Met elke besparing in hogescholen schiet regering zichzelf in de voet
Trappen de Vlaamse universiteiten financieel op hun adem, dan zitten de hogescholen al helemaal in de alarmfase.
Door Marc Vandewalle, secretaris-generaal van de Vlaamse Hogescholenraad
Na een eerste lectuur van de hooggestemde ambities van het regeerakkoord stroopten de Vlaamse hogescholen de mouwen op, want er was veel werk aan de winkel. De aandacht voor tewerkstelling, de nadruk op het Vlaamse kmo-weefsel, het belang van ondernemerschap, de valorisatie en marktgerichtheid van onderzoek, het leken even zoveel uitdagingen en oproepen aan de hogescholen om volop hun kwaliteiten en sterktes te tonen. Maar disproportionele besparingen op hun budget maken dat onmogelijk.
De besparingen dreigen de hogescholen nog harder te treffen dan de universiteiten. De hogescholen zijn al het slechtst gefinancierd en kunnen ook niet putten uit onderzoeksmiddelen.
Jaar na jaar leggen de hogescholen de beste tewerkstellingscijfers van alle onderwijsniveaus voor. Dat komt omdat de hogescholen een groot aanbod huisvesten van zogenoemde STEM-opleidingen (science, technology, engineering, mathematics) en opleiden tot knelpuntberoepen (zoals zorgberoepen of leraren) en creatieve beroepen (zoals de gerenommeerde kunstopleidingen). De helft van de 114.000 studenten aan de hogescholen volgde het afgelopen academiejaar een Stem- of knelpuntopleiding. Bovendien is er nu al een sterke interactie tussen de kmo’s en de hogescholen, zowel op het gebied van opleiding en tewerkstelling als voor praktijkgericht onderzoek, valorisatie van onderzoek en de marktgerichte innovatie.
Goedkoopste
Het engagement van de hogescholen dreigt echter onmogelijk gemaakt te worden door besparingen die het hoger onderwijs ongemeen hard zouden treffen. Terwijl het hoger onderwijs slechts 15 procent van het onderwijsbudget voor zijn rekening neemt, zou het een onevenredig veel groter deel moeten besparen - tot de helft van de totale onderwijsbesparing, wordt gefluisterd. Na de gestage groei (er kwamen de afgelopen vijf jaar 23.000 studenten bij in de hogeschoolopleidingen) en de al doorgevoerde besparingen, is het onmogelijk om met nog minder middelen onze rol te blijven spelen.
De opleidingen aan de hogescholen zijn gemiddeld de goedkoopste van het Vlaamse onderwijs. In 2013 werd door de overheid 5.938 euro uitgegeven per hogeschoolstudent. Dat is bijna 2.000 euro per jaar minder dan voor een student aan de universiteit en 3.500 euro minder dan voor de gemiddelde leerling uit het middelbaar onderwijs. Ondanks stijgende loon- en andere kosten is dat bedrag met 900 euro per student gedaald ten opzichte van vijf jaar voordien.
Een ad-hoc-commissie van het Vlaams Parlement die in 2010 de overgang voorbereidde van een deel van de opleidingen van de hogescholen naar de universiteiten (waar ze overigens meteen een stuk beter betoelaagd worden), stelde al dat na de integratie een forse injectie in de hogeschoolopleidingen nodig was.
Inhaalbeweging
Ook experts als Dirk Van Damme (OESO) blijven pleiten voor het bestendigen van de grote deelname aan het hoger onderwijs en beseffen dat een inhaalbeweging nodig is. Willen we bovendien het hoger beroepsonderwijs (HBO5), belangrijk voor de aanwending van elk talent en voor het oriënteringsproces, echt uitbouwen zoals ook in het regeerakkoord wordt aangekondigd, dan zijn ook daar middelen voor nodig.
Met elke besparing in de hogescholen schiet de regering zichzelf in de voet. Deze Vlaamse regering kiest ervoor om minder zelf vanuit de publieke middelen in het hoger onderwijs te investeren en om - via hogere inschrijvingsgelden - een grotere bijdrage van het individu te vragen. Dat is niet de keuze van de hogescholen, maar het is wel onmogelijk om met nog minder middelen een behoorlijke kwaliteit van onderwijs en begeleiding te bieden. De besparingen dreigen de hogescholen nog harder te treffen dan de universiteiten. De hogescholen zijn immers al het slechtst gefinancierd en kunnen ook niet uit onderzoeksmiddelen putten.
Het paard opeten dat mee de kar van het economisch herstel moet trekken en die knelpuntberoepen van kandidaten voorziet, is onverstandig. We rekenen erop dat de Vlaamse regering de besparingen op het hoger onderwijs terugdringt en dat de minister van Onderwijs inzet op de kracht van de hogescholen door de overblijvende besparingen evenwichtig te verdelen.