? Zouden we nu niet minder hoeven uit te geven om burgers en bedrijven te ondersteunen? Zou de staatsschuld evenveel zijn toegenomen?

De waarschuwingen gelden nog altijd. Nicolas Stern heeft in de Review on the Economics of Climate Change (2006) berekend dat maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen 1 procent van het wereldwijde bbp kosten, terwijl maatregelen om de samenleving aan te passen aan de klimaatverandering tussen 5 en 20 procent van het bbp kosten. De economische kosten van nietsdoen tegen de klimaatverandering zijn hoger dan die van de investeringen in een ambitieus klimaatbeleid.

Milieu

In september 2020 bleek uit een studie in opdracht van de Nationale Klimaatcommissie dat de totale kosten in België (impact op ecosystemen, infrastructuur, energievoorziening, land- en bosbouw, arbeidsproductiviteit, de verzekeringssector en gezondheid), die vooral worden veroorzaakt door extreme hitte, droogte en overstromingen, zullen toenemen en tegen 2050 bijna 9,5 miljard euro per jaar bedragen (ongeveer 2% van het Belgische bbp). Omgekeerd bedraagt de winst door de zachtere winters ongeveer 3 miljard euro per jaar (0,7% van het bbp). Maar ook kosten, zoals die voor de gezondheid van mens en milieu, moeten in aanmerking worden genomen.

Vergis u niet, het begrotingsbeleid is allesbehalve een technisch debat. Het is eerst en vooral een maatschappelijke keuze, een politiek debat waarbij we moeten eisen dat onze instellingen de uitdaging van de transitie in al haar dimensies integreren en verder kijken dan de volgende verkiezingsdatum.

Het is tijd om verder te gaan. Laten we de recepten uit het verleden achter ons laten. Investeren in de transitie, in onze publieke dienstverlening, is de enige manier om de duurzaamheid van onze overheidsfinanciën en een menswaardig leven in een gezonde omgeving voor iedereen te garanderen.

Lees verder
Gesponsorde inhoud