opinie

Striktere financiële regulering is broodnodig

Econoom en onderzoeker UGent

De turbulentie in het bankensysteem roept vragen op over de effectiviteit van bestaande financiële regulering en de dubbele hoedanigheid van de Amerikaanse centrale bank.

Met de ondergang van Silicon Valley Bank (SVB) vond het op een na grootste bankfaillissement in de Amerikaanse geschiedenis plaats. Door de unieke samenstelling van haar depositohouders - voornamelijk start-ups, internationale technologiebedrijven en rijke ondernemers - verviervoudigde haar depositobasis tussen 2018 en 2022. De nieuwe deposito’s wendde SVB aan voor de aankoop van langlopende overheidsobligaties en gegarandeerde hypotheekleningen, zonder die te hedgen voor rentewijzigingen op derivatenmarkten.

Ondanks hun kordate reactie kan de gedeelde verantwoordelijkheid van beleidsmakers in de huidige crisis niet worden ontkend.

In een omgeving van stijgende rentes bleek die combinatie dodelijk. De afkoeling van de technologiesector leidde tot een daling van de depositobalans van SVB, waardoor ze gedwongen werd haar langetermijnoverheidsobligaties en gegarandeerde hypotheekleningen te verkopen. Zonder hedging gebeurt die verkoop bij stijgende rentes onder de initiële uitgifteprijs, wat beduidende verliezen op nochtans solvabele activa impliceert.

Dat SVB die verliezen aankondigde, gecombineerd met een excessief aandeel aan onverzekerde deposito’s, luidde in een mum van tijd een bankrun en haar faillissement in. De paniek verspreidde zich snel. Ook Signature Bank, een New Yorkse bank met een klantenbestand in de cryptosector, werd geconfronteerd met een bankrun. Ze werd zondag failliet verklaard. Woensdag leidden twijfels rond het Zwitserse Credit Suisse tot een verkoopgolf op de Europese aandelenmarkten. Inmiddels stut de Zwitserse centrale bank Credit Suisse met 50 miljard Zwitserse frank aan liquiditeiten.

De essentie
  • De auteur
  • Christophe Van Langenhove is econoom en onderzoeker aan UGent.
  • De kwestie
  • De turbulentie in het bankensysteem roept vragen op over de effectiviteit van bestaande financiële regulering en de dubbele hoedanigheid van de Amerikaanse centrale bank. In een omgeving van stijgende rentes creëert dat een ongewenste trade-off tussen het nastreven van de monetaire beleidsdoelstelling en het garanderen van financiële stabiliteit.
  • Het voorstel
  • Een striktere regulering en supervisie van kleinere banken is nodig om financiële turbulentie te vermijden en een effectieve monetaire beleidsvoering te garanderen.

Financiële toezichthouders reageerden de voorbije week, met de lessen van de financiële crisis uit 2008 in het achterhoofd, ontzettend kordaat. Silicon Valley Bank en Signature Bank werden bestempeld als systemische risico’s, wat de Federal Deposit Insurance Corporation (FDIC) toeliet de depositogarantie voor die banken uit te breiden naar haar volledige depositobasis. De Federal Reserve, de Amerikaanse centrale bank, kondigde het Bank Term Funding Program aan, waarbij commerciële banken leningen met een looptijd tot een jaar kunnen aangaan tegen billijke tarieven, om verdere acute liquiditeitsproblemen in het bankensysteem tegen te gaan.

Hoewel de huidige turbulentie vermoedelijk nog even aanhoudt, maken de doortastende maatregelen een algehele financiële malaise zoals in 2008 eerder onwaarschijnlijk. Dat wordt versterkt door de aanzienlijke kapitaal- en liquiditeitsbuffers die Amerikaanse en Europese grootbanken tegenwoordig verplicht aanhouden.  

Reguleringsarbitrage

Ondanks hun kordate reactie kan de gedeelde verantwoordelijkheid van beleidsmakers in de huidige crisis niet worden ontkend. De focus in de hervormde bankregulering na de crisis van 2008 lag op grootbanken, maar verloor de potentieel systemische risico’s vervat in kleinere banken uit het oog. Dat werd versterkt door de Reform Act van de regering-Trump in 2018. Die hield een deregulering in voor kleinere banken en had ongewenste reguleringsarbitrage tot gevolg.

Zo bleef SVB al meerdere jaren bewust onder de drempel van 250 miljard dollar aan activa. Dat bracht minder strenge liquiditeits- en kapitaalvereisten met zich, liet excessieve mismatches in looptijden tussen activa en passiva toe en vermeed de noodzakelijke periodieke stresstests. Daarnaast maakte SVB misbruik van de boekhoudwetgeving door het overmatig toepassen van een systeem waarbij activa tegen hun uitgifteprijs worden gewaardeerd.

De paniek in het bankensysteem brengt bovendien de structurele problemen bij de Federal Reserve, en bij uitbreiding de andere grote centrale banken, aan het licht. Sinds de Dodd-Frank Act in 2010 is de Federal Reserve de voornaamste toezichthouder van de Amerikaanse grootbanken, en zo de hoofdverantwoordelijke voor financiële stabiliteit. Haar monetair beleid, gericht op een inflatie van 2 procent, vereist momenteel hogere beleidsrentes. Zoals de voorbije week duidelijk werd, dreigen hogere beleidsrentes evenwel de stabiliteit van sommige financiële spelers in het gedrang te brengen.

Het streven naar striktere wetgeving wordt het best ook uitgebreid naar niet-traditionele financiële actoren, waaronder pensioen, hedge- en geldmarktfondsen.

Vermits de Federal Reserve verantwoordelijk is voor financiële stabiliteit, creëert die situatie juist verwachtingen van lagere beleidsrentes. Marktparticipanten stelden de voorbije week, ondanks de hoge inflatiecijfers op dinsdag, hun basisscenario voor de verwachte beleidsrente van de Federal Reserve neerwaarts bij. Een gelijkaardige dynamiek ontwikkelde zich in oktober vorig jaar voor de Britse centrale bank tijdens de liquiditeitscrisis op de Britse overheidsobligatiemarkt.

Op die manier creëert de dubbele hoedanigheid van centrale banken in een omgeving van stijgende rentes een ongewenste trade-off tussen het nastreven van haar monetaire beleidsdoelstelling en het garanderen van financiële stabiliteit. Een striktere regulering en supervisie van kleinere banken is noodzakelijk om financiële turbulentie te vermijden en een effectieve monetaire beleidsvoering te garanderen.

Het streven naar striktere wetgeving wordt het best ook uitgebreid naar niet-traditionele financiële actoren, waaronder pensioen, hedge- en geldmarktfondsen. Die vallen momenteel grotendeels buiten de supervisiesfeer, maar staan evenzeer bloot aan de negatieve prijseffecten van renteverhogingen. Bovendien bestaat er een minder goed begrip van hun interconnecties dan het geval is bij banken. Met alle risico’s van dien.

Lees verder
Gesponsorde inhoud