We hebben te lang gedaan alsof veiligheid gratis is.
Het beeld dat de buitenlandse massamedia van België ophangen, is niet altijd correct. Maar ons land heeft onvermijdelijk reputatieschade geleden. Zaak is die zo snel mogelijk te herstellen, al is dat niet eenvoudig.
Koen Schoors professor economie aan UGent
Iedereen die af en toe het vliegtuig neemt, heeft het al kunnen vaststellen: het beeld dat de massamedia van een ander land schetsen, heeft dikwijls verbazend weinig te maken met wat er in dat land echt aan de hand is. Dat ligt voor een deel aan de natuurlijke neiging van massamedia om de bestaande opinies te bevestigen en te versterken en aan hun voorliefde voor de emotionele hyperbool. En natuurlijk ook aan onze neiging als kijker, lezer of luisteraar om meer aandacht te besteden aan een emotioneel verhaal dan aan een rustige analyse.
Daardoor is België in buitenlandse ogen nu onvermijdelijk een beetje meer het hellegat geworden waar de raspopulist Donald Trump zo graag over toetert. De berichtgeving over de terroristische aanslagen in Parijs en Brussel heeft diep op de buitenlandse perceptie ingehakt. Het feit dat de begroting door broddelwerk en eindeloos bestuurlijk gekibbel jaar na jaar bijgestuurd moet worden, doet er natuurlijk ook geen goed aan. Om nog te zwijgen over de spontane stakingen die spoorvervoer, luchtvaart en zelfs autoverkeer al te veel lam leggen en die stilaan alleen nog op onbegrip kunnen stuiten. Elke buitenlandse bezoeker die daar tegenop loopt, en het zijn er steeds meer, reist naar huis met een bananenrepubliekverhaal over België.
Aan de andere kant heeft de redelijke serene reactie van de regering en de bevolking de buitenwereld ook een ander beeld getoond. Het beeld van een land dat zich niet laat meeslepen in de door terroristen beoogde escalatie en polarisatie, maar integendeel vasthoudt aan zijn wetten, waarden en normen en duidelijk maakt dat we die samen zullen verdedigen tegen achterbakse aanvallen. Het beeld van een land dat in tijden van gevaar zijn rug weet te rechten zonder meteen de oorlogstrom te roeren. Het beeld van een land dat ondanks de bedreigingen alles samen weet te houden.
Te paard
Toch heeft onze reputatie schade geleden en daar hangt een prijskaartje aan vast. Dat reputatieverlies zal tijdelijk minder economische welvaart en minder tewerkstelling tot gevolg hebben, daar valt weinig aan te doen. Om te vermijden dat die negatieve schok een negatieve multiplicator op gang trekt en nog meer economische welvaart vernietigt, moeten we de ondernemers in de zwaarst getroffen locaties verlichting bieden op de manier die we hebben toegepast na de crisis van 2008. Die aanpak heeft er toen toe geleid dat heel wat kleine ondernemers het hoofd net wel boven water konden houden. Zo werd het ondernemingsweefsel beschermd tegen een nodeloze kaalslag en het welvaartsverlies binnen de perken gehouden.
We kunnen ons blazoen niet gewoon oppoetsen met een goede pr-campagne.
Daarnaast moeten we zo snel mogelijk de beschadigde reputatie van ons land en vooral van onze hoofdstad herstellen, maar dat is niet zo makkelijk als het lijkt. Een goede naam komt immers te voet en gaat te paard. Bovendien is de reputatieschade in eerste instantie geen imagoprobleem en kunnen we ons blazoen dus niet gewoon oppoetsen met een goede pr-campagne. Door de aanvallen zijn structurele problemen aan het licht gekomen, en zolang we die niet aanpakken, kunnen we onze reputatie niet blijvend herstellen.
Het meest evidente structurele probleem is dat we te lang hebben gedaan alsof veiligheid gratis is. Decennialang hebben ons veilig gewaand onder de warme vleugels van het Amerikaanse veiligheidsschild en achter de verre Europese buitengrenzen. Daardoor hebben we te weinig geïnvesteerd in het belangrijkste publieke goed van elk land: binnenlandse veiligheid. Dat moet nu ophouden. We hebben nood aan een investeringsgolf in veiligheid, maar we mogen daarbij niet de fout maken veiligheid te verwarren met repressie.
Vanzelfsprekend moet er in harde veiligheid en repressie geïnvesteerd worden, maar op lange termijn is het beste veiligheidsbeleid meer te investeren in integratie en opvoeding, zodat iedereen in onze maatschappij aan aantal basiswaarden internaliseert en daardoor meer tot dialoog en minder tot geweld bereid is.
De oorlogstaal die hier en daar politiek doorschemert, is de slechtst mogelijke reactie en dient eerder de peilingen dan de veiligheid. Investeren in harde veiligheid doe je in stilte en met vaste hand terwijl je publiekelijk je best doet de dialoog gaande te houden en de integratie te bevorderen.
Meest gelezen
- 1 Vlaamse wijnbouwers worden na de oogst wakker met kater
- 2 Van Iraanse olievelden tot nucleaire doelen: Israëlische vergelding zal wereldwijd impact hebben
- 3 Zuid-Koreaanse eigenaar dreigt broek te scheuren aan Brusselse Financietoren
- 4 Wanhopige kankerpatiënten betalen tienduizenden euro’s voor dubieuze immuuntherapie
- 5 Reorganisatie bij advocatenkantoor Loyens & Loeff