De kamikaze van de N-VA
Bij de formatieronde negeert de N-VA haar bestaansreden: het communautaire wordt volledig van tafel geveegd. Die strategie is niet zonder risico.
Door Bart Maddens
Stel je voor dat Agalev in 1999 naar de regeringsonderhandelingen was gestapt met de boodschap: ‘het milieuprobleem is nu niet aan de orde’. Dat zou ondenkbaar geweest zijn. Toch is het net dat wat de N-VA vandaag doet: in het Vlaamse regeerakkoord en bij de federale regeringsonderhandelingen volledig abstractie maken van de eigen raison d’être. Zonder boe of bah veegt de partij het communautaire dossier van tafel.
Hoe komt het dat daarover zo weinig gemor te horen is bij de N-VA-achterban? De angst om op alle niveaus opzij te worden geschoven zat er bij de partij zeer diep in. De opluchting was dan ook bijzonder groot toen bleek dat Bart De Wever er toch in zou slagen de verkiezingsoverwinning om te zetten in regeringsdeelname, en dan nog wel op alle niveaus. Dat hij de communautaire lat daarvoor wel op de grond moest leggen, nam men er dan maar bij.
Maar de Vlaams-nationalisten in de N-VA rekenen er ook op dat de Zweedse coalitie de Belgische structuren zodanig onder druk zal zetten dat een confederale staatshervorming in 2019 onvermijdelijk wordt. Met andere woorden, het wordt wel degelijk een kamikazecoalitie, maar het zal een kamikaze zijn voor België.
Die hoop is tot op zekere hoogte gewettigd. De kans op een destabilisering van het politieke systeem is in elk geval beduidend groter nu langs Franstalige kant enkel de MR deel uitmaakt van de regering. Omdat geen enkele partij een brugfunctie kan vervullen tussen de Waalse/Franstalige regeringen enerzijds en de federale regering anderzijds dreigen die overheden voortdurend op ramkoers te liggen, met chronische institutionele blokkeringen tot gevolg.
Of het zou moeten zijn dat de Zweedse soep toch niet zo heet wordt gegeten als ze wordt opgediend. Vooral CD&V en de MR kunnen erop aansturen om via ‘constructief’ overleg met de regionale regeringen de harde rechtse kantjes van het federale beleid eraf te vijlen. Iets waar de ACW-vleugel in CD&V niet bepaald rouwig om zal zijn. Concreet betekent dat dat de PS via het Overlegcomité en andere coördinatieorganen federaal toch nog een vinger in de pap zal hebben.
Als De Wever het federale systeem maximaal onder stress wil plaatsen, moet hij het tijdens de lopende onderhandelingen hard spelen. Het is dan zaak het regeerakkoord zo veel mogelijk naar rechts te trekken en mogelijke deals met de PS bij voorbaat te torpederen.
Toch is het zeer de vraag of de N-VA veel belang heeft bij institutionele blokkeringen en communautaire heibel. Zeker, de partij kan dan met een sterk communautair verhaal in 2019 naar de kiezer trekken. ‘We hebben echt ons best gedaan, maar binnen de huidige structuren lukt het gewoonweg niet.’ Dat klinkt misschien goed, maar tegen dan zal de partij al vijf jaar lang deel hebben uitgemaakt van het Belgische systeem. Oppositie voeren tegen dat systeem dreigt dan gelijk te staan met oppositie voeren tegen zichzelf.
Volksunie
De N-VA belandt op dat moment in een vergelijkbare positie als de Volksunie in het najaar van 1991. Die partij hoopte toen te profiteren van de communautaire spanningen in de regering-Martens. Maar in de ogen van veel kiezers was de Volksunie (na drie jaar regeringsdeelname) al een deel van het probleem. De antisysteemkiezers lieten de Volksunie links liggen en stemden massaal voor Vlaams Blok. Voor de Volksunie was dat het begin van het einde.
Het lijken vooral de oppositiepartijen te zijn die profiteren van communautair geruzie. Dat kan voor de N-VA een argument zijn om zich als een ‘verantwoordelijke’ beleidspartij te gedragen en de conflicten met de PS en het Waals Gewest niet op de spits te drijven. In 2019 kan de partij zich dan aan de kiezer presenteren als de enige garantie dat het economische herstelbeleid wordt voortgezet, onder het motto ‘Geen Ommekeer’.
In dat scenario moet het communautaire opnieuw tussen haakjes worden geplaatst. Want de N-VA kan moeilijk de pluimen voor een performant federaal beleid op de hoed willen steken én tegelijkertijd beweren dat het federale beleidsniveau niet functioneert. Maar de Vlaams-nationale achterban zal nooit aanvaarden dat de communautaire corebusiness in 2019 opnieuw onder het tapijt wordt geveegd.
Het wordt hoe dan ook een moeilijke evenwichtsoefening voor de N-VA. De partij kan van de kamikaze een stresstest maken voor het Belgische federalisme, in de hoop dat het systeem vierkant draait en het confederalisme als enige alternatief overblijft. Maar het risico bestaat dat ook de N-VA in 2019 de rekening zal betalen voor een communautair brokkenparcours, ook al zou dat paradoxaal genoeg het gelijk van de partij bewijzen. Of de partij kan zich in 2019 profileren als de sterkhouder in een stabiele maar relatief gematigde economische herstelregering zonder de PS. Maar dan verwasemt het communautaire verhaal en houdt de N-VA de facto op een Vlaams-nationale partij te zijn.
Bart Maddens is politicoloog aan de KU Leuven
(Dit is een samenvatting van een artikelenreeks op doorbraak.be)
Meest gelezen
- 1 Harris lokt Trump uit zijn kot in debat: 'Je komt niet op tegen Biden, je komt op tegen mij'
- 2 Gents Specter zet achtervolging in op koning van de speedpedelec
- 3 Belegger straft D’Ieteren af voor miljardendeal, analisten zien vooral voordelen
- 4 Wie won het debat? Harris haalt stevig uit, maar Trump nog lang niet knock-out
- 5 Vlaamse formatie in het slop na nieuw njet van CD&V