Financiering basisinkomen loopt mank
Het voorbije jaar heeft het idee van een universeel en onvoorwaardelijk basisinkomen heel wat aandacht gekregen. Maar wie zal dat betalen?
BIO
- geboren in 1978
- Burgerlijk Ingenieur, Econoom
- voorzitter liberale denktank Liberales
- Blogger op Economieblog.be
Het basisinkomen wordt al vele jaren verdedigd door de Belgische filosoof Philippe van Parijs en de ondernemer-politicus Roland Duchâtelet. Ook Peter De Keyzer, hoofdeconoom bij BNP Paribas Fortis, is gewonnen voor een basisinkomen. ‘Panorama’ wijdde er deze maand een reportage aan.
Een belangrijke kritiek op het basisinkomen is de financierbaarheid van het systeem. Ik heb zelf een ruwe schatting gemaakt van de betaalbaarheid van een basisinkomen van 1.000 euro per maand voor elke volwassen Belg. De totale bruto-uitgave is jaarlijks 103 miljard euro, maar een groot deel van de overheidsuitgaven, zoals pensioenen en werkloosheidsuitkeringen, wordt in grote mate vervangen door een basisinkomen. Toch is er een financieringstekort van 19 tot 35 miljard euro naargelang het basisinkomen als inkomen onbelastbaar of belastbaar is. Dat is een tekort van 5 tot 9 procent van het bbp, wat overeenkomt met één tot twee keer de toekomstige vergrijzingskosten. Mijn analyse is slechts een ruwe schatting, omdat ik geen data heb over welk individu welke uitkering krijgt en omdat het model statisch is: het houdt geen rekening met gedragseffecten. Mensen zullen met een basisinkomen immers volgens de pessimisten minder en volgens de optimisten meer werken. Uiteraard is dat sterk afhankelijk van de hoogte van het basisinkomen.
Als de grootteorde van mijn berekening correct is, en als de gedragseffecten niet significant zouden zijn, dan moet er dus een extra financiering gevonden worden van één of twee keer de toekomstige vergrijzingskosten. Dat is problematisch.
De ‘Panorama’-uitzending ging uit van een veel hoger basisinkomen, namelijk 1.500 euro per maand. Volgens de analisten in de reportage leverde dat een financieringstekort van 91 miljard euro op. Dat vingen ze op met extra belastingen van 95 miljard euro of bijna een kwart van het bbp, met onder meer een vermogensbelasting die 29 miljard euro moet opbrengen en een verhoogde btw, goed voor 16 miljard euro extra. Extra belastingen ten belope van bijna een kwart van het bbp: dat is politiek en economisch totaal niet haalbaar. En dat is een understatement.
Bovendien werd ook in de ‘Panorama’-uitzending geen rekening gehouden met gedragseffecten, terwijl die effecten bij dergelijke radicale ingrepen zonder twijfel heel belangrijk worden. Het is immers waarschijnlijk dat er minder (belastbaar) werk verricht zal worden als er een basisinkomen van 1.500 euro per maand gegeven wordt. En ook de extra belasting van 95 miljard euro zal enorme gedragseffecten teweegbrengen.
En dat is dan nog enkel als België geïsoleerd wordt bekeken. Maar een (hoog) basisinkomen zal ook heel wat mensen uit andere landen aantrekken. Dat kan veel extra werkkrachten opleveren, maar evengoed vooral mensen die met het hoge basisinkomen genoeg hebben en dus niet zullen werken en bijdragen. Ook daarmee werd geen rekening gehouden.
Dergelijke radicale ingrepen zonder gedragseffecten in rekening te nemen zijn dan ook onvoldoende en zouden een goede factcheck niet mogen passeren. Dat is wat de voorstanders van een basisinkomen dan ook dringend moeten doen: een degelijke en realistische analyse maken van de financierbaarheid. Wat ‘Panorama’ toonde, is dat niet.
Tot slot, een meer directe kritiek op het basisinkomen is dat het elk individu evenveel geeft per maand. Dat lijkt zeer rechtvaardig, maar dat is het volgens mij niet. Ga je een gezonde volwassene net evenveel geven als iemand die zijn hele leven in een rolstoel moet zitten? De kosten die de twee moeten maken om min of meer dezelfde levensstandaard te kunnen bereiken, verschillen grondig.
Als de grootteorde van mijn berekening correct is, en als de gedragseffecten niet significant zouden zijn, dan moet er een extra financiering gevonden worden van één of twee keer de toekomstige vergrijzingskosten.
Rechtvaardig is inderdaad om gelijke gevallen gelijk te behandelen, maar ook om ongelijke gevallen ongelijk te behandelen. Het is een fundamentele kritiek op de rechtvaardigheidstheorie van John Rawls, die aan elk individu evenveel ‘primaire sociale goederen’ wilde geven. Amartya Sen bekritiseerde dat al in zijn lezing ‘Equality of what?’ uit 1979, waarbij hij het voorbeeld van de kreupele gaf.
Het is volgens mij dan ook in essentie onrechtvaardig om individuen die duidelijk meer nodig hebben om dezelfde levensstandaard te bereiken, evenveel te geven. Als ons huidige systeem van sociale zekerheid daarvoor onvoldoende zou corrigeren, dan kunnen we alvast onze energie gebruiken om dat te verbeteren. In afwachting van een goed becijferde analyse van de financierbaarheid van een basisinkomen.
Andreas Tirez is kernlid van de liberale denktank Liberales en blogt op Economieblog.be.