opinie

Overheidssteun die het koopkrachtverlies bij de wortel aanpakt

Professor Publieke Economie aan Stirling University in Schotland en verbonden aan de KU Leuven

Een stapsgewijze aanpak met een genereuze financiële ondersteuning voor kwetsbare groepen is veel duurzamer dan een bruusk verbod op de invoer van Russische olie en gas.

De oorlog in Oekraïne bewijst dat de Europese Unie slagkrachtig kan zijn. Als vrijheid, de mensenrechten, de democratie en vrede op het spel staan in onze achtertuin, maken we zowel militair als economisch eensgezind een vuist.

Dat is een verademing, maar ook een sprong die ons kan verdelen. Het verlenen van afgemeten militaire steun lijkt de grootste uitdaging, met als worstcasescenario een nucleaire escalatie. Maar op de langere termijn zullen de economische sancties het grootste risico vormen, met als worstcasescenario een verdere afbrokkeling van het politieke centrum. Net nu de steun voor een gezamenlijk Europees optreden groter is dan ooit.

Het Russische gasinfuus trek je niet meteen uit je arm. Maar met stapsgewijze volharding gaat dat wel.

Als we het Russische regime echt financieel stokken in de wielen willen steken, moeten we de economische sancties opvoeren. Tijdens de eerste zes weken van de invasie pompte de EU liefst 21 miljard euro in de Russische economie via haar afname van fossiele brandstoffen. De roep om de invoer van Russische olie en gas te verbieden klinkt almaar luider. Maar zo’n bruuske ingreep leidt onvermijdelijk tot een forse stijging van de energieprijzen, net nu het water veel huishoudens tot de lippen komt. De helft van de Belgische gezinnen zette de voorbije weken haar thermostaat lager wegens een verslechterde financiële situatie. Voeg daar de prijsstijging van een ban op Russische fossiele brandstoffen aan toe en je krijgt politiek dynamiet.

De essentie
  • De auteur
  • Willem Sas is professor publieke economie aan de Universiteit van Stirling en verbonden aan de KU Leuven.
  • De kwestie
  • Een bruusk verbod op de invoer van Russische fossiele brandstoffen kan als een boemerang terugkomen.
  • Het voorstel
  • Een stapsgewijze aanpak, met genereuze financiële ondersteuning voor de kwetsbaren, is veel duurzamer.

De Franse verkiezingen zijn een teken aan de wand. De inflatie lanceerde Marine Le Pen opnieuw naar de politieke kopgroep, wat haar een nog groter uitdager maakt van uittredend president Emmanuel Macron. Le Pens campagnestrategie was eenvoudig: inzetten op het koopkrachtverlies van hoofdzakelijk arme of rurale gezinnen. Hetzelfde wij-zijverhaal dat we al jaren horen en hetzelfde gebrek aan echte oplossingen, nu met een radicaal protectionistisch sausje.

Opofferingen

Moeten we dan gewoon toekijken vanaf de zijlijn en de Russische wreedheden laten begaan? Natuurlijk niet, maar we moeten het wel slimmer aanpakken. Het Russische gasinfuus trek je niet meteen uit je arm. Maar met stapsgewijze volharding gaat dat wel. Volgens het Internationaal Energie Agentschap kunnen we over een jaar al 50 procent minder afhankelijk zijn van de Russische invoer. De Europese Commissie gaat nog verder.

Beide plannen maken duidelijk dat opofferingen nodig zijn. Daar moeten politici niet flauw over doen. De Italiaanse premier Mario Draghi zei het onlangs het beste. ‘Willen we deze zomer vrede of airconditioning?’ Overheden moeten vooral compenseren waar de klappen vallen. De hogere inkomensklassen kunnen prijsstijgingen veel beter aan dan de ‘energiekwetsbaren’, zoals alleenstaande ouders, mensen met slecht geïsoleerde huizen en mensen op het platteland die veel gebruikmaken van een auto. Rijkere gezinnen kunnen bovendien gemakkelijker de omslag maken naar duurzamere alternatieven zoals elektrische wagens, betere isolatie of warmtepompen.

De hogere inkomensklassen kunnen prijsstijgingen veel beter aan dan de ‘energiekwetsbaren’.

Omdat zulke plannen in feite neerkomen op een versnelde uitvoering van het klimaatplan van de Europese Commissie, ondersteunen we die kwetsbare groepen het best met een uitgebreide versie van een mechanisme waarin datzelfde plan voorziet: het Social Climate Fund. Net zoals het Covid-19-herstelfonds gaat het om investeringen in duurzame energie, met meer nadruk op subsidies voor kwetsbare groepen om de overgang betaalbaar te maken. Op de kortere termijn tempert het fonds de hogere energierekeningen voor die groepen, omdat groene alternatieven (nog) niet altijd beschikbaar zijn. Het is dit soort ondersteuning dat het koopkrachtverlies bij de wortel aanpakt.

Zo’n compensatie kunnen we alleen financieren als de sterkere schouders een grotere last van de energietransitie op zich nemen. Volgens het Internationaal Energie Agentschap maken de energiemaatschappijen dit jaar zo'n 200 miljard euro overwinsten dankzij het systeem van marginale prijszetting in de EU. Die winsten belasten is volgens het agentschap een goed begin. Een Europees importtarief op Russische fossiele brandstoffen is een andere optie. De last van zo’n belasting zal grotendeels voor de Russische energiemonopolies zijn, en voor een kleiner deel voor de niet-kwetsbare groepen in de EU. Een deel van dat geld kan worden gebruikt om Oekraïne en de vluchtelingenopvang financieel te ondersteunen. Een slimme maatregel is altijd een duurzame maatregel, in dit geval letterlijk en figuurlijk.

Lees verder
Gesponsorde inhoud