De eisen van de werkgevers zijn helemaal niet wereldvreemd
Een slankere overheid en investeringen in competitiviteit en koopkracht kan jobcreatie en de financiering van de sociale zekerheid op de lange termijn verzekeren. Wat is daar wereldvreemd aan?
Door Jo Libeer, gedelegeerd bestuurder van de Vlaamse werkgeversorganisatie Voka
‘Werkgevers stellen wereldvreemde eisen’, kopte De Tijd zaterdag. Niets is minder waar. Wie denkt dat je de lasten kan blijven opdrijven om de welvaart te betalen, die is pas wereldvreemd.
We kunnen niet zonder een overheid die structuur en solidariteit giet in de samenleving. Maar het huis van de Belgische overheden kraakt. De kosten zijn torenhoog: in Europa bekleden we de vierde plaats inzake overheidsbeslag. Maar wat we terugkrijgen, spoort daar niet mee: qua kwaliteit van de welvaart staan we op de 13de plaats. Er is dus onvoldoende waar voor ons geld.
Daar kunnen we iets aan doen. Niet via sociale afbraak. Een solidaire samenleving is een evidentie. Maar dan wel tegen een redelijke prijs. Laat ons het overheidsbeslag terugdringen tot maximaal 50 procent. Nu bedraagt het overheidsbeslag 55 procent. Die verlaging is niet revolutionair: het is het niveau dat andere sociale landen in Europa halen, denk maar aan Zweden en Nederland.
Ontsporende groei
Om het overheidsbeslag tot een decent niveau te brengen, moeten we de komende vijf jaar minder méér gaan uitgeven. Ja, u leest het goed: van Voka mag de overheid nog steeds meer uitgeven. In ons plan stijgen de kosten van de overheid van 197 miljard vandaag naar 210 miljard in 2019. Het betekent wel dat we de ontsporende groei van de overheidsuitgaven afremmen. De jongste vijf jaar zijn onze primaire uitgaven liefst dubbel zo snel gestegen als het Europese gemiddelde. Dat is niet houdbaar.
Hoe doen we dat concreet, die uitgavengroei afremmen? Door te focussen op de kosten van het systeem. De overheid heeft de plicht te strijden tegen de verspilling of het inefficiënt gebruik van middelen. Er moet ook paal en perk worden gesteld aan unfaire systemen. Iedereen moet zijn deel van de inspanning leveren om minder bijkomend uit te geven. We kunnen er allemaal de vruchten van plukken. De optimalisaties liggen voor het rapen.
De overheid is als eerste aan zet. Er kwamen de voorbije 15 jaar op alle niveaus samen 100.000 ambtenaren bij. Dat is een toename met ongeveer 15 procent. Slechts de jongste twee jaar is een zeer lichte kentering merkbaar: telkens 1.000 ambtenaren minder.
Het moet dus mogelijk zijn om tegen het einde van de volgende legislatuur het totale aantal ambtenaren met 5 procent te verminderen. De dienstverlening zal daar niet onder lijden: er zullen nog altijd een pak ambtenaren meer zijn dan 15 jaar geleden. Het vergt wel een andere kijk op de zaken. Te veel publieke dienstverlening is nog gestoeld op het idee dat extra dienstverlening enkel kan door extra personeel aan te trekken.
Verlofregelingen
We zijn ook doorgeslagen in het subsidiëren van verlofregelingen. Tussen 1995 en 2013 verzesvoudigde het budget voor premies voor tijdskrediet, loopbaanonderbreking en dergelijke tot 824 miljoen euro. Fijn voor diegenen die ze kunnen genieten. Maar we mogen niet vergeten dat die premies steeds gedragen moeten worden door wie actief blijft. Wie vrijwillig kiest om niet te werken, kan niet langer zo gul gesponsord worden. Dat is niet solidair met wie actief blijft. Tijdskrediet zonder motivering bijvoorbeeld moet worden geschrapt.
Ook de gezondheidszorg kan veel kosteneffectiever als we de overconsumptie aanpakken. Professor Lieven Annemans stelt dat gemiddeld 10 procent van het gezondheidsbudget verloren gaat. Als we dat toepassen op België, kan er tot 3 miljard euro bespaard worden, zonder dat dat de patiënt raakt. Het financieringsmodel van ziekenhuizen, artsen en ziekenfondsen noopt dan wel tot aanpassing, zodat we ook hier meer waar voor ons geld krijgen.
Door dergelijke structurele hervormingen kunnen we de uitgavengroei van de overheid dus afremmen, zonder sociale afbraak. Dat zegt ook de Nationale Bank van België. Is die soms ook wereldvreemd?
De conclusie is duidelijk: als we minder bijkomend uitgeven, kunnen we de economische dynamiek ondersteunen. Met een halvering van de loonkostenhandicap kunnen we 165.000 jobs in onze ondernemingen realiseren. Enkel met meer jobs in de privésector kunnen we de pensioenen en de gezondheidszorgen blijven verdienen. Daarom blijft een competitief omgevingsklimaat de beste sociale zekerheid.
Belangrijk is dat we daarbij het globale plaatje voor ogen houden. We moeten de overheidsfinanciën op orde stellen, zoals ook Europa wil, én de competitiviteit herstellen. De uitdagen voor de volgende regeringen zijn dus niet min. Dat geeft hun een grote verantwoordelijkheid. En die moeten ze nemen.
Meest gelezen
- 1 Vlaamse wijnbouwers worden na de oogst wakker met kater
- 2 Van Iraanse olievelden tot nucleaire doelen: Israëlische vergelding zal wereldwijd impact hebben
- 3 Niet goedkope Dacia, wel Tesla profiteert van Vlaamse premie voor elektrische auto’s
- 4 Reorganisatie bij advocatenkantoor Loyens & Loeff
- 5 Nieuwe start-ups storten zich op Vlaamse energiemarkt