Advertentie

Europa is ons grootste binnenlandse beleidsniveau

©BELGA

Een gemakkelijk clichébeeld maakt tegenwoordig gretig opgang: het ‘ondemocratische’ Europa. Dat Europa wordt afgeschilderd als een duistere moloch, die door niets of niemand gelegitimeerd is, maar wel gruwelijke offers eist van de Europese burgers. Veel bewijsvoering voor deze stelling wordt er doorgaans niet aangehaald, maar dat belet sommigen niet om ze met de regelmaat van de klok te blijven herhalen. Waarom blijven we Europa als een buitenlands wezen zien, in plaats van te aanvaarden dat Europa ons grootste binnenlandse beleidsniveau is geworden?

Door Marianne Thyssen, Europees Parlementslid voor CD&V

Laten we beginnen met enkele klassiekers. ‘We moeten besparen van Europa’. ‘We moeten ingrijpende hervormingen doorvoeren van Europa’. ‘En dat wordt allemaal boven onze hoofden beslist, door anonieme Eurocraten.’ Klinken deze beweringen u ook bekend in de oren? Uiteraard, want ze worden vaak uitgesproken. Ze zijn nochtans fundamenteel fout, en wel om twee redenen.

In werkelijkheid besparen en hervormen we niet omdat het moet van Europa, maar omdat het onze morele plicht is om de problemen van vandaag aan te pakken, en niet door te schuiven naar onze kinderen of kleinkinderen. Ook zonder Europa zouden deze uitdagingen bestaan en even reëel zijn.

En verder omdat het zogenaamde ondemocratisch karakter fictie is. In werkelijkheid worden die beslissingen niet genomen door anonieme ‘eurocraten’, maar door democratisch gelegitimeerde politici. Enerzijds door staats- en regeringsleiders die een mandaat van hun nationale parlementen kregen. En anderzijds door het Europees parlement, dat we zelf - rechtstreeks - verkiezen. Maar hoeveel makkelijker is het niet om te beweren dat een ondemocratisch Europa ons dit oplegt, in plaats van aan de mensen uit te leggen waarom lastige maatregelen nuttig en nodig zijn?

Van Cauwelaert

Ook Rik Van Cauwelaert opent het vuur op het ondemocratisch karakter van Europa (De Tijd, 16 maart). Anders dan de meeste critici, haalt hij daartoe wel argumenten aan. Met name ziet hij een ondemocratische evolutie in het zogenaamde ‘two-pack’, dat vastlegt hoe Europa in de toekomst nauwkeuriger op de begrotingen van de lidstaten gaat toezien. Jammer genoeg slaat hij met zijn argumenten de bal mis. Hij schrijft dat ‘de eurolanden definitief de controle over hun begroting overdragen aan de onverkozen ambtenaren van de Europese Commissie. Die krijgen de ontwerpbegroting van elk euroland voorgelegd nog voor die door het nationale parlement kan worden besproken, laat staan goedgekeurd of weggestemd.’ En verder: ‘Daarmee blijft het federale parlement, dat verondersteld wordt de regering te controleren, volkomen machteloos achter.’

Ten eerste is het wat flauw om de Commissie af te doen als ‘onverkozen ambtenaren’. Ook in eigen land worden ministers niet verkozen, maar werken zij bij gratie van een meerderheid in het parlement. Dat geldt ook voor de Commissie, die enkel kan functioneren met de steun van een meerderheid in het Europees Parlement. Een parlement dat niet aan een verlammende tegenstelling tussen meerderheid en oppositie is gebonden, en daardoor haar controletaak veel strikter opneemt dan om het even welk nationaal parlement.

Bovendien is het fundamenteel fout om te beweren dat de nationale parlementen machteloos achter blijven. Zij blijven ten volle bevoegd om de begroting van hun land goed of af te keuren. Meer nog: voortaan zullen zij dit zelfs grondiger kunnen doen, want zij zullen vooraf het oordeel van de Europese Commissie kennen. Voorbij is dus het ritueel waarbij de oppositie bij voorbaat roept dat ‘Europa dit nooit zal aanvaarden’ en de meerderheid bij voorbaat het tegendeel roept. Men zal vooraf klaar en duidelijk weten wat Europa van het begrotingsplan vindt. Meer nog: het nationale parlement kan de Commissie vragen om toelichting te komen verschaffen bij haar oordeel. Dit kan de kwaliteit van het parlementaire werk alleen ten goede komen. En finaal beslist niet Europa hoe de begroting eruit ziet, maar het nationale parlement. Natuurlijk moet die begroting overeenstemmen met de afspraken die ons land zelf met Europa en met de andere lidstaten heeft gemaakt.

Hoger niveau

Maar eigenlijk gaat deze kwestie dieper, fundamenteler. Over het feit dat we er moeite mee hebben om te aanvaarden dat de democratie op een hoger niveau wordt georganiseerd. De gemeenteraad van gemeente X of Y moet ook soms aanvaarden dat de Vlaamse of federale regering beslissingen neemt die een impact hebben op de gemeente. Dat mag, want die regeringen staan onder de democratische controle van hun parlementen. Dat is precies wat nu in Europa gebeurt: we beleven inderdaad ingrijpende bevoegdheidsoverdrachten naar Europa, maar wat is daar ondemocratisch aan als dit gepaard gaat met een parallelle verschuiving van het democratisch toezicht naar het Europees Parlement?

Een voorbeeld? Omdat het gewicht van de bankensector de financiële draagkracht van vele lidstaten te boven gaat, werkt Europa momenteel aan de uitbouw van een Europese Bankenunie. De eerste stap daarin is de totstandkoming van een Europees bankentoezicht, onder leiding van de Europese Centrale Bank (ECB). Betekent dit dat de democratische controle over het toezicht op de banken verloren gaat? Nee, want die verschuift van de nationale parlementen naar het Europees Parlement.

De ECB zal dus worden onderworpen aan transparantie en democratische verantwoording tegenover het Europees Parlement. Overigens: ook de nationale parlementen kunnen vertegenwoordigers van het Europees bankentoezicht bij zich roepen om uitleg te verschaffen. Het is het Europees Parlement dat daarvoor heeft gezorgd.

De kern van het probleem is dat we Europa als een buitenlands wezen blijven zien, in plaats van te aanvaarden dat Europa ons grootste binnenlandse beleidsniveau is geworden. Het klopt natuurlijk dat het Vlaamse of Belgische gewicht binnen dat Europa bescheiden is, maar dat geldt net zo goed voor het gewicht van de staat Oklahoma in de Verenigde Staten of voor het gewicht van het kanton Uri in Zwitserland. Nochtans zal niemand het in zijn hoofd halen om de VS of Zwitserland ondemocratische constructies te noemen.

De evolutie die we momenteel beleven is een ingrijpende staatshervorming op Europees niveau, maar wel degelijk een democratische staatshervorming. En precies door intenser samen te werken, zorgen we ervoor dat we nog steeds een stem kunnen hebben op het wereldtoneel.

Lees verder
Advertentie
Advertentie
Advertentie
Advertentie
Gesponsorde inhoud