opinie

We moeten onze gezondheid koesteren, maar ook onze vrijheid

Vlaams Parlementslid en burgemeester van Aarschot (Open VLD)

We verleggen in deze pandemie grenzen en geven vrijheden op. Ik heb het moeilijk met het gemak waarmee dat gebeurt. Alsof er geen debat mag zijn. Alsof vrijheid een luxe is die we ons ‘nu even niet’ kunnen veroorloven.

Zelden heeft een quote het voorbije jaar zo door mijn hoofd gespookt als die van Benjamin Franklin over de valse tegenstelling tussen vrijheid en veiligheid. Wie fundamentele vrijheden opoffert om veiligheid na te jagen, verdient geen van beide. Telkens als maatregelen werden uitgevaardigd in de strijd tegen Het Virus, dacht ik aan Benjamin.

©Photo News

We hebben veel vrijheden op de schop genomen. Er kwam een avondklok, een verplaatsingsverbod, een beroepsverbod, een samenscholingsverbod op straat én in je eigen huis, warmtecameradrones. De lijst is niet limitatief, helaas. Uiteraard gebeurde dat niet omdat een of ander totalitair regime ons leven wil controleren. Het gebeurde in naam van onze veiligheid. In naam van de volksgezondheid. De vijand is een virus dat we nog altijd niet kennen en waarvan we nog altijd niet precies weten wat het doet of hoe het zich verspreidt.

Zowel privé als in mijn functie van burgemeester van Aarschot schik ik me consequent naar de regels. Ik roep de mensen op dat te blijven doen. Omdat we de strijd willen winnen. Maar ik geef toe dat ik het er verschrikkelijk moeilijk mee heb. Niet om de regels na te leven. Ik ben geen rebel en ik wil niemand ziek maken. Bovendien heb ik een ruime woning, werk, een gezin om me heen en dus geen reden tot klagen. Dat is niet voor iedereen zo.

Ik weet en besef waarom we dit virus moeten verpletteren. De vragen die ik stel, trekken dat doel niet in twijfel. Wel de middelen.

Maar ik heb het moeilijk met het gemak waarmee we grenzen verleggen en vrijheden opgeven. Alsof er geen debat mag zijn, alsof vrijheid een luxe is die we ons ‘nu even niet’ kunnen veroorloven. Dat wringt, ook al omdat ik ervan overtuigd ben dat een samenleving sterker wordt van woord en wederwoord en van kritisch denken.

Ik besef dat ik me met dit schrijven kwetsbaar opstel. Het risico bestaat dat ik word weggezet als iemand die de volksgezondheid - en dus onze veiligheid - in gevaar brengt. Ik bespaar de critici de moeite. Ik weet en besef waarom we dit virus moeten verpletteren. De vragen die ik stel, trekken dat doel niet in twijfel. Ik heb wel vragen bij de middelen die worden ingezet om het doel te bereiken en bij de (grond)wettelijkheid van die middelen.

Aanslagen

In 2015, na de aanslagen in Brussel en Zaventem, stelde zich precies hetzelfde probleem. Als reactie op de terreurdaden pleitten sommigen ervoor onze open samenleving te sluiten. Hoogleraar en ex-politicus Michael Ignatieff toonde me toen de weg van het minste kwaad. We spraken af dat maatregelen die onze vrijheid inperkten, altijd tijdelijk, proportioneel en doelgericht moesten zijn. En dat er in alle gevallen checks and balances moesten zijn om absolutisme en de dreiging van een politiestaat af te wenden. Ik ben fier dat we dankzij die principes niet hebben toegegeven aan het terrorisme. Maar wat is dat waard, als we vandaag bijna geruisloos diezelfde principes laten varen uit angst voor een virus?

Er is een kader nodig dat garandeert dat covid-maatregelen beantwoorden aan de principes van tijdelijkheid, proportionaliteit en democratische of gerechtelijke controle.

Misschien is het tijd om Ignatieff opnieuw in het debat te brengen. Er is een kader nodig dat garandeert dat covidmaatregelen beantwoorden aan de principes van tijdelijkheid, proportionaliteit en democratische of gerechtelijke controle.

Deze week vond de Raad van State het verbod op erediensten niet proportioneel. Eerder dit jaar dacht het rechtscollege daar nog anders over, maar blijkbaar sluipt de heersende tendens uit de rest van de wereld ook ons land binnen. In de VS vond het door conservatieven gedomineerde Hooggerechtshof dat het verbod op het organiseren van een eredienst in de staat New York ongrondwettelijk was. Zo krijgt de vrijheid van religie een bijzondere status boven andere vrijheden. Wat voor de vrijheid van meningsuiting (betogingen bijvoorbeeld) niet kan, kan voor de erediensten wel.

Ik ben het daar niet mee eens, al aanvaard ik de uitspraak.  Dat hoort ook bij de rechtsstaat. Maar ik heb het er, zeker als niet-gelovige, moeilijk mee. Dat laatste is niet nieuw en zelfs niet covidgebonden. De Raad van State begeeft zich op glad ijs door de vrijheid van religie een stukje ‘heiliger’ te maken dan andere vrijheden. Ik vind dat een fundamenteel debat waard.

De Raad van State begeeft zich op glad ijs door de vrijheid van religie een stukje ‘heiliger’ te maken dan andere vrijheden. Ik vind dat een fundamenteel debat waard.

Niet proportioneel

Als de Raad van State het niet proportioneel vindt om het recht op godsdienstvrijheid in te perken in de strijd tegen Covid-19, wat zou diezelfde Raad dan vinden van de avondklok, de bezoekbeperkingen of het gemak waarmee de politie zonder toestemming van een rechter of de bewoners woningen betreedt? Onze grondwet bepaalt dat de woning onschendbaar is. Grondrechtenverdragen geven ieder van ons recht op een privéleven, ja zelfs op een familie- en gezinsleven. En toch aanvaarden we beperkingen aan hoe we dat familiale leven beleven? Is dat nog proportioneel?

Rechtvaardigt het feit dat we de overbelasting van ziekenhuizen willen vermijden het binnenvallen van de politie op eigen initiatief? Staat het middel in verhouding tot het doel? Ik twijfel daaraan.

Natuurlijk is de onschendbaarheid van de woning niet absoluut. Maar woonstbetredingen zonder toestemming van de bewoners kunnen alleen in uitzonderlijke omstandigheden (‘als het huis in brand staat’) of mits toestemming van de rechterlijke macht. Als de politie grondige redenen heeft om een woning te betreden wegens covid én als een onderzoeksrechter haar de toestemming geeft, kan een woning betreden worden. Dat staat buiten kijf. De vraag is of het in naam van het risico op besmetting ook kan zonder toestemming van de bewoners of van een rechter. Rechtvaardigt het feit dat we de overbelasting van ziekenhuizen willen vermijden het binnenvallen van de politie op eigen initiatief? Staat het middel in verhouding tot het doel? Ik twijfel daaraan. Het is een belangrijke kwestie waarover we een publiek debat moeten voeren.

Lijn trekken

In de discussies over de aanpak van illegale migratie heb ik me, Anne Frank indachtig, altijd verzet tegen woonstbetredingen. Ik vind dat we ook nu een lijn moeten trekken. Wil dat zeggen dat de politie niet kan optreden als het achter muren en hagen uit de hand loopt? Natuurlijk wel. Maar dan wel binnen een duidelijk kader en met een rechterlijke toets. En niet omdat een burgemeester of een minister de indruk geeft dat het kan.

Misschien hebt u nog andere voorbeelden. Misschien bent u het niet eens. Dat kan en mag gelukkig nog wel in dit land. Discussies zijn goed, al hebben we ons ondertussen wel allemaal aan de wetten en de regels te houden. Hou het dus veilig, terwijl we werken aan een coronawet als basis voor tijdelijke, proportionele en doelgerichte maatregelen. Anders houden we misschien onze gezondheid over, maar zijn we de vrijheid voor altijd kwijt.

Gwendolyn Rutten

Vlaams Parlementslid en burgemeester van Aarschot (Open VLD)

Gesponsorde inhoud