Praten met Duitsland zou voor Europa meer zoden aan de dijk zetten dan berispen
De Europese Commissie moet het geweer van schouder veranderen: een constructieve dialoog aangaan met Duitsland in plaats van de ‘schuldige’ lidstaat te bestraffen. Of willen we per se minder competitieve landen en bedrijven?
Door Guy Verhofstadt, Liberaal fractieleider in het Europees Parlement en Belgisch ex-premier
Niemand neemt het de Europese Commissie kwalijk dat ze eenvoudigweg de EU-regels toepast die de afgelopen jaren overeengekomen zijn. Ik kan begrijpen dat een land op de vingers wordt getikt als het te veel uitgeeft en te weinig bespaart. Maar een land verwijten dat het zijn economie competitiever maakt zodat het meer exporteert, is ronduit bizar. Eerlijk, kan je Duitsland berispen omdat zijn economie ‘te innovatief’ is, zijn arbeidsmarkt ‘te flexibel’ en het ‘te weinig schulden’ maakt? Dat is nochtans wat er lijkt te gebeuren nu de Commissie een onderzoek geopend heeft naar het Duitse handelsoverschot.
De Commissie past de zogenaamde procedure voor macro-economische onevenwichten toe. Deze procedure is duidelijk nog te veel gericht op nationale en gesloten economieën en houdt geen rekening met de rol van de gemeenschappelijke markt en onze gemeenschappelijke munt. Ze houdt ook geen rekening met het feit dat de Duitse exportboom al tot hogere Duitse lonen heeft geleid en dat perifere eurolanden hun lonen hebben zien dalen. Op die manier werd het overschot van de Duitse lopende rekening in vergelijking met de rest van de eurozone al aanzienlijk verminderd.
De regels straffen Duitsland in de eerste plaats voor zijn handelsoverschot tegenover Amerika en Azië. In de dagen vóór de euro zou de mark zich automatisch aangepast hebben aan deze onevenwichten. Maar tegenwoordig hebben de eurolanden geen controle meer over hun munt. Je kan je dan afvragen of de Europese Centrale Bank de euro moet laten appreciëren, waardoor elk perspectief op groei in Zuid-Europa de das wordt omgedaan, dan wel of Duitsland zijn lonen en uitgaven moet laten stijgen tot zijn economie lijkt op die van de perifere eurolanden? Geen van beide scenario’s is een oplossing.
Geheel
We moeten streven naar meer concurrentiekracht en meer export voor de Europese Unie als geheel. Eén grote Europese markt en economie tegenover de rest van de wereld. De focus moet niet liggen op de zogenaamde interne onevenwichten. Overigens, de lopende rekening van de eurozone is vrijwel in evenwicht. Elke vergelijking met het ‘Europees semester’, dat de nationale begrotingen disciplineert, is irrelevant. Deze procedure betreft beslissingen die nationale regeringen moeten nemen om in orde te zijn met hun begrotingstekorten en schuld, zodat het vertrouwen van de markten in de euro behouden blijft.
In plaats van een rondje Duitsland pesten, zou Europa er verstandiger aan doen met datzelfde Duitsland om de tafel te gaan zitten om te bekijken hoe men het renteniveau voor de eurozone duurzaam kan verlagen. Niet zozeer voor Duitsland zelf, dat al een historisch lage rente betaalt. Het is vooral cruciaal voor de vele landen en bedrijven in de eurozone die tegen onhoudbaar hoge rentes van 4 en 5 procent aankijken. En dit ondanks de lage inflatie.
Misschien zou zo’n discussie met Duitsland leiden tot een schulddelgingsfonds, zoals voorgesteld door de officiële Duitse Raad van Economische Experts. In hun voorstel wordt de historische schuld van de eurolanden gezamenlijk beheerd, waardoor voor de deelnemende landen een einde komt aan de onhoudbaar hoge niveaus van rentebetalingen. Tegelijk worden aan het lidmaatschap van dat fonds structurele hervormingen gekoppeld om het concurrentievermogen in alle eurolanden te verhogen.
Bankenunie
Duitsland moet ook overtuigd worden om zijn verzet tegen een Europese bankenunie op te geven. De coalitiebesprekingen tussen de CDU en de SPD beloven op dat vlak weinig goeds. Beide partijen hebben hun eigen taboes die een levensvatbare en fundamentele bankenunie op Europees niveau in de weg staan. Het is een triest moment voor de Europese politiek als nationale oplossingen de voorkeur krijgen, terwijl slechts een verenigd Europees systeem kan functioneren.
Zonder een echte bankenunie komt het vertrouwen tussen de banken niet terug. En zonder dat vertrouwen blijft de transfer van geld naar de reële economie geblokkeerd. Mensen in Japan begrijpen waar ik het over heb. Zij hebben bijna tien jaar economische stagnatie moeten doorstaan. Pas sinds kort hebben ze dat rechtgezet door hun banken te herkapitaliseren.
De manier waarop de Europese Commissie macro-economische onevenwichten aanpakt, moet herzien worden. Het mag niet leiden tot minder competitieve Europese economieën en bedrijven. Het staat buiten kijf dat een constructieve dialoog met de ‘schuldige’ lidstaat beter is dan een sanctie.
Meest gelezen
- 1 Staatsbank Belfius kocht duurste penthouse van Paul Gheysens
- 2 Maak kennis met de koploper in de Beursrally: 'Aandelen als Ebusco en Hyloris wil je niet in je echte portefeuille'
- 3 Aantal nieuwe Belgen stevent af op hoogste cijfer in kwarteeuw
- 4 Oorlog in Oekraïne | Onderhandelen met Rusland is geen taboe meer in Westen
- 5 Hoe ongezond is alcohol nu écht?