Ondergang Brusselse beurs loert om de hoek
De Brusselse beurs ziet stelselmatig bedrijven verdwijnen zonder dat nieuwe in de plaats komen. Wil ze nog een toekomst hebben, dan moet de overheid het beursklimaat aantrekkelijker maken.
Het nieuws dat Telenet - en misschien ook Exmar - van de beurs van Brussel verdwijnt, leek als een bom ingeslagen bij de Belgische beleggers. Die beursexits maken helaas deel uit van een jammerlijke trend die al sinds 1945 gevolgd wordt. Het is een groot contrast met een eeuw geleden, toen Brussel bij de invloedrijkste centra van de wereld kon worden gerekend.
Dit is niet enkel een probleem van beleggers. Iedereen die aan pensioensparen doet, waarbij er een component op de beurs wordt geïnvesteerd, zal dat in zijn of haar portefeuille voelen.
Waar komt die ommekeer vandaan? De belangrijkste exitredenen in Brussel zijn overnames (42%), faillissementen (28%) en vrijwillige exits (13%). De cijfers liggen in de lijn van de andere financiële grootmachten, zoals de Verenigde Staten. Al zien we dat het aantal nieuwe beursgangen in Brussel fel onder het wereldgemiddelde ligt. Binnen Euronext wordt vaker gekozen voor Milaan, Parijs en Oslo. Bedrijven laten de beurs van Brussel links liggen.
- De auteur
- Gertjan Verdickt is assistant professor of finance aan de KU Leuven.
- De kwestie
- De beurs van Brussel ziet stelselmatig bedrijven verdwijnen, zonder dat nieuwe in de plaats komen.
- Het voorstel
- Wil de beurs nog een toekomst hebben, dan moet de overheid het beursklimaat aantrekkelijker maken.
Wat zegt de geschiedenis? Het aantal beursexits (geschaald tegenover het aantal noteringen) stijgt na een financiële crisis. We zien in de 19de eeuw hoge pieken rond 1840 (conflict met Nederland), 1875 (faillissement van Simon Philippart) en 1900 (financiële crisis). Ook in de 20ste eeuw merken we pieken rond de financiële crises van de jaren 30 en 70. De politiek speelt daarbij een belangrijke rol. Het aantal beursexits daalde nadat in 1982 de wet Cooreman-De Clercq werd geïntroduceerd en aandelen aantrekkelijk werden gemaakt voor kleine beleggers. Omgekeerd vluchtten bedrijven weg van Brussel in navolging van de regeringsvorming van 2010, toen België het record van de langste tijd zonder regering haalde.
Waarom gaan bedrijven van de beurs? Het hebben en behouden van een beursgang is duur. Bedrijven hebben verplichtingen, zoals het delen van informatie, onder andere via nieuwsbrieven en investor relations. Daarnaast hebben beleggers een kortetermijnfocus, zeker als we dat vergelijken met alternatieven, zoals private equity (niet-beursgenoteerde bedrijven). Dat kan ertoe leiden dat de bedrijven niet de meest optimale keuzes maken. Onderzoek toont echter de vele voordelen van de beurs aan. Dat beleggers met het management meekijken leidt gemiddeld genomen tot betere beslissingen. Dat ze een compensatie krijgen voor het risico dat ze moeten nemen is een logisch gevolg.
De trend dat bedrijven de beurs van Brussel links laten liggen voor Oslo, Milaan en Parijs, wordt wellicht doorgetrokken.
Is een beurs nodig? Het hebben van een gezond financieel ecosysteem is belangrijk voor een efficiënte toewijzing van kapitaal. De beurs brengt partijen met kapitaal (de belegger) samen met zij die nood hebben aan kapitaal (het bedrijf). Het laat toe projecten te financieren die risicovoller zijn - en dus geen specifieke einddatum hebben, wat voor obligaties en bankleningen wel noodzakelijk is. Als dat wegvalt, is er een erg negatief effect op de economische groei. In de 19de eeuw, toen België in de voorhoede van de wereldeconomie stond, was de beurs van Brussel dé plek voor nieuw kapitaal over de hele wereld. Enkele van de redenen waren de lagere belastingvoet en het verwelkomen van de kleinere beleggers.
Wat brengt de toekomst? Weinig rooskleurigs. De politieke elite creëert geen klimaat dat investeringen aantrekkelijk maakt. Een rapport van de Europese Commissie toonde aan dat België erg laag scoort op fiscaal en sociaal draagvlak voor ondernemerschap. Daarnaast worden ook beleggers almaar vaker het populistische mikpunt van de belastingverhogingen. Met de federale verkiezingen van 2024 - en potentieel een nieuwe gooi naar het wereldrecord regeringsvorming - in het achterhoofd beschikken we niet over de ingrediënten die een beursgang stimuleren. Meer nog, de trend dat bedrijven de beurs van Brussel links laten liggen voor Oslo, Milaan en Parijs, wordt wellicht doorgetrokken.
Als bedrijven wegblijven of vertrekken, volgen beleggers snel. Liquiditeit komt te voet en gaat te paard.
Als bedrijven wegblijven en bedrijven vertrekken, volgen beleggers snel. Liquiditeit komt te voet en gaat te paard. Dat zal een effect hebben op onze economische groei. Als nieuwe bedrijven niet in staat zijn kapitaal op te halen, moeten ze dat doen tegen slechtere voorwaarden of beginnen ze er niet aan. Dat leidt ertoe dat de werkgelegenheid lager zal liggen.
Dat is dus niet alleen een probleem van beleggers. Bedrijven die wel nog op de beurs genoteerd zijn, zullen minder snel bijkomend geld ophalen. Nieuwe projecten worden dan niet meer opgestart. Ook dat heeft niet alleen voor ‘de rijke beleggers’ gevolgen. Iedereen die aan pensioensparen doet - waarbij een component op de beurs wordt geïnvesteerd - zal dat in zijn of haar portefeuille voelen.