Advertentie

De pudding van Espírito Santo

©EPA

Het nieuwe mechanisme van de bankredding werd uitgetest op de Portugese Banco Espírito Santo. En, het moet gezegd: die Europese pudding smaakt naar meer.

Door Koen Schoors

Jarenlang werkte Europa aan een nieuw kader om probleembanken aan te pakken. Dat kwam er na eindeloze deliberaties op 15 mei 2014, in de vorm van de Bank Recovery and Resolution Directive (BRRD), een Europese richtlijn die de regels vastlegt hoe banken moeten worden gered of geliquideerd.

Advertentie

De richtlijn bevat enkele opvallende clausules die moeten garanderen dat banken niet langer op kosten van de belastingbetaler kunnen worden gered, zoals in het verleden al te vaak het geval was.

Het basisprincipe van de BRRD is dat bij het redden van een insolvente bank eerst de aandeelhouders en de schuldeisers de boot ingaan. Daarna wordt het zogenaamde afwikkelingsfonds aangesproken, waarin alle banken van een bepaald land geld storten, als een soort collectieve verzekering. Die afwikkelingsfondsen zijn nu nog nationaal, maar worden op termijn samengevoegd tot een Europees afwikkelingsfonds. De overheid mag maar rechtstreeks tussenbeide komen nadat aandeelhouders, schuldeisers en het afwikkelingsfonds zijn aangesproken, en dan nog onder specifieke voorwaarden. Bovendien krijgt de staat bij de afwikkeling ook het recht om onmiddellijk in te grijpen in de structuur van de bank, wat de opdeling van de insolvente bank in een goede en slechte bank - de oplossing die bij Fortis en uiteindelijk ook bij Dexia werd gevolgd - juridisch een stuk eenvoudiger maakt.

Gehypnotiseerd

De nieuwe regels zijn zinnig omdat ze de verantwoordelijkheid in eerste instantie leggen bij de aandeelhouders, de schuldeisers en de banken zelf, vooraleer de belastingbetaler wordt aangesproken. Dat betekent dat de aandeelhouders niet langer gehypnotiseerd zullen worden door het beloofde rendement op eigen vermogen, maar ook aandacht zullen krijgen voor de stabiliteit van de bank.

Een ander gevolg is dat schuldeisers niet langer kunnen verwachten de volle 100 procent van hun schuld terug te krijgen, zoals het geval was bij alle insolvente Belgische banken. Neen, ze zullen er voortaan rekening mee moeten houden dat ze hun geld grotendeels zullen verliezen. Daardoor zullen aandeelhouders en schuldeisers veel meer aandacht hebben voor stabiliteit dan in het verleden, want hun hachje hangt er in de toekomst van af. Voor het management van de bank wordt het daardoor voordeliger het kapitaal te verhogen, want dat zal risicovrezende aandeelhouders aantrekken en de kosten van externe financiering verminderen. Een beter gekapitaliseerde bank zal in de toekomst immers wellicht goedkoper kunnen lenen.

Dat is in theorie leuk en aardig, maar we weten ook dat de weg naar financiële stabiliteit geplaveid is met goede bedoelingen, genadeloze lobbying en slechte beslissingen onder tijdsdruk. Ook voor de nieuwe regels geldt dus: ‘The proof of the pudding is in the eating’. Sedert midden mei koesterde ik dan ook de stiekeme hoop dat er hier of daar een zieke bank uit de boom zou worden geschud, zodat de regels konden worden getest en het nieuwe referentiekader bestendigd.

Opbiechten

Ik werd op mijn wenken bediend, met dank aan de nog altijd krakkemikkige gezondheid van een aantal Europese banken. Vorige zondag moest de Portugese Banco Espírito Santo (BES), de grootste privébank van het land, plots een halfjaarverlies van 3,6 miljard euro opbiechten. Het werd de even onverwachte als verhoopte vuurdoop voor de nieuwe bankregels.

Advertentie

In een mum van tijd besliste de Portugese overheid de BES in twee te hakken. De goede stukken werden verschoven naar een nieuw overheidsvehikel met de niet bijster originele naam ‘Novo Banco’. De rommel bleef achter in de restbank BES, die meteen van de beurs werd gehaald. Het komt neer op een onmiddellijke en vrijwel volledige onteigening van de bestaande aandeelhouders en achtergestelde schuldeisers, hoewel de Franse bank Crédit Agricole met een belang van 14,6 procent de grootste aandeelhouder was van BES. Die quasi-onteigening zadelt Crédit Agricole op met een bijkomend verlies van 708 miljoen euro.

De nieuwe eigenaar van de Novo Banco, het Portugese afwikkelingsfonds, injecteert onmiddellijk 4,9 miljard euro in de goede bank. Het afwikkelingsfonds moet daarvoor lenen bij de overheid, maar dat geld wordt terugbetaald uit de toekomstige bijdragen van de Portugese banken. Uitstekend. Geen processie van Echternach met eindeloze heronderhandelingen. Geen onbeperkte overheidsgaranties voor alle schuldeisers. Geen ‘too big to fail’. De goede bank werd in een mum van tijd gestabiliseerd en kan nu onder een beter gesternte verder. De aandeelhouders en achtergestelde schuldeisers kregen, zoals het hoort, het deksel op de neus, hoewel één van hen een grote Franse bank is. Dat betekent in het vervolg meer aandacht voor kapitalisatie en minder voor rendement op eigen vermogen: deze Europese pudding smaakt naar meer.

Koen Schoors is professor economie aan de UGent.

Advertentie

In het nieuws

Alle artikels meer
2025 belooft spektakel voor beursintroducties: welke bedrijven lopen zich warm?
Beurswatchers voorspellen een golf van beursintroducties in de eerste helft van 2025. Vooral New York en Mumbai vallen in de prijzen. Kan ook Europa de dooi inzetten?
Gesponsorde inhoud