opinie

Student-ondernemers verdienen een beter statuut

Ondernemen is het nieuwe hip en steden zoals Lodz en Ljubljana zijn hubs van start-uptalent. Waarom niet Gent of Antwerpen? Vlaanderen moet jonge mensen die een bedrijfje uit de grond stampen maximaal kansen geven, te beginnen met een flexibelere opleiding en lagere sociale bijdrages.

Door Tom Vandenkendelaere, Europarlementslid (CD&V), mede-auteur van het parlementair verslag over het bevorderen van jong ondernemerschap door middel van onderwijs en opleiding.

Jongeren zijn vandaag ondernemender dan ooit. De wereld zit, letterlijk, in hun broekzak. De smartphone-revolutie zorgt ervoor dat ze vanuit hun tuinstoel een bedrijf kunnen managen. Contacten worden directer, efficiënter en vlugger. Tussenpersonen worden overbodig. De generatie van digital natives - zij die altijd een computer en internet hebben gekend - is volop bezig onze economie en arbeidsmarkt grondig te veranderen.

Wie vroeger op de gameboy of Playstation speelde, is groot geworden en hun kennis en inzicht is een belangrijke bron van innovatie voor de economie. De 3D-technieken van games vinden we nu in de bouwsector. Telegeleide vliegtuigjes leveren straks onze pakjes thuis, en badkamerspiegels worden schermen waar we 's ochtends onze gsm aan koppelen om de agenda van de dag te bekijken tijdens het tandenpoetsen.

Tot 20% van de studenten die een minibedrijfje opzetten in het secundair onderwijs wordt zelfstandig

Europa volgt deze razendsnelle evolutie op de voet - ze sluit immers perfect aan bij het Europese streven naar meer jobs voor jongeren. De Europese Commissie spoort de lidstaten voortdurend aan om ondernemerszin bij jongeren te promoten, te beginnen bij het onderwijs. Tot 20% van de studenten die een minibedrijfje opzetten in het secundair onderwijs wordt zelfstandig. Dat is vijf maal meer dan het algemene cijfer. Het recente programma 'Erasmus voor Jonge Ondernemers' kan zelfs nog hogere cijfers voorleggen: tot 37% van de deelnemers begint een eigen bedrijf.

Ook het Vlaamse regeerakkoord en de beleidsnota's onderwijs en economie bevatten doelstellingen om student-ondernemers meer kansen te geven. Maar het kan beter en concreter als we jong start-uptalent maximaal kansen willen geven om onze economie nieuw leven in te blazen.

Economische kampioenen

Alles begint bij een aangepaste opleiding. De meeste opleidingen hebben een belangrijke blinde vlek: de keuze van ondernemerschap als carrière-optie is nog te weinig evident. 'Zelfstandig worden' komt hoogstens ter sprake in opleidingen die economisch van aard zijn. In de menswetenschappen wordt er met geen woord over gerept. Hoe willen we dan jongeren zin doen krijgen om een bedrijfje te beginnen? Hoe moeten nieuwe Cubigo's wortel schieten als de overheid geen vruchtbare grond voorziet?

Het toekennen van het statuut student-ondernemer moet eenvoudiger en vooral vlugger.

Voor student-ondernemers moet er een kader komen dat elke onderwijsinstelling naar eigen inzicht kan invullen. Meer flexibiliteit is een voorwaarde: het toekennen van het statuut student-ondernemer moet eenvoudiger en vooral vlugger. En hierbij moet een belangrijke mentaliteitswijziging worden doorgevoerd. Waarom geven we, terecht, faciliteiten aan topsporters en is dit minder vanzelfsprekend voor jonge ondernemers? Willen we naast Olympische medailles niet even graag economische kampioenen?

Behoud kindergeld

Er moet een tijdelijke en begrensde vrijstelling van de sociale bijdrage van student-ondernemers komen. Ze moeten meer kunnen verdienen dan vandaag het geval is. Op die manier wordt het mogelijk wegvallen van de kinderbijslag vermeden. Vooral voor hogeschoolstudenten is het nodig dat de vestigingsvoorwaarden worden herbekeken. Wie pas na het behalen van een bachelor officieel als ondernemer kan starten, is weinig met een flexibel statuut student-ondernemer.

Het heeft geen zin miljardenfondsen op te richten om investeringen aan te zwengelen zonder te investeren in jonge bedrijfsleiders

We mogen deze trein echt niet missen. Snelheid is het sleutelwoord. Als we niet dringend werk maken van een kwalitatieve regelgeving voor deze jonge creatievelingen dreigen we vele bloemen in de knop te breken of aan de VS te verliezen. Dat kan Vlaanderen, zo trots op haar ondernemerscultuur, zich echt niet veroorloven. Europa trouwens ook niet. Het heeft geen zin miljardenfondsen op te richten om investeringen aan te zwengelen zonder te investeren in jonge bedrijfsleiders. Vlaanderen kan hierin als pilootproject dienst doen, maar dan moeten we dringend uit de startblokken schieten.

Lees verder
Gesponsorde inhoud