opinie

Maak van leren het centrum van de arbeidsmarkt

Al jaren wordt meer geïnvesteerd in levenslang leren, maar het rendement blijft achter. Meer van hetzelfde is met onze overheidsschuld en slabakkende productiviteit daarom niet verantwoord. Drie pijlers voor een nieuw systeem van levenslang leren.

Door Vickie Dekocker, verantwoordelijke innovatie in het Vlaams partnerschap duaal leren en Bruno Tindemans, gedelegeerd bestuurder van Syntra Vlaanderen. Schrijven in eigen naam.

België behoort nog altijd tot de productiefste landen ter wereld, maar de OESO hijst de gele vlag. De economische denktank van 36 rijke landen vindt het in zijn rapport over de Belgische productiviteit merkwaardig dat de productiviteitsgroei al twintig jaar afneemt, terwijl de bevolking beter opgeleid is.

©rv

Die boodschap is niet nieuw, de nood aan levenslang leren om de productiviteit en competitiviteit op peil te houden is al meermaals belicht door denktanks: McKinsey voorspelt dat tegen 2030 wereldwijd 375 miljoen werknemers of 14 procent van het totaal herschoold moet worden. Eenzelfde tendens wordt in België verwacht. Agoria bestudeerde de jobcreatie en verwacht dat tegen 2030 584.000 jobs gecreëerd worden. Die kunnen echter alleen worden ingevuld als we doeltreffende maatregelen nemen. Zo niet komt een aanzienlijk percentage van het bruto binnenlands product onder druk.

Telkens als het belang van levenslang leren onderstreept wordt, worden meteen ook meer middelen gevraagd. Investeren in dezelfde of gelijksoortige maatregelen levert echter weinig op. We hebben een nieuwe organisatie van levenslang leren nodig. Dat vergt structurele maatregelen en die moeten steunen op drie pijlers.

1. Stel niet langer werken, maar leren centraal op de arbeidsmarkt

Leren wordt te veel beschouwd als een extraatje voor werkenden, terwijl het het centrum van de arbeidsmarkt moet worden. De overheid moet opleidingsmaatregelen en de opbouw van sociale rechten aanpassen aan een logica waarin leren primeert. Ontwerp daarom één leerstatuut. Dan moet je niet langer loopbaanonderbreking nemen als je wil bijleren. Of het nu gaat om werknemers, werkgevers of studenten, ‘iedereen lerende’ moet het nieuwe uitgangspunt worden.

Werknemers worden eerst geconfronteerd met een herstructurering, voor aan bemiddeling of een opleiding wordt gedacht. Dat is te laat

Voer ook een leerverzekering in, opdat alle burgers kunnen alterneren tussen leren en werken, of leren en werken kunnen laten samengaan. Stel ten slotte begintermen op die continu aangevuld kunnen worden. Geen focus meer op een zo hoog mogelijke initiële vorming, maar op ‘begintermen’ die erop gericht zijn te leren leren, te leren leven en te leren werken.

2. Evolueer van reactief naar proactief leren

Een proactief arbeidsmarktbeleid veronderstelt vooral bemiddelen voor werknemers in jobs zonder toekomst, in jobs die zullen verdwijnen. Verleg dus structureel het tijdstip van bemiddeling. Werknemers worden vandaag eerst geconfronteerd met een negatieve ervaring als een herstructurering, voor aan bemiddeling of een opleiding wordt gedacht.

Bruno Tindemans

Laat bedrijven opleidingstrajecten vormgeven. Veel van de toekomstige competenties zijn niet langer sector-of bedrijfsspecifiek. Net als in het Verenigd Koninkrijk kunnen we groepen van bedrijven met dezelfde competentiebehoefte samen opleidingstrajecten laten uitwerken.

Voorzie ook in voldoende financiering. Alle bedrijven met minstens 3 miljoen euro aan jaarlijkse loonkosten moeten 0,5 procent van hun loonrekening afstaan. Die middelen worden centraal geïnd en herverdeeld om opleidingstrajecten in te richten. Dat stimuleert de arbeidsmobiliteit en leidt ertoe dat bedrijven personeel competenties bijbrengen die niet bedrijfs- of sectorspecifiek zijn.

3. Pas de overlegstructuren aan

De overheid hoort geen enkele ernstige maatschappelijke uitdaging aan te gaan vanuit één beleidsdomein. De politieke bevoegdheden voor leren en werken kunstmatig scheiden heeft geen nut. Maak daarom van multidisciplinair beleid de regel. Een minister krijgt geen administraties meer in portefeuille, maar ambities. Om die laatste te realiseren kan hij administraties en agentschappen uit alle beleidsdomeinen inzetten. Elke minister geeft aan hoe hij een project financiert en aanstuurt.

De productiviteit is dalend, en de krimpende welvaart volgt als we niet inzetten op een andere organisatie van levenslang leren

Vorm ten slotte het sociaal overleg om naar een leeroverleg. Interprofessionele partners vertegenwoordigen dan niet langer alleen de arbeidsmarkt. Kunnen we nog spreken van een sociaal overleg als leren en werken meer en meer vervlochten zijn met elkaar? En welke partners worden mee opgenomen in de vertegenwoordiging?

De economische knipperlichten branden, en de gevolgen zullen snel zichtbaar en voelbaar zijn. De productiviteit is dalend, en de krimpende welvaart volgt als we niet drastisch inzetten op een andere organisatie van levenslang leren. Daarvoor hebben we niet levenslang de tijd.

Lees verder
Gesponsorde inhoud