Efficiënter netbeheer is goedkoper en veel eerlijker
Om tot een eenheidstarief voor energiedistributie te komen, moet er wel degelijk een fusie van netbeheerders komen.
Door Freya Van den Bossche, Vlaams minister van Energie.
Wat voor de energie-intercommunales in Vlaanderen geldt, geldt ook voor de Vlaamse regering: het moet zo efficiënt mogelijk. Ik ga dus geen extra economen aanwerven op mijn kabinet, zoals professor economie Jan Bouckaert suggereert (De Tijd, 22 maart). Maar hij mag gerust een paar dagen komen mee lopen. Dat leidt ongetwijfeld tot nuttige inzichten, ook voor hem.
Om te beginnen is het distributienet beheer een gereguleerde activiteit. De kosten die aan de klant worden doorgerekend, zijn strikt gereglementeerd en worden bewaakt door een regulator. Vergeef me dat het even technisch wordt, maar in de praktijk betekent dat onder meer dat de distributienettarieven ‘kostenreflectief’ moeten zijn: ze moeten exact de kosten weerspiegelen die elke netbeheerder maakt. Zolang er verschillende netbeheerders zijn, die onder meer om historische redenen verschillende kostenstructuren hebben, zullen er verschillende tarieven zijn. Een eenheidstarief vereist dus wel degelijk een fusie.
Stel even dat we de twee toch zouden loskoppelen, dat we één tarief zouden heffen in verschillende netgebieden. Dan zouden netbeheerders die verschillende kosten hebben, toch dezelfde inkomsten krijgen. Sommige netbeheerders zouden verlies maken, andere zouden onterechte winsten opstrijken.
Concurrentie
Netbeheerders met verlies laten werken, leidt tot krakkemikkige netten. Tenzij we aanvaarden dat de stroom vroeg of laat uitvalt, zouden we dus moeten kiezen voor het hoogst denkbare eenheidstarief. De zogenaamde concurrentie die het systeem volgens professor Bouckaert goedkoper maakt, zou het net ongelooflijk duur maken. Dat is niet waar ik met mijn hervorming naartoe wil.
En het argument dat gemeenten een keuze moeten hebben tussen meerdere netbeheerders, zodat ze de goedkoopste kunnen nemen? De realiteit is dat ‘de goedkoopste’ vanuit het standpunt van een gemeentebestuur degene is die het hoogste dividend uitkeert, niet degene die de laagste nettarieven aanrekent. Maar fundamenteler: aangezien de netten zelf zouden meeverhuizen naar de nieuwe netbeheerder, zouden ook de kosten die ermee verbonden zijn en dus de uiteinde lijke kost die aan de klant wordt door gerekend dat doen. Weg winst. In eco nomentaal komt het erop neer dat de wetten van de concurrentie niet gelden in een natuurlijk monopolie.
Eerlijker
Samen met collega Geert Bourgeois heb ik vorig jaar het aantal mandaten in de energie-intercommunales doen dalen van 1.192 naar 485. Het kan nog met enkele honderden minder. Om een energienet goed te beheren volstaat een kleine groep specialisten. Een efficiënter georganiseerd netbeheer zal niet alleen een stuk goed koper zijn, maar ook veel eerlijker.
Waarom zouden we kosten waarover op Europees of Vlaams niveau wordt beslist (investeringen in slimme netten, in hernieuwbare energie, in warmtekrachtkoppeling…) alleen doorrekenen aan mensen die toevallig in een streek wonen met veel wind? Of waar de glastuinbouw veel warmtekrachtinstallaties heeft? Het is niet omdat kosten eerlijker gespreid worden, dat ze stijgen.
Minnetjes doen over de ambitie om voor eenvoud en transparantie te zorgen in een sector met een belangrijke impact op de energiefactuur van elk gezin en elk bedrijf is gemakkelijk. Professor Bouckaert bewijst wel één ding met zijn opinie: door ‘ocharme’ wat mandaten te schrappen hebben we ervoor gezorgd dat dit belangrijke debat publiek wordt gevoerd, waar het vroeger in de duistere achter kamers van de politiek plaatsvond.
Dat is al een grote stap vooruit.