Privacy is voor losers, en net daarom het beschermen waard
Heel wat bedrijven kiezen meer dan ooit uit zichzelf voor ethische bedrijfsvoering. Mogen we dan van de populaire digitale netwerken niet hetzelfde verwachten? Too big to jail?
Door Jochanan Eynikel, projectmanager ethisch en bezielend ondernemen bij het Ondernemersplatform VKW
‘Privacy is voor losers.’ Het is een van de controversiële uitspraken van de digitaal expert Cain Ransbottyn. ‘Het is een non-issue’, stelt digitaal marketeer Steven Van Belleghem deze week op zijn YouTube-kanaal.
De argumentatie achter hun uitspraken: in een (online) wereld die zo transparant is geworden, moet je niet proberen verstoppertje te spelen. Dat is verloren moeite. Je kan je persoonlijke data beter vermarkten in ruil voor consumentenvoordeel. Ransbottyn doet het, net als de groeiende groep van jonge influentials die hun Instagram-kiekjes voorzien van welgeplaatste producten, met bijbehorende ‘branded hashtag’ natuurlijk.
Wat is er mis met mensen die ervoor kiezen geld te verdienen door een deel van hun privacy op te geven? Helemaal niets. Zolang aan twee voorwaarden is voldaan: dat mensen ervoor kíézen en dat het opgeven van hun privacy ook hun iets oplevert.
Op beide vlakken wringt het schoentje. Niet bij Cain en Steven allicht, maar bij de talrijke sociaalnetwerkgebruikers die eigenlijk de keuze niet hebben van wat er met hun gegevens gebeurt, laat staan dat zij eraan verdienen - in tegenstelling tot de bedrijven erachter.
Het is vreemd dat Peter Hinssen geen probleem ziet in het feit dat bedrijven als Facebook en Uber zich niet laten tegenhouden door privacycommissies.
Facebook weet permanent waar u bent, welke websites u bezoekt en heeft toegang tot uw contactgegevens en foto’s. Meer nog, het geesteskind van Mark Zuckerberg heeft zelfs toestemming om uw foto’s te gebruiken in ‘gepersonaliseerde advertenties’. U hebt daar zelf de toestemming voor gegeven. Dat deed u toen u de ellenlange gebruikersvoorwaarden aanvaardde. U hebt die allicht niet doorgenomen, wegens te ondoorzichtig en te omslachtig. Bovendien wijzigen die voorwaarden om de haverklap,wat Facebook op kritiek kwam te staan van de Belgische Privacycommissie en van staatssecretaris voor Privacy Bart Tommelein.
Als u niet akkoord bent, is de enige andere optie het verlaten van de sociaalnetwerksite. Gezien de quasi-monopoliepositie van Facebook kan je dat bezwaarlijk een keuze noemen. Niet akkoord gaan betekent een deel van je sociaal netwerk opgeven. Privacy wordt dan inderdaad iets voor losers die zich afsluiten voor de wereld.
Het is dan ook vreemd dat de internetondernemer Peter Hinssen - met recht een autoriteit in netwerktechnologie - onomwonden stelt geen probleem te zien in het feit dat bedrijven als Facebook, Amazon of Uber zich niet laten tegenhouden door politieke, ethische of andere privacycommissies. Ze zijn nu eenmaal de nieuwe grootmachten, aldus Hinssen in De Tijd van 23 mei.
Macht gaat altijd gepaard met een ethische verantwoordelijkheid over het gebruik van die macht
Maar macht gaat altijd gepaard met een ethische verantwoordelijkheid over het gebruik van die macht. Daarom kozen de jongste decennia heel wat bedrijven voor een ethische en duurzame bedrijfsvoering. Soms onder druk van regulering, maar vandaag meer dan ooit op eigen initiatief, toont een studie van McKinsey in 2014.
Waarom zouden we dan niet eenzelfde ethische opstelling mogen verwachten van de populaire digitale netwerken? Too big to jail? Zo ver hoeft het niet te gaan. Met transparante, heldere communicatie naar de consument en een faire opt-out waarbij de gebruikers kunnen aangeven welke gegevens ze wel en niet ter beschikking stellen en wat daar tegenover staat, komen we al heel ver. Google werkt overigens sinds vorig jaar constructief mee met de Europese privacycommissie. De vele gebruikers zijn tenslotte de ‘losers’ die van deze bedrijven winners maken.