De Keltische tijger komt zijn kater te boven, omdat hij de Keltische tijger is
Eind dit jaar verlaat Ierland wellicht als eerste euroland een financieel steunprogramma van de eurozone en het IMF. ‘Austerity’ werpt vruchten af, zo lijkt het. Toch maken specifieke kenmerken dat de Keltische tijger minder heeft geleden onder harde besparingen dan andere eurolanden.
Door Anthony Baert, econoom bij ING België
In november 2010 moest de Ierse regering een noodlening van 67,5 miljard euro aanvaarden van de EU en het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Die werd gekoppeld aan harde voorwaarden om de publieke financiën te saneren en de banksector te herstructureren. Die waren aan de rand van de afgrond beland door de nationale vastgoedcrash en de internationale financiële crisis van 2008.
Om besmetting te vermijden schreef de toenmalige regering een garantie uit voor de hele banksector (440 miljard euro). Dat verdubbelde de staatsschuld in drie jaar tijd en leidde ertoe dat het land werd afgesloten van de obligatiemarkt, zoals Griekenland daarvoor en Portugal en Cyprus daarna.
Maar anders dan in de andere perifere eurolanden verliep het Ierse steunprogramma beter dan verwacht. Tot nu toe heeft de regering elke begrotingsdoelstelling overtroffen. Dat door meer te besparen dan gevraagd, maar ook omdat de economische activiteit relatief goed standhield en dankzij de politieke stabiliteit van de voorbije twee jaar. De tienjaarsrente zakte recentelijk onder 4 procent en de schatkist heeft zo’n grote cashbuffer dat de financieringsnood voor volgend jaar al gedekt is.
Maar de lopende stresstests van de grootste drie Ierse banken kunnen nog roet in het eten gooien, zeker als er onverwachte kapitaaltekorten opduiken. De Ierse schatkist zou dan het verschil moeten bijpassen. Het risico is niet onbestaande, omdat het aantal achterstallige hypotheekleningen bij de drie banken blijft stijgen. In dat geval zou een kredietlijn - een soort bail-out light - van het Europees reddingsfonds ESM de Ierse transitie naar de markt kunnen vergemakkelijken. Toch ziet het er voorlopig naar uit dat Ierland als eerste euroland van het trojka-infuus (EU, ECB en IMF) wordt gehaald.
Financiële markten
Strikt genomen is het enige slaagcriterium voor een dergelijk macro-economisch steunprogramma het opnieuw aansluiti
ng vinden bij de financiële markten. De Europese geldschieters zullen daarom niet aarzelen hun Ierse leerling neer te zetten als een succesverhaal van het besparingsrecept, iets wat de eurozone hard nodig heeft in deze tijden van ongeziene depressie en werkloosheid in de periferie.
Het lijdt geen twijfel dat de Europese en internationale steun aan Ierland cruciaal was om een bankroet of zelfs een exit uit de eurozone te vermijden. Dat zou een doos van Pandora hebben geopend die het voortbestaan van de monetaire unie op het spel zou hebben gezet.
Blanco cheque
Toch blijft de vraag waarom Ierland moest opdraaien voor fouten waarvoor alle eurolanden collectief verantwoordelijk waren. Het gebrek aan gemeenschappelijke regels en fondsen om falende banken af te wikkelen verklaart waarom de Ierse overheid een blanco cheque voor heel haar banksector schreef. Onder het regime van de toekomstige Europese bankenunie, een project dat nu pas in de steigers staat, hadden niet alleen de Ierse belastingbetalers maar ook de toenmalige obligatiehouders van Ierse banken zwaar moeten inleveren.
De ECB verzette zich daar in 2010 misschien wel terecht tegen. Het laten bloeden van de obligatiehouders had de bankencrisis in Europa weer kunnen aanwakkeren, net toen er kredietschaarste was. Ierland is daar wel deels voor gecompenseerd, omdat de ECB oogluikend heeft toegestaan dat de noodlening voor de zieltogende Ierse banken via de Ierse centrale bank monetair werd gefinancierd.
Heeft zuinigheid uiteindelijk gewerkt? Enkele specifieke kenmerken hebben er in elk geval toe geleid dat de Ierse economie minder heeft geleden onder het besparingsbeleid dan in andere eurolanden. Zo is Ierland een van de meest exportgerichte economieën van de eurozone. Dankzij de uitvoer is de economische activiteit de jongste jaren ondanks alles stabiel gebleven, terwijl de binnenlandse vraag instortte door de torenhoge vastgoedschulden van de Ierse gezinnen en bedrijven.
Als relatief klein eiland geniet Ierland sterk van de heropleving van zijn belangrijkste handelspartners, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. De soepele arbeidsmarkt heeft daar wellicht ook toe bijgedragen. De arbeidskosten zijn de afgelopen jaren sterk gedaald, de tewerkstelling stijgt gestaag en de werkloosheid is teruggevallen tot 13 procent, wat niet te vergelijken is met de Spaanse of Griekse cijfers. Ierland is dus een speciaal geval. Daarom levert een gelijke besparingskuur in de perifere eurolanden zulke verschillende economische prestaties op.