Sterke bedrijven schuiven CO2-uitstoot en verantwoordelijkheid niet af
73 procent van de klimaatopwarming wordt veroorzaakt door het verbranden van fossiele brandstoffen. Veel bedrijven pakken die oorzaak niet aan en kiezen voor de gemakkelijkheidsoplossing: ze compenseren hun CO2-uitstoot. Stop met pleisters op een zere wonde te kleven, pak het klimaatprobleem aan de bron aan.
De ontstaansreden en het fundamenteelste probleem van carbon offsetting is het afschuiven van de verantwoordelijkheid om de CO2-emissie bij de bron aan te pakken. Het was de oliegigant BP die in 2004 het begrip carbon footprint lanceerde, een nieuwe manier om de CO2-voetafdruk in kaart te brengen en ons op onze individuele impact te helpen focussen. Het klinkt nobel, maar dat is het niet. Het achterliggende doel was de aandacht af te leiden van de vervuilende praktijken van BP en de olieproductie zo lang mogelijk verder te zetten. Met veel succes, zo is gebleken.
CO2-compensatie geeft ons ten onrechte een gevoel van veiligheid. Zowel consumenten als bedrijven hebben het gevoel goed bezig te zijn. En dat wiegt ons in slaap.
Daarnaast geeft CO2-compensatie ons ten onrechte een gevoel van veiligheid. Zowel consumenten als bedrijven denken goed bezig te zijn, en dat wiegt ons in slaap. Die slaap brengt ons geen zoete dromen. Waarom? Omdat handelaren in uitstootrechten een loopje nemen met de waarheid. Vorige week verscheen in de internationale pers een studie die aantoont dat maar liefst 94 procent van de verhandelde uitstootrechten van ’s werelds grootste CO2-handelaar in werkelijkheid phantom credits zijn. Via creatieve technieken worden de effecten van CO2-verwijdering en -opname in compensatieprojecten overschat, zonder werkelijk klimaatvoordeel. Een andere, recente studie met satellietbeelden van het grootste koolstofcompensatieproject in Californië, kon na tien jaar geen enkele positieve impact aantonen.
- De auteur
- Gert Linthout is als duurzaam ondernemer actief bij Ray & Jules, CEE en Mic Mac Minuscule.
- De kwestie
- Veel bedrijven compenseren hun CO2-uitstoot.
- Het voorstel
- Die compensatie is een gemakkelijkheidsoplossing. Bijna driekwart van de klimaatopwarming komt door het verbranden van fossiele brandstoffen. Pak dat probleem bij de bron aan.
Ook de Europese Commissie heeft begrepen dat het te traag gaat. ‘We staan voor de grootste industriële transformatie van onze tijd’, zei Ursula von der Leyen op 26 januari tijdens het De Tijd-event The Future of Europe. De voorzitster van de Europese Commissie sprak de ambitie uit de transitie naar schone technologie te versnellen en de Europese financiering daarvoor op te trekken. Dat is opnieuw een goede stap, maar hij volstaat niet. Vaak zijn cleantechalternatieven nu al efficiënter en goedkoper uit te baten, maar vinden ze toch maar traag ingang. Zeker in energie-intensieve, zware industrieën.
Hefboom
Welke oorzaken moeten we aanpakken als we de komende jaren resultaat willen? Ten eerste vormen cleantech plug-informules een hefboom. Technisch betekent dat dat de implementatie van nieuwe technologie de productie- en toeleveringsketen maar minimaal verstoort en kan werken of integreren met de bestaande uitrusting. Financieel biedt een pay-per-use-model het voordeel dat de klant niet investeert, maar betaalt in functie van het gebruik. Zo vermindert voor de klant het investeringsrisico en de impact op de balans. Een bekend voorbeeld is Signify met zijn light-as-a-service-model.
Laten we stoppen met pleisters te kleven op de klimaatwonde, want zachte heelmeesters maken stinkende wonden, en zouden ook geen CEO mogen zijn.
Ten tweede komt innovatie meestal van buiten de sector. Bij bestaande, zeker succesvolle, ondernemingen leeft vaak een sterke mentale lock-in, waardoor bepaalde technologieën al decennia geen innovatie kennen. Denk maar aan warmtepomptechnologie en 3D-printing. Het zijn niet de bestaande spelers die ermee op de proppen kwamen.
Daarom wil ik bedrijven oproepen in het managementteam en de raad van bestuur sterke profielen aan te trekken van buiten de sector, om de technische staf bij elke investering, groot of klein, te verplichten minstens 50 procent nieuwe technologieën en veelbelovende start-ups grondig te onderzoeken en om zich te verenigen in cross-sectorale organisaties met gelijkaardige klimaatuitdagingen, zodat ‘over het muurtje kijken’ een bedrijfsgewoonte wordt.
Tesla
Ten derde is innovatie meestal markt- en winstgedreven, terwijl veranderingen van technologie en supply chain vaak technisch complex zijn en keuzes traditioneel focussen op voorspelbaarheid, kostenbeheersing en risicoaversiteit. Kijk naar de snelheid waarmee Tesla de automotive sector door elkaar schudt. Dat bereik je alleen als je als onderneming innovatieve keuzes vanuit het managementteam aanjaagt en tot drijfveer maakt van elk onderdeel in de bedrijfs- en marktstrategie.
‘Op een dag gooien ze mensen als mij in de cel.’ Met die pijnlijke gedachte besloot Ray Anderson, de CEO van de tapijttegelfabrikant Interface, in 1994 de volledige negatieve impact van Interface te elimineren. Met zijn wervende, alomvattende Mission Zero-strategie inspireerde Interface medewerkers, leveranciers en klanten. Een kwarteeuw lang streden ze, elke dag, tot Interface zijn doel bereikte. Het is een succesvolle onderneming die meer teruggeeft aan de planeet dan ze neemt en tot vandaag haar sectorgenoten aanzet hetzelfde te doen.
Laten we stoppen met pleisters te kleven op de klimaatwonde, want zachte heelmeesters maken stinkende wonden, en zouden ook geen CEO mogen zijn.