Toch nog een wit konijn als voorzitter van de Europese Commissie?
Verhofstadt, Juncker of Schulz? Het lijkt er steeds meer op dat geen van deze drie het uiteindelijk haalt om José Manuel Barroso op te volgen als voorzitter van de Europese Commissie.
Door Johan Van Overtveldt, Europees lijsttrekker voor de N-VA en professor economie aan de Universiteit Hasselt
‘De volgende voorzitter van de Europese Commissie staat voor u.’ Dat zei Martin Schulz zelfverzekerd tijdens het Europees ‘Spitzenkandidatendebat’ tussen de zes kandidaat-voorzitters voor de Europese Commissie op 15 mei. Schulz, huidig voorzitter van het Europees Parlement en socialistisch kandidaat om José Manuel Barroso op te volgen aan het roer van de Europese Commissie, bedoelde daarmee dat de nieuwe Commissievoorzitter sowieso één van de zes kandidaten wordt. Een andere optie ziet hij niet, of wil hij niet zien.
‘Eerst de uitslag van de verkiezingen afwachten.’ Zo zette Herman Van Rompuy, voorzitter van de Europese Raad, de Spitzenkandidaten het voorbije weekend weer met hun voeten op de grond. De ex-premier kon niet uitsluiten dat er toch een outsider aan het hoofd van de Commissie zou komen. Een subtiele hint dat geen van de kandidaten de Europese Raad voldoende weet te overtuigen? In een eerder interview haalde Van Rompuy zich trouwens al de woede van diezelfde Schulz op de hals door het hele systeem van Spitzenkandidaten in twijfel te trekken.
Lissabon
Waarover gaat het? Traditioneel zijn het de staats- en regeringsleiders van de EU-lidstaten die in onderling overleg een kandidaat voor het voorzitterschap van de Europese Commissie naar voor schuiven. Voor dat voorstel is een goedkeuring van het Europees Parlement vereist. Het Verdrag van Lissabon bevat echter een nieuwe bepaling die zegt dat de Europese Raad slechts een voordracht kan doen van die kandidaat rekening houdend met de verkiezingen voor het Europees Parlement en na passende raadpleging (met dat Parlement).
Deze zinsnede bracht in het Europees halfrond de hele dynamiek van de Spitzenkandidaten en de ‘indirecte verkiezing’ van de Commissievoorzitter op gang. De bedoeling is de kloof met de burger te verkleinen door een direct verband te leggen tussen zijn Europese stem en de toekomstige Commissievoorzitter. Hiermee hoopt men een antwoord te bieden op een aantal prangende problemen waarmee Europa kampt.
Zo daalt de opkomst bij de Europese stembusslag systematisch sinds de eerste rechtstreekse verkiezingen van het Europees Parlement in 1979: van 62% naar 43% in 2009. Verwacht wordt dat de opkomst nog verder zal dalen, hetgeen de democratische legitimiteit danig onder druk zet. Verder heeft het vertrouwen van diezelfde Europese burger in het Europese project de voorbije jaren een serieuze knauw gekregen: slechts een derde van de burgers heeft een positief beeld van de EU. Dit uit zich ook in het electorale succes van eurosceptische en anti-Europese partijen die naar verwachting een kwart van de zetels zullen halen in het nieuwe Europees Parlement.
Het is erg onwaarschijnlijk dat de procedure van Spitzenkandidaten zal leiden tot een hogere opkomst of invloed zal uitoefenen op de uitslag van de verkiezingen. Dat valt niet te verwonderen want het hele systeem loopt bijzonder mank op een aantal punten.
Geen consensus
Vooreerst is er geen eenduidige interpretatie van het Verdrag. Het Parlement zweert bij een van de zes kandidaten. Van Rompuy zegt dat hij een clash met het Parlement wil vermijden, maar dat er - volgens de regels van het Verdrag - én een meerderheid moet zijn in het Europees Parlement én een hele grote meerderheid in de Europese Raad. Lees: het is lang niet zeker dat het een van de zes wordt.
Zo circuleren in de wandelgangen al de namen van de Deense premier Helle Thorning-Schmidt en de Ierse premier Enda Kenny. Maar, en dat is zelfs nog opvallender, er is ook geen consensus tussen de Spitzenkandidaten onderling. De CD&V predikt het recht van de sterkste en stelt dat de grootste fractie de Commissievoorzitter zal leveren. Indien de fractie van de christendemocraten de grootste is, wordt het Jean-Claude Juncker, indien de socialistische fractie de grootste blijkt, zegt lijsttrekker Marianne Thyssen onomwonden dat ze de socialist Schulz zal steunen.
Met de nek-aan-nekrace tussen EVP en S&D (bij de laatste peiling goed voor 217 en 201 zetels van de 751) is de kans dus niet onbestaande dat een stem voor CD&V uiteindelijk resulteert in steun aan de Europese socialisten. Vanuit die optiek noemt Thyssen Guy Verhofstadt bij voorbaat kansloos, aangezien zijn ALDE-fractie verre van de grootste is in het Europees Parlement (bij de laatste peiling 59 zetels van 751). Verhofstadt zelf ontkent dat en zegt dan weer dat het niet de kandidaat van de grootste fractie is die de beste kaarten heeft om Barroso op te volgen, maar wel de kandidaat die over de fracties heen het meest steun kan verzamelen.
Standpunten
Ten tweede stuit de hele procedure op de grenzen van ‘gemeenschappelijke programma’s’. Enkele concrete voorbeelden maken duidelijk dat de standpunten van de Spitzenkandidaten lang niet altijd gedeeld worden door alle partijen van hun Europese fractie.
Zo pleit EVP-er Juncker in de campagne voor het behoud van de zetel van het Europees Parlement in Straatsburg, CD&V zegt tegen te zijn. Als voorzitter van de eurogroep oordeelde Juncker dat een exit van Griekenland uit de eurozone beheersbaar is. Voor het vertolken van dit standpunt schreef Marianne Thyssen me recent de hel in.
Juncker ijvert ook voor het opleggen van richtlijnen aan de ECB voor de wisselkoers van de euro. Benieuwd wat de CD&V en nog meer de CDU van Merkel daar van vinden (CDU dat overigens campagne voert met Merkel en niet met Juncker als boegbeeld)?
Hetzelfde bij de socialisten: u zal van de sp.a niet horen dat hun Britse collega’s van Labour Schulz niet steunen en hem zelfs gevraagd zouden hebben bij hen geen campagne te voeren.
Splijtzwam
Dan hebben we ook nog Verhofstadt die in zijn bekende stijl de vlucht vooruit wil nemen en voor elke uitdaging de oplossing in meer Europa ziet. Zo is hij hevig voorstander van euro-obligaties, terwijl dit een echte splijtzwam vormt in zijn Europese fractie. Het antwoord dat Europees lijsttrekker voor de Nederlandse liberalen (VVD) Hans van Baalen deze week tijdens een interview op de Nederlandse tv gaf, spreekt boekdelen. ‘Neen’, zei hij op de vraag of een stem voor hem ook een stem voor zijn Europees fractiegenoot Guy Verhofstadt betekent.
Tenslotte staat het nu al vast dat de beslissing over het voorzitterschap van de volgende Europese Commissie in één pakket zal worden behandeld met andere benoemingen zoals het voorzitterschap van het Europees Parlement, de nieuwe voorzitter van de Europese Raad en de nieuwe Hoge vertegenwoordiger voor Buitenlands beleid. Zo dreigt het idee om de burger beter bij Europa te betrekken te ontaarden in een schabouwelijk schouwspel over de verdeling van de postjes. Verhofstadt zou bijvoorbeeld al aan het onderhandelen zijn over het voorzitterschap van het Europees Parlement.
Mist
Te midden van dat alles krijgt de N-VA van de traditionele partijen het verwijt ‘mist te spuien’ omdat wij ons niet uitspreken voor één van de kandidaten, maar integendeel benadrukken dat inhoud primeert op de postjes en we daarin eerst de stem van de burger willen horen. Daarom zou ik de vraag willen terugspelen: zijn het niet eerder de traditionele partijen die mist spuien? Want gelet op al de onduidelijkheid die ik net schetste, is er alle reden om dat te denken.
Wie in Vlaanderen christendemocratisch stemt, stemt Europees potentieel voor een socialist; wie in Nederland liberaal stemt, krijgt zeker geen liberaal als Commissievoorzitter. Kunt u nog volgen? De belangrijkste drijfveer van alle Europese fracties is dat ze de grootste willen zijn, omdat ze zo het sterkste staan om de dikste posten binnen te halen. Je kunt het haast niet cynischer geïllustreerd krijgen dan met het gedoe rond Silvio Berlusconi binnen de EVP. Velen willen de gladde Italiaan eruit maar willen evenzeer toch de zitjes van de Forza Italia behouden. Je bent zwanger of je bent het niet, denk ik dan.
Volgens Verhofstadt zou de niet-verkiezing van een van de zes Spitzenkandidaten ‘het einde van de democratie in Europa betekenen.’ Een staaltje van overdrijving die de liberaal traditioneel goed past. Samen met Oxforddocent Timothy Garton Ash gelooft de N-VA niet dat de procedure het vertrouwen van de burger in Europa zal herstellen. De kansen zijn meer dan reëel dat geen van de kandidaten voorzitter wordt. Het is gevaarlijk burgers illusies voor te spiegelen, nog meer op het moment dat het vertrouwen bij de burgers broos en wankel is, en anti-Europese partijen in opmars zijn. Een totale patstelling tussen het Parlement en de Europese Raad zal het wantrouwen nog voeden en dreigt het gevoel dat Europa een ver-van-ons-bedshow is nog te vergroten. Het resultaat laat zich raden: meer frustratie en meer euroscepsis.
Burgers liggen niet wakker van fractievorming of van kandidaat-Commissievoorzitters. Burgers zijn wel bekommerd om een Europa dat concrete meerwaarde biedt voor welzijn en welvaart.
Meest gelezen
- 1 Stemt PVDA
- 2 Belgische F-16's onderscheppen Russische gevechtsvliegtuigen boven Baltische Zee
- 3 Tinne Van der Straeten geen lijsttrekker voor Groen, Meyrem Almaci keert terug naar de Kamer
- 4 Club Brugge heeft opvolger voor Vincent Mannaert beet
- 5 Nicolas Boël: ‘Ilham Kadri aan boord houden was essentieel voor de splitsing van Solvay’