Offshore Leaks is weinig meer dan flinterdun voyeurisme
Offshore Leaks voedt het voyeurisme, maar biedt eigenlijk weinig nieuws.
Door Anton Van Zantbeek, advocaat bij het kantoor Rivus en professor aan de Hogeschool - Universiteit Brussel.
Er komt maar geen einde aan de mistoestanden die via lekken allerhande op het publieke forum worden gegooid. Maar Offshore Leaks is in tegenstelling tot andere voorbeelden (zoals WikiLeaks) weinig nieuws. Dat er namen worden genoemd is sappig, dat wel. Wie doet het, waarom doen ze het en voor hoeveel? Zo leren we dat de kunstwerken van Carmen Thyssen-Bornemisza juridisch eigendom zijn van bedrijven op de Cookeilanden, en plots kennen we nu ook allemaal de Belgische consultant Pierre Bocquet. Dat is ‘voorlopig’ de vetste vis op het Belgische menu. Voorlopig, want Le Soir vermeldt nog enkele initialen. Benieuwd wie daar achter schuilgaat!
Maar behoudens de nieuwsgierigheid - zeg maar voyeurisme - voeden, dragen die namen niets bij. Integendeel. De publicatie geeft advocaten enkel argumenten om de poten vanonder een later fiscaal of strafrechtelijk onderzoek te zagen. Verder wordt een loopje genomen met de privacy. Je zal vandaag maar Pierre Bocquet zijn.
Het nieuws is verder flinterdun. Iedereen weet dat er miljarden omgaan in het off shore wereldje. Allerlei internationale organisaties zoals OESO, G20 en de EU zijn nu expliciet bezig met de fiscale en andere relaties met offshore jurisdicties.
We leren nu ook dat offshore constructies geen synoniem zijn voor fiscale fraude. De redenen om deze constructies te gebruiken kan je niet in één zin vatten. Feit is dat zowel vermogende particulieren, kmo’s als grote multinationale ondernemingen ze gebruiken. Vaak voor fiscale doeleinden, maar even vaak om niet-fiscale redenen, zoals discretie, asset protection, divorce protection, of onterving.
Fraude
En als er dan fiscale motieven in het spel zijn , wil dat evenmin zeggen dat er sprake is van fiscale fraude. De Belgische wetten bevatten specifieke bepalingen van hoe fiscaal moet worden omgegaan met geldstromen van en naar offshore entiteiten. Daar is in principe niets illegaals aan.
Wel nieuw is de uitwisseling van informatie met deze offshore jurisdicties. Het arsenaal bestaande akkoorden en akkoorden in de steigers is zonder meer indrukwekkend. Zelfs met de meest obscure offshore jurisdicties worden ‘Tax Exchange Information Agreements’ (TEIA) afgesloten. Ook wordt in ijltempo in alle dubbelbelastingverdragen de nieuwe OESO-modelstandaard voor informatie-uitwisseling ingevoerd. Beide akkoorden houden in dat buitenlandse instellingen zich niet langer kunnen verschuilen achter een bankgeheim om de Belgische fiscus geen informatie te verschaffen. Daarbij komen EU-afspraken rond de verstrengde spaarrichtlijn en de nieuwe bijstandsrichtlijn. Tot slot is er de dynamiek voor informatie-uitwisseling, op gang gebracht door de Amerikaanse ‘Foreign Account Tax Compliance Act’ (FATCA). Verschillende EU landen, waaronder België, hebben aangegeven mee op deze trein te willen springen.
Dit alles zal leiden tot veel meer transparantie. Nu hangt de fiscus nog te veel af van lekken of het bij toeval ontdekken van fraude met offshore constructies. Dat verandert in de nabije toekomst. Buitenlandse informatie zal immers panklaar aan de Belgische fiscus geleverd worden.
Deze anonimiteit valt dus weg, en wie het niet zo nauw neemt met zijn fiscale verplichtingen of wie offshore constructies gebruikt om illegale vermogensvoordelen wit te wassen, zal uiteindelijk tegen de lamp lopen. Voor hen is Offshore Leaks misschien de laatste ‘wake up call’ om zich in regel te stellen. Dat kan gelukkig tot 31 december, via een fiscale regularisatie.
Maar dat de anonimiteit verdwijnt, neemt niet weg dat Belgen offshorebedrijven in ‘Verwegistan’ in alle legaliteit kunnen (blijven) gebruiken. Dat veronderstelt dat je de regels volgt. Wel kan je er van uit gaan dat de fiscus met een loupe handel en wandel zal volgen. Voor velen een reden om legale offshore constructies af te tuigen of er gewoon niet mee te beginnen. Een wijs besluit, zeker als er enkel fiscale motieven spelen.