opinie

Opletten met fatshaming

Meer genuanceerde berichtgeving en wetenschappelijk ondersteunde analyses zijn een must willen we vooruitgang boeken in de strijd tegen het lijden dat gepaard gaat met overgewicht. Ook de volksgezondheid zal er wel bij varen.

'Overgewicht is de olifant in de covidkamer', schrijft Peter De Keyzer in zijn column. Die olifant blijkt vooral aangedikt te zijn door de communicatie-expert die schrijft in een voor hem ongekende porseleinwinkel. Met een te eenvoudige kijk op een studie, en met hier en daar wat opsmukwerk van cijfers en conclusies, concludeert De Keyzer: ‘Als iedereen in België een gezond lichaamsgewicht had gehad, was Covid-19 nooit de menselijke, maatschappelijke en financiële ramp geweest die het nu is.’ Mede door een gebrek aan wetenschappelijke expertise leest zijn column als jammerlijke fatshaming. Ook dat heeft verstrekkende gevolgen.

Maarten De Schryver.

Als we coviddata vandaag analyseren, dan vindt men inderdaad een relatie tussen overgewicht en het aantal coviddoden: een land met een hoger percentage mensen dat aan obesitas lijdt, heeft 60 procent kans op meer gerapporteerde doden. Dat cijfer is significant hoger dan het toevalscijfer van 50 procent. Ter vergelijking, een land met een hogere levensverwachting heeft maar liefst 88 procent kans op een hoger sterftecijfer. Voor landen waar de gemiddelde levensverwachting tussen 72 en 78 jaar ligt, verdwijnt echter de eerder gevonden associatie tussen overgewicht en aantal coviddoden (48%). Het moet gezegd worden dat ook in de eerder vermelde studie niet overgewicht de beste voorspeller bleek (zoals door De Keyzer beweerd), maar het bruto binnenlands product.

Onze analyses tonen niet aan dat er geen verband kan zijn tussen overgewicht en mortaliteit. Ze tonen wel aan dat de rol van overgewicht in het covidverhaal veel complexer is dan Peter De Keyzer laat uitschijnen.

Onze analyses tonen niet aan dat er geen verband kan zijn tussen overgewicht en mortaliteit. Ze  tonen wel aan dat de rol van overgewicht in het covidverhaal veel complexer is dan de auteur laat uitschijnen. Ten eerste is het bekend dat (gerapporteerde) covidcijfers niet eenduidig te vergelijken zijn. Sommige landen rapporteren eerder conservatief, andere landen schuwen de overschatting niet. Ten tweede klopt het dat covidpatiënten in ziekenhuizen vaak zwaarlijvig zijn. Maar daarom kan overgewicht nog niet beschouwd worden als dé oorzaak van een ernstiger verloop. Ten slotte rapporteert De Keyzer toch wel extreme schattingen over zwaarlijvigheid in België: 60 procent heeft overgewicht, 25 procent obesitas. Volgens een rapport van Sciensano heeft 50 procent van de bevolking overgewicht en lijdt ongeveer 16 procent aan obesitas.

Vereenvoudiging

Voor De Keyzer is het eenvoudig: ‘Te dik? Beweeg meer en eet minder.' Gedrag of problemen terugleiden tot slechts één determinant is wetenschappelijk gezien niet meer van deze tijd en een te sterke vereenvoudiging van de realiteit. Obesitas dient vanuit een biopsychosociale bril bekeken te worden. Naast iemands genetische aanleg en socio-economische status kunnen tal van psychologische factoren een impact hebben op het eetgedrag.

Pieter-Jan De Schryver.

Het bewuste eten blijkt vaak een emotioneel eten te zijn: stress, depressieve gevoelens of angst kunnen tot een verhoogde voedselinname leiden. Biopyschologische en neuropsychologische studies wijzen dan weer naar een ongelijke balans tussen beloningsgevoeligheid en regulatievaardigheden. Actuele wetenschappelijke kennis stelt een differential susceptibility model voorop om obesitas te begrijpen en benadrukt dat de rol van verschillende determinanten en hun interactie moet worden erkend.

Op sociale media zijn berichten als ‘die dikkerds houden het bed op intensieve van mijn zieke moeder bezet’ geen uitzondering meer.

Gezien de beperkte wetenschappelijke onderbouw van De Keyzers column en de negatieve framing van obesitas in dit coronatijdperk, lijkt zijn tekst fatshaming in de hand te werken. We zullen er maar vanuit gaan dat dat eerder een onbewust gevolg is van zijn schrijven als leek. Maar zijn (bewuste) keuze van woorden en zinnen is niet onschuldig.

Een onmiddellijk gevolg van fatshaming is immers dat het mensen zieker en dikker maakt. Fatima Cody Stanford, een wetenschapster aan de Harvard Medical School and Massachusetts General Hospital, liet in Science onlangs nog optekenen dat obese mensen die stigma’s ervaren zich niet welkom voelen in de medische wereld en daardoor minder geneigd zijn hulp te zoeken voor hun medische problemen. Het verspreiden van fatshamingberichten bevordert het sociale stigma van obesitas. Op sociale media zijn berichten als ‘die dikkerds houden het bed op intensieve van mijn zieke moeder bezet’ geen uitzondering meer.

Maarten De Schryver

Doctor in de psychologie en statistical consultant UGent

Pieter-jan De Schryver

Psycholoog, Tondel - Huis voor Psychotherapie

Gesponsorde inhoud